In deze zaak heeft het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf, samen met de Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (hierna: RAS), de besloten vennootschap Hypress Maasdam B.V. aangeklaagd om te worden veroordeeld tot betaling van pensioenpremies. De gedaagde, Hypress Maasdam, viel volgens de eiseressen binnen de werkingssfeer van het pensioenfonds en was verplicht om premies te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoogte van de premies ambtshalve kon worden vastgesteld, omdat Hypress Maasdam de gevraagde gegevens niet had aangeleverd. De eiseressen hebben hun vordering verminderd, waarbij zij de premies over de jaren 2012 tot en met 2017 hebben gecrediteerd naar nihil. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Hypress Maasdam onder de werkingssfeer van het pensioenfonds valt, op basis van de SBI-codes in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Hypress Maasdam heeft betwist dat zij onder deze werkingssfeer valt, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gegevens in het Handelsregister leidend zijn. De kantonrechter heeft de vorderingen van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke handelsrente. Hypress Maasdam is ook veroordeeld in de proceskosten.