ECLI:NL:RBROT:2019:6626

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2019
Publicatiedatum
20 augustus 2019
Zaaknummer
10/710005-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude met Persoonsgebonden Budgetten door valsheid in geschrift en oplichting

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 13 augustus 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met haar partner zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting. Gedurende een periode van twee jaar heeft de verdachte gefraudeerd met Persoonsgebonden Budget (PGB)-gelden, waarbij zij zorgovereenkomsten en declaratieformulieren valselijk heeft opgemaakt. De verdachte heeft zorg gedeclareerd voor budgethouders, terwijl er in werkelijkheid geen of nauwelijks zorg is verleend. Het benadelingsbedrag bedraagt meer dan € 532.000,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op schaamteloze wijze misbruik heeft gemaakt van het PGB-systeem, waarbij zij ook haar eigen vader als budgethouder heeft betrokken. De verdachte heeft bekennende verklaringen afgelegd en de rechtbank heeft voldoende bewijs gevonden voor de bewezenverklaring van de feiten. De officier van justitie had een lagere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten en het hoge benadelingsbedrag een zwaardere straf rechtvaardigen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden. Daarnaast zijn er goederen verbeurd verklaard en is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien deze kwestie aan de burgerlijke rechter moet worden voorgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/710005-16
Datum uitspraak: 13 augustus 2019
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Afghanistan) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
gemachtigd raadsman mr. A.R.A.R. Sitaldin, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 juli 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.S. Dhoen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken met aftrek van voorarrest, waarvan vier weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar alsmede een taakstraf van 240 uren te vervangen door 120 dagen hechtenis.

4.Ontvankelijkheid officier van justitie

De raadsman heeft primair verzocht de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren “
aangezien de gestelde feiten in de tenlastelegging, gelet op de uitspraak in civilibus, niet of onvoldoende zijn onderzocht en de dagvaarding aldus een obscure samenhang van feiten is in strijd met hetgeen de civiele rechter eerder heeft vastgesteld.” De strekking van dit verweer van de raadsman is de rechtbank niet duidelijk. Het voldoet in ieder geval niet aan de eisen die mogen worden gesteld aan een verweer waarop de rechter gehouden is een met redenen omklede beslissing te geven. Gelet hierop zal de rechtbank op het verweer van de raadsman niet verder reageren.
De officier van justitie is ontvankelijk.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Feit 3: Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
5.2.
Feiten 1 en 2: Bewijswaardering
5.2.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat er geen sprake is van valsheid in geschrift en oplichting nu niet is aangetoond dat de handtekeningen vervalst zijn en er wel degelijk zorg is geleverd aan de budgethouders, hetzij door de verdachte zelf hetzij door personeel dat door haar werd ingehuurd. Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat er teveel uren zouden zijn gedeclareerd.
5.2.2.
Beoordeling
De verdachte heeft bij de politie bekennende verklaringen afgelegd met betrekking tot de op de tenlastelegging genoemde budgethouders [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] . Zij heeft verklaard dat er met betrekking tot die budgethouders afspraken zijn gemaakt over de Persoons Gebonden Budgetten (hierna: PGB’s) die zij ontving, waarvoor uiteindelijk geen zorg is verleend maar waarvoor wel gelden zijn ontvangen. Dat geldt niet voor de budgethouders [naam 7] en [naam 8] . De rechtbank overweegt ten aanzien van die budgethouders als volgt.
Ten aanzien van de budgethouder [naam 7] (de moeder van [naam medeverdachte] , de partner en medeverdachte van de verdachte) heeft de verdachte verklaard dat zij de aanvraag voor de zorgovereenkomst heeft gedaan en dat zij denkt dat zij de verantwoordingsformulieren heeft gemaakt. Op die formulieren staat medeverdachte [naam medeverdachte] als zorgverlener aangegeven. De verdachte heeft evenwel verklaard (i) dat zij niet weet of [naam medeverdachte] ooit zorg heeft verleend aan [naam 7] en (ii) dat zij niet weet wie er wel zorg heeft verleend.
Uit onderzoek is voorts gebleken dat de handtekening op het paspoort van budgethouder [naam 7] afwijkt van de handtekeningen die door de budgethouder op de verantwoordingsformulieren zijn geplaatst.
Daar komt nog bij dat er een PGB voor [naam 7] is aangevraagd omdat zij slecht ter been zou zijn en daarom zorg nodig zou hebben. Uit het dossier blijkt echter dat zij geen hulp nodig had. Uit de verklaring van haar buurvrouw blijkt dat [naam 7] de trap nam en lopend weg ging, en dat zij geen hulp nodig had. Die verklaring wordt ondersteund door de bevindingen van de verbalisant dat er geen (loop)hulpmiddelen in het huis van [naam 7] aanwezig waren.
Ten slotte komt uit het zaaksdossier naar voren dat [naam medeverdachte] in mei 2013 180 uur zorg zou hebben verleend aan budgethouder [naam 1] en in diezelfde periode 86 uur zorg zou hebben verleend aan [naam 7] en [naam 6] . Dit zou betekenen dat de verdachte 31 dagen achtereen gemiddeld 8,6 uur zorg per dag zou hebben verleend. De rechtbank acht dit ongeloofwaardig. Uit al het voorgaande put zij de overtuiging dat de documenten die betrekking hebben op het PGB voor [naam 7] valselijk zijn opgemaakt.
Ten aanzien van de budgethouder [naam 8] (de vader van de verdachte) heeft de verdachte verklaard dat zij de zorgovereenkomst heeft aangevraagd en getekend. Ook de verantwoordingsformulieren heeft zij opgemaakt en ondertekend. Zij heeft dus handtekeningen geplaatst onder die documenten, als waren die documenten na invullen voor akkoord getekend door de budgethouder. De verdachte heeft evenwel verklaard dat haar ouders er niet van op de hoogte zijn dat er in 2013 en 2014 een totaalbedrag van € 92.943,72 aan zorg is uitbetaald. Daarnaast komt uit het zaaksdossier naar voren dat de verdachte in de ten laste gelegde periode op dezelfde dagen en dezelfde tijdstippen op verschillende adressen in Rotterdam en Amsterdam tegelijkertijd zorg zou hebben verleend aan diverse budgethouders - onder wie [naam 8] - hetgeen fysiek onmogelijk is.
Gelet op het voorgaande is er naar het oordeel van de rechtbank voor alle budgethouders voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich – al dan niet tezamen en in vereniging met de medeverdachte [naam medeverdachte] – schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting.
5.2.3.
Conclusie
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
5.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
A.
zij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk zorgovereenkomsten PGB en declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ en verantwoordingsformulieren,
waaronder
• zorgovereenkomsten PGB betreffende budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 02-01-2013 en 01-01-2014 en
• één wijziging zorgovereenkomst PGB betreffende van budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 15-05-2013
• declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden juli 2013 tot en met december 2013 en
• verantwoordingsformulieren PGB/AWBZ (2011), gericht aan budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014 en
en
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 3] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 01-01-13
• verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 3] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014
en
• zorgovereenkomsten PGB betreffende budgethouder [naam 8] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 01-01-13 en 01-01-13 en
• declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 8] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden juli 2013 tot en met 31 december 2013
• verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 8] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014 en
en
• een verantwoordingsformulier Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 4] met als zorgverlener [naam 9] en [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2014 tot en met juni 2014
en
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 5] met als zorgverlener Skyzorg d.d. 21-3-13 )
• een verantwoordingsformulier Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 5] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maand januari 2013 en
• verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 5] met als zorgverlener Skyzorg met betrekking tot de maanden maart 2013 tot en met 31 december 2014
• een verantwoordingsformulier Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 6] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met april 2013 en
• verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 6] met als zorgverlener [naam medeverdachte] met betrekking tot de maanden april 2013 tot en met maart 2014
zijnde telkens geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen
telkens valselijk heeft opgemaakt , immers heeft zij, verdachte, telkens valselijk in strijd met de waarheid, -zakelijk weergegeven-
met betrekking tot (voornoemde budgethouders) [naam 2] en [naam 3] en [naam 8] en [naam 4] en [naam 5] en [naam 6]
- op voornoemde zorgovereenkomsten
* vermeld dat zij, verdachte, zorgverlener is voor voornoemde budgethouders, en/of
valse en/of vervalste handtekeningen van voornoemde budgethouders daarop geplaatst en/of heeft laten plaatsen, als ware die formulieren na invullen voor akkoord zijn getekend door voornoemde budgethouders, en/of
- op voornoemde declaratieformulieren
* (zorg)uren en/of (zorg)tarieven verantwoord terwijl geen zorg was verleend en/of
* meer (zorg)uren aangegeven dan er daadwerkelijk waren verleend en
* een of meer zorgverlener(s)/personen en/of namen van zorgverlener(s) vermeld met daarbij beschreven de hoeveelheid door die zorgverlener(s)/personen uren verleende zorg, terwijl die genoemde zorgverlener(s) en/of personen in het geheel geen, althans minder uren zorg heeft/hebben verleend en
- ( op) voornoemde verantwoordingsformulier(en)
* vermeld en/of laten vermelden dat er geldbedragen door voornoemde budgethouders aan verdachte zijn betaald voor de geleverde zorg(uren), terwijl in het geheel geen, althans minder uren zorg is/zijn verleend, waardoor verdachte geen, althans minder, recht hadden op die geldbedrag(en) en/of
* valse en/of vervalste handtekeningen (van de budgethouders daarop geplaatst en/of heeft laten plaatsen, als ware die formulieren na invullen voor akkoord zijn getekend door de budgethouders
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of (door anderen) doen gebruiken.
en
B.
zij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met eenander opzettelijk
zorgovereenkomsten PGB en declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ en verantwoordingsformulieren,
waaronder
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 1] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 24 mei 2013 en
• één zorgovereenkomst PGB betreffende [naam 1] met als zorgverlener [naam medeverdachte] d.d. 02 juni 2013 en
• declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 1] met als zorgverlener [naam medeverdachte] met betrekking tot de maanden mei 2013 en augustus 2013, en
• declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 1] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden juni 2013 en juli 2013 en
• verantwoordingsformulieren betreffende budgethouder [naam 1] , met als zorgverlener [naam medeverdachte] en/of [naam verdachte] met betrekking tot de maanden mei 2013 tot en met juni 2014
en
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 7] met als zorgverlener [naam medeverdachte] d.d. 01-11-14
• verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 7] met als zorgverlener [naam medeverdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014
en
zijnde telkens geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen telkens valselijk hebben opgemaakt, immers hebben zij, verdachte, en haar mededader telkens valselijk in strijd met de waarheid, -zakelijk weergegeven-
met betrekking tot (voornoemde budgethouders) [naam 1] en [naam 7]
- op voornoemde zorgovereenkomst(en)
* aangevraagd en/of omgezet en/of ingevuld en/of vermeld dat zij, verdachte, en/of haar mededader zorgverlener is/zijn voor voornoemde budgethouder(s), en/of
* valse en/of vervalste handtekeningen van voornoemde budgethouders daarop geplaatst , als ware die formulieren na invullen voor akkoord getekend door voornoemde budgethouders, en
- op voornoemde declaratieformulieren
* (zorg)uren en/of (zorg)tarieven verantwoord en/of laten verantwoorden, terwijl geen zorg was verleend en
* meer (zorg)uren aangegeven dan er daadwerkelijk was/waren verleend en/of
* een of meer zorgverlener(s)/personen en/of namen van zorgverlener(s) vermeld met daarbij beschreven de hoeveelheid door die zorgverlener(s)/personen uren verleende zorg, terwijl die genoemde zorgverlener(s) en/of personen minder uren zorg heeft/hebben verleend en
- op voornoemde verantwoordingsformulieren
* vermeld dat er geldbedragen door voornoemde budgethouders aan verdachte en haar mededader) is/zijn betaald voor de geleverde zorg(uren), terwijl in het geheel geen, althans minder uren zorg /zijn verleend, waardoor verdachte en/ haar mededader geen, althans minder, recht hadden op die geldbedragen envalse en/of vervalste handtekening(en) (van de budgethouder(s)) daarop geplaatst , als ware dat/die formulier(en) na invullen voor akkoord is/zijn getekend (door de budgethouder(s))zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken
2.
A.
zij in de periode van in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 in Nederland ,
meermalen, telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels,
zorgverzekeraars en/of uitkeringsinstanties, te weten Agis en/of Achmea en/of het Zilveren Kruis heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (totaal circa
370.661,58 euro) hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en/ bedrieglijk en/in strijd met de waarheid
-zich (in het kader van een Persoonsgebonden Budget) voorgedaan als zorgverlener van (de volgende budgethouders):
* [naam 2] en
* [naam 3] en
* [naam 8] en
* [naam 4] en
* [naam 5] en
* [naam 6]
en- zorgovereenkomsten PGB ten behoeve van voornoemde budgethouders aangevraagd en/of ingevuld en/of om (laten) zetten en/of ondertekend,
en
- declaratieformulieren en/of verantwoordingsformulieren van voornoemde zorgkantoren ingevuld en/of ondertekend en/of daarop aangekruist en/of aangegeven dat zij betaalde zorg heeft geleverd aan voornoemde budgethouders (in de periode januari 2013 tot en met december 2014)
en
- handtekeningen van voornoemde budgethouders op voornoemde zorgovereenkomsten en/of verantwoordingsformulieren ingevuld/gezet/geplaatst,
waardoor voornoemde zorgkantoren werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
en
B.
zij in de periode van in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander,
meermalen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels,
zorgverzekeraars en/of uitkeringsinstanties, te weten CZ en Agis heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (totaal circa 161.840 euro ) hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en/ bedrieglijk en/in strijd met de waarheid
-zich (in het kader van een Persoonsgebonden Budget) voorgedaan als zorgverlener(s) van (de volgende budgethouders):
* [naam 1] en
* [naam 7] en- zorgovereenkomsten PGB ten behoeve van voornoemde budgethouders aangevraagd en/of ingevuld en/of om (laten) zetten en/of ondertekend,
en
- declaratieformulieren en/of verantwoordingsformulieren van voornoemde zorgkantoren ingevuld en/of ondertekend en/of daarop aangekruist en/of aangegeven dat zij en/of haar mededader betaalde zorg heeft/hebben geleverd aan voornoemde budgethouders (in de periode januari 2013 tot en met december 2014)
en
- handtekeningen van voornoemde budgethouders op voornoemde zorgovereenkomsten en/of verantwoordingsformulieren ingevuld/gezet/geplaatst,
waardoor voornoemde zorgkantoren werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1A.
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
1B.
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
2A.
oplichting, meermalen gepleegd
2B.
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met haar partner schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting door gedurende een periode van twee jaar te frauderen met PGB-gelden. Zij heeft voor diverse budgethouders – onder wie ook haar eigen vader – een PGB aangevraagd dan wel omgezet, heeft zich in de aanvraag voorgedaan als zorgverlener en heeft vervolgens bij verschillende zorgkantoren zorg gedeclareerd en verantwoord. Zij deed dit terwijl er niet of nauwelijks zorg aan de betreffende budgethouders werd verleend en deelde de PGB-gelden in de meeste gevallen met familieleden van de budgethouders, met wie ze hierover vooraf afspraken had gemaakt. De budgethouders zelf waren hiervan in de meeste gevallen niet op de hoogte. De verdachte voorzag kennelijk op deze wijze in haar inkomen en heeft de PGB-gelden die zij heeft ontvangen onder meer besteed aan twee luxe auto’s waar zij in reed. Door op deze wijze te handelen heeft de verdachte op schaamteloze wijze misbruik gemaakt van het PGB-systeem. Zij heeft geen oog gehad voor de schadelijke gevolgen hiervan voor de regelgeving van de PGB’s en de mensen die met behulp daarvan juist op een adequate manier in hun zorgbehoefte moesten voorzien. Fraude met sociale voorzieningen kan uiteindelijk gevolgen hebben voor het op hetzelfde niveau voorbestaan van dergelijke voorzieningen. De verdachte heeft er geen blijk van gegeven dat zij het kwalijke van haar handelen inziet. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zeer aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 juli 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gezien de ernst van de feiten en de hoogte van het benadelingsbedrag (ruim € 532.000,-) kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal dan ook een zwaardere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, nu de gevorderde straf op geen enkele wijze rechtdoet aan de ernst van de feiten en de hoogte van het benadelingsbedrag. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
In het voordeel van de verdachte houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop van de strafzaak. De redelijke termijn is met ruim acht maanden overschreden. Bij niet-overschrijding van de redelijke termijn zou een gevangenisstraf van 18 maanden zijn opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank thans een gevangenisstraf van 15 maanden passend en geboden.

9.In beslag genomen voorwerpen

9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de goederen met goednummers 72, 73, 75, 76, 77, 78, 85, 86 en 87 verbeurd te verklaren en de overige goederen terug te geven aan de beslagene.
9.2.
Beoordeling
De in beslag genomen goederen met goednummers 72, 73, 75, 76, 77, 78, 85, 86 en 87 zullen worden verbeurd verklaard. De bewezen feiten zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan.
Ten aanzien van de overige in beslag genomen goederen zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

10.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 130.514,00 aan materiële schade.
10.1.
Standpunt officier van justitie
De vordering kan worden toegewezen met dien verstande dat in de zaak van de verdachte de vordering wordt toegekend tot een bedrag van € 66.782,00. Voor het overige dient de vordering te worden afgewezen.
10.2.
Beoordeling
De behandeling van de vordering van de benadeelde partij levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, aangezien niet eenvoudig is vast te stellen of er in het geheel geen zorg is verleend. Die discussie ligt nu voor aan de burgerlijke rechter. De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
10.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

12.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2, de goederen zoals opgenomen op de beslaglijst onder de nummers 72, 73, 75, 76, 77, 78, 85, 86 en 87;
- gelast de teruggave aan de verdachte van de goederen zoals opgenomen op de beslaglijst onder nummers 14, 44, 68, 69, 70, 71, 74, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 98, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 127, 128, 129, 130, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 143, 144, 145, 146, 147, 148, 149 en 150;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. L. Amperse en L. Daum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. B.A.M. Elst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 augustus 2019.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij op één of meer tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 te Rotterdam en/of Almere en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk
(een) zorgovereenkomst(en) PGB en/of declaratieformulier(en) Persoonsgebonden budget AWBZ en/of verantwoordingsformulier(en),
waaronder (onder meer)
A. Zaaksdossier [naam 1]
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 1] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 24 mei 2013 (p. 105) en/of
• één zorgovereenkomst PGB betreffende [naam 1] met als zorgverlener [naam medeverdachte] d.d. 02 juni 2013 (p. 111) en/of
• meerdere, althans één of meer declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 1] met als zorgverlener [naam medeverdachte] met betrekking tot de maanden mei 2013 en augustus 2013, (p. 117-119 en 128-129) en/of
• meerdere, althans één of meer declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 1] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden juni 2013 en juli 2013 (p. 120-127) en/of
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren betreffende budgethouder [naam 1] , met als zorgverlener [naam medeverdachte] en/of [naam verdachte] met betrekking tot de maanden mei 2013 tot en met juni 2014 (p. 146-153)
en/of
B. Zaaksdossier [naam 2]
• meerdere, althans één of meer zorgovereenkomst(en) PGB betreffende budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 02-01-2013 en 01-01-2014 (p. 45-50 en 75-79) en/of
• één wijziging zorgovereenkomst PGB betreffende van budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 15-05-2013 (p. 71-74)
• meerdere, althans één of meer declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden juli 2013 tot en met december 2013 (p. 51 - 62) en/of
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren PGB/AWBZ (2011), gericht aan budgethouder [naam 2] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014 (p. 23-32) en/of
en/of
C. Zaaksdossier [naam 3]
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 3] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 01-012-13 (p. 45-51)
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 3] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014 (p. 27-34) en/of
en/of
D. Zaaksdossier [naam 8]
• meerdere, althans één of meer zorgovereenkomsten PGB betreffende budgethouder [naam 8] met als zorgverlener [naam verdachte] d.d. 01-01-13 en 01-01-13 (p. 50-55 en p. 80-85) en/of
• meerdere, althans één of meer declaratieformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ, gericht aan budgethouder [naam 8] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden juli 2013 tot en met 31 december 2013 (p. 57-68)
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 8] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014 (p. 28-35) en/of
en/of
E. Zaaksdossier [naam 4]
• een verantwoordingsformulier Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 4] met als zorgverlener [naam 9] en [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2014 tot en met juni 2014 (p. 31-32)
en/of
F. Zaaksdossier [naam 5]
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 5] met als zorgverlener Skyzorg d.d. 21-3-13 (p. 46-51)
• een verantwoordingsformulier Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 5] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maand januari 2013 (p. 21-22) en/of
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 5] met als zorgverlener Skyzorg met betrekking tot de maanden maart 2013 tot en met 31 december 2014 (p. 23-31) en/of
en/of
G. Zaaksdossier [naam 7]
• één zorgovereenkomst PGB betreffende budgethouder [naam 7] met als zorgverlener [naam medeverdachte] d.d. 01-11-14 (p. 38-43)
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 7] met als zorgverlener [naam medeverdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met 31 december 2014 (p. 32-37) en/of
en/of
H. Zaaksdossier [naam 6]
• een verantwoordingsformulier Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 6] met als zorgverlener [naam verdachte] met betrekking tot de maanden januari 2013 tot en met april 2013 (p. 114-115) en/of
• meerdere, althans één of meer verantwoordingsformulieren Persoonsgebonden budget AWBZ betreffende budgethouder [naam 6] met als zorgverlener [naam medeverdachte] met betrekking tot de maanden april 2013 tot en met maart 2014 (p. 116-121)
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) valselijk in strijd met de waarheid,
-zakelijk weergegeven-
met betrekking tot (voornoemde budgethouders) lskander en/of Mushtaq en/of Malik en/of Djan en/of Kheil en/of Geujar en/of Hamdard en/of Azizi
- ( op) voornoemde zorgovereenkomst(en)
* aangevraagd en/of omgezet en/of ingevuld en/of vermeld dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) zorgverlener(s) is/zijn voor voornoemde budgethouder(s), en/of
* meerdere, althans een of meer (valse en/of vervalste) handtekening(en) (van voornoemde budgethouder(s)) daarop geplaatst en/of heeft/hebben laten plaatsen, als ware die/dat formulier(en) na invullen voor akkoord is/zijn getekend (door voornoemde budgethouder(s)), en/of
- ( op) voornoemde declaratieformulier(en)
* (zorg)uren en/of (zorg)tarieven verantwoord en/of laten verantwoorden, terwijl geen zorg was verleend en/of
* meer (zorg)uren aangegeven dan er daadwerkelijk was/waren verleend en/of
* een of meer zorgverlener(s)/personen en/of namen van zorgverlener(s) vermeld met daarbij beschreven de hoeveelheid door die zorgvelener(s)/personen uren verleende zorg, terwijl die genoemde zorgverlener(s) en/of personen in het geheel geen, althans minder uren zorg heeft/hebben verleend en/of
- ( op) voornoemde verantwoordingsformulier(en)
* vermeld en/of laten vermelden dat er een of meer geldbedrag(en) door voornoemde budgethouders aan verdachte en/of haar mededader(s) is/zijn betaald voor de geleverde zorg(uren), terwijl in het geheel geen, althans minder uren zorg is/zijn verleend, waardoor verdachte en/of haar mededaders geen, althans minder, recht hadden op dat/die geldbedrag(en) en/of
* meerdere, althans een of meer (valse en/of vervalste) handtekening(en) (van de budgethouder(s)) daarop geplaatst en/of heeft/hebben laten plaatsen, als ware dat/die formulier(en) na invullen voor akkoord is/zijn getekend (door de budgethouder(s))
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of (door anderen) doen gebruiken.
2.
zij in of omstreeks de periode van in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 te Rotterdam en/of Almere en/of Amsterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meer zorgverzekeraars en/of uitkeringsinstantie(s), te weten onder andere CZ en/of Agis en/of Achmea en/of het Zilveren Kruis en/of (een of meer) zorgkanto(o)r(en), in elk geval een of meer instantie(s) die betrokken zijn bij de uitvoering/uitbetaling/uitkering van PGB-gelden, in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of een of meer van haar mededader(s),
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (totaal circa 532.501,58 euro) in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-zich (in het kader van een Persoonsgebonden Budget) voorgedaan als zorgverlener(s) van (de volgende budgethouders):
* [naam 1] (zaak [naam 1] ) en/of
* [naam 2] (zaak [naam 2] ) en/of
* [naam 3] (zaak [naam 3] ) en/of
* [naam 8] (zaak [naam 8] ) en/of
* [naam 4] (zaak [naam 4] ) en/of
* [naam 5] (zaak [naam 5] ) en/of
* [naam 7] (zaak [naam 7] ) en/of
* [naam 6] (zaak [naam 6] ) en/of
- meerdere, althans één of meer zorgovereenkomst(en) PGB ten behoeve van voornoemde budgethouders aangevraagd en/of ingevuld en/of om (laten) zetten en/of ondertekend,
en/of
-meerdere, althans één of meer declaratieformulier(en) en/of verantwoordingsformulier(en) van voornoemde zorgkanto(o)r(en) ingevuld en/of ondertekend en/of daarop aangekruist en/of aangegeven dat zij en/of haar mededaders betaalde zorg heeft/hebben geleverd aan voornoemde budgethouder(s) (in de periode januari 2013 tot en met december 2014)
en/of
- meerdere, althans één of meer handtekening(en) van voornoemde budgethouder(s) op voornoemde zorgovereenkomst(en) en/of verantwoordingsformulier(en) ingevuld/gezet/geplaatst,
waardoor voornoemde zorgkanto(o)r(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
zij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2014 te
Rotterdam en/of Almere en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen
tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk telkens geldbedrag(en), in
totaal 415.996,58 euro (op de bankrekeningen van [naam verdachte] ) en/of in totaal
116.505,- euro (op de bankrekening van [naam medeverdachte] ), waaronder:
1.) 138.140,80 euro (zaak [naam 1] ) en/of
2.) 48.204,11 euro (zaak [naam 2] ) en/of
3.) 96.045,97 euro (zaak [naam 3] ) en/of
4.) 114.664,- euro (zaak [naam 8] ) en/of
5.) 45.043,21 euro (zaak [naam 4] ) en/of
6.) 33.539,58 euro (zaak [naam 5] ) en/of
7.) 31.086,00 euro (zaak [naam 7] ) en/of
8.) 21.087,- euro (zaak [naam 6] )
die geheel toebehoorden aan een ander dan aan verdachte en haar mededader, en
welke geldbedragen verdachte en haar mededader telkens uit hoofde van hun
beroep als zorgverlener/zorgcoördinator, in elk geval anders dan door misdrijf
onder zich hadden, telkens wederrechtelijk zich hebben toegeëigend.