ECLI:NL:RBROT:2019:6510

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
7067083 \ CV EXPL 18-29182
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. E. van Schouten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van pensioenpremies door bedrijfstakpensioenfonds

In deze zaak heeft het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf, samen met de Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (hierna: RAS), de besloten vennootschap Hypress Maasdam B.V. aangeklaagd om te worden veroordeeld tot betaling van pensioenpremies. De gedaagde, Hypress Maasdam, viel volgens de eiseressen binnen de werkingssfeer van het pensioenfonds en was verplicht om premies te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoogte van de premies ambtshalve kon worden vastgesteld, omdat Hypress Maasdam de gevraagde gegevens niet had aangeleverd. De eiseressen hebben hun vordering verminderd, waarbij zij de premies over de jaren 2012 tot en met 2017 hebben gecrediteerd naar nihil. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Hypress Maasdam onder de werkingssfeer van het pensioenfonds valt, op basis van de SBI-codes in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Hypress Maasdam heeft betwist dat zij onder deze werkingssfeer valt, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gegevens in het Handelsregister leidend zijn. De kantonrechter heeft de vorderingen van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke handelsrente. Hypress Maasdam is ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7067083 \ CV EXPL 18-29182
uitspraak: 16 augustus 2019
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van

1.de stichting

Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak - en Glazenwassersbranche,
gevestigd te 's-Hertogenbosch en
2. de stichting
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf,
gevestigd te Utrecht,
eiseressen,
gemachtigde: Vesting Finance Incasso B.V.,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hypress Maasdam B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: drs. P.A.C. Burgman RB.
Partijen worden hierna aangeduid als respectievelijk “RAS”, “het Bedrijfstakpensioenfonds” en “Hypress Maasdam”.

1.Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het vonnis van 23 november 2018 en de daarin genoemde processtukken;
  • het proces-verbaal van de op 10 januari 2019 gehouden comparitie van partijen, met pleitnotities aan de zijde van Hypress Maasdam;
  • de akte uitlating, tevens akte vermindering van eis, aan de zijde van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds;
  • de aantekeningen van de mondelinge reactie van Hypress Maasdam van 18 juni 2019, met als bijlage verweernotities, met producties.
De kantonrechter heeft vervolgens de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Overgenomen wordt hetgeen in het vonnis van 23 november 2018 is overwogen en beslist. Dit betekent dat op het beroep op verjaring van Hypress Maasdam niet opnieuw zal worden ingegaan. Hierop is immers al beslist.
2.2.
RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds hebben na de comparitie van partijen hun eis verminderd, omdat zij ambtshalve de aanslagen over de periode 2012 t/m 2017 hebben gecrediteerd naar nihil. Dit betekent dat de vordering van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds er nu als volgt uit ziet:
RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds hebben na vermindering van eis gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Hypress Maasdam te veroordelen om:
aan RAS te betalen € 2.087,09 aan hoofdsom (premies) en € 378,78 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 2.087,09 vanaf 17 januari 2018 tot aan de datum van de voldoening;
aan het Bedrijfstakpensioenfonds te betalen € 23.227,27 aan hoofdsom (premies) en € 4.216,05 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 23.227,27 vanaf 17 januari 2018 tot aan de datum van voldoening.
Tevens hebben RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds verzocht Hypress Maasdam te veroordelen in de proceskosten die zij allebei hebben moeten maken.
2.3.
Hypress Maasdam heeft inhoudelijk nader gereageerd. Op haar (nader) verweer en op de stellingen van eiseressen zal in het onderstaande – waar van belang – worden ingegaan.
Werkingssfeer
2.4.
In deze zaak zal eerst de vraag moeten worden beantwoord of Hypress Maasdam onder de werkingssfeer valt van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds.
2.5.
In artikel 1 van de algemeen verbindend verklaarde cao voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf (hierna: de cao) is opgenomen dat onder “schoonmaakbedrijf, dan wel glazenwassersbedrijf” wordt verstaan: iedere onderneming, die haar hoofd- of nevenberoep maakt van het regelmatig of eenmalig schoonmaken, dan wel glazenwassen in, op of aan gebouwen, woningen, terreinen en/of verkeersmiddelen, een en ander in de ruimste zin van het woord.
2.6.
RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds hebben tijdens de comparitie van partijen nader toegelicht dat op basis van de in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) opgenomen SBI-code is aangenomen dat Hypress Maasdam werkzaam is in de schoonmaakbranche en dus onder de werkingssfeer valt van de cao en daarom premies moet betalen aan RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds. Tevens hebben RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds gewezen op de financiële jaarverslagen van Hypress Maasdam waarin onder “activiteiten” is opgenomen dat Hypress Maasdam tot doel heeft het uitoefenen van het reinigingsbedrijf, in het bijzonder op het gebied van gevels, gebouwen, industriële objecten, machines, motoren en dergelijke.
2.7.
Hypress Maasdam heeft echter betwist dat zij onder de werkingssfeer valt. Volgens haar worden de SBI-codes door de KvK ingevuld en wordt daar nooit naar gekeken. Hypress Maasdam deed voornamelijk aan gevelrenovatie. Gevelreiniging was onderdeel daarvan. De daadwerkelijke werkzaamheden (gevelrenovatie) hebben niets te maken met de schoonmaakbranche.
2.8.
De kantonrechter is van oordeel dat RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds moeten kunnen afgaan op de gegevens die in het Handelsregister van de KvK zijn opgenomen. In die gegevens is als SBI-code opgenomen ‘Interieurreiniging van gebouwen’ en ‘Gevelonderhoud’, zodat RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds er terecht vanuit zijn gegaan dat Hypress Maasdam onder de werkingssfeer van de cao valt. Ook al is er – kennelijk – ook een andere soort activiteit (geweest), dit neemt niet weg dat reiniging op zijn minst een ‘nevenberoep’ in de zin van de cao is (geweest) (zie hierboven onder 2.4.). Het had op de weg van Hypress Maasdam gelegen om de gegevens in het Handelsregister van de KvK te controleren en aan te passen als die niet correct waren. Dat heeft zij echter niet gedaan. Voorts blijkt uit de financiële jaarstukken ook dat Hypress Maasdam zelf haar activiteit omschrijft als het uitoefenen van een reinigingsbedrijf. Dit ondersteunt ook de stelling van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds dat sprake is van werkzaamheden in de schoonmaakbranche. Hypress Maasdam heeft overigens evenmin met stukken onderbouwd dat haar hoofdactiviteit gevelrenovatie was en zij daarom niet tot de schoonmaakbranche behoorde. De conclusie is dat Hypress Maasdam wel onder de werkingssfeer van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds valt, zodat zij premieplichtig is.
Postbezorging
2.9.
Hypress Maasdam heeft gesteld dat zij de brieven van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds nooit heeft ontvangen. De kantonrechter is van oordeel dat dit voor rekening en risico van Hypress Maasdam komt, omdat zij het bezoekadres in het Handelsregister van de KvK niet heeft aangepast. Het was voor RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds derhalve niet duidelijk dat het bezoekadres niet meer gebruikt werd door Hypress Maasdam. Pas nadat RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds in deze procedure een deurwaarder hadden ingeschakeld zijn zij hierachter gekomen. De kantonrechter volgt Hypress Maasdam niet in haar stelling dat het op de weg van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds had gelegen om eerder nader onderzoek naar het juiste adres te doen. Het had juist op de weg van Hypress Maasdam gelegen om ervoor te zorgen dat het juiste adres in het Handelsregister van de KvK was opgenomen. Ook hier geldt dat overheden, bedrijven en burgers moeten kunnen uitgaan van de gegevens in het Handelsregister van de KvK.
Premiebedragen
2.10.
Nu vast staat dat Hypress Maasdam onder de werkingssfeer valt en premieplichtig is, zal de vraag beantwoord moeten worden of de door RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds opgelegde premies juist zijn. Door de eisvermindering betreft het alleen nog de premies over de jaren 2010 en 2011.
2.11.
RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds hebben toegelicht dat zij ondanks meerdere verzoeken niet de benodigde loon- en premiegegevens hebben ontvangen. Daarom hebben zij ambtshalve de verschuldigde premie vastgesteld en in rekening gebracht middels de nota’s.
Volgens RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds (repliek, randnummer 27) is Hypress Maasdam verplicht om elektronisch de volgende gegevens te verstrekken:
  • FBO-loonsom;
  • WFSV-dagen;
  • Pensioengevend loon;
  • Uitbetaalde uren;
  • Datum in dienst;
  • Datum uit dienst;
  • Code beroep;
  • Aantal contracturen;
  • Code CAO;
  • Deelfondsen en af te dragen premies.
2.12.
Hypress Maasdam is na de comparitie van partijen door RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds in de gelegenheid gesteld om deze gegevens alsnog aan te leveren. Volgens RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds is dit niet gebeurd, zodat zij hun vorderingen handhaven.
2.13.
Hypress Maasdam heeft niet weersproken dat zij niet de juiste gegevens heeft aangeleverd, maar zij heeft gewezen op een productie bij haar verweernotities van 18 juni 2019. Dit is een overzicht met salarissen van 2010 en 2011. Zij heeft toegelicht dat in 2010 en 2011 nog maar twee werknemers actief waren binnen Hypress Maasdam: de heren [naam werknemer 1] en [naam werknemer 2] . De salarissen van de andere vier oud-werknemers zijn – op verzoek van de koper van de onderneming – tijdelijk voorgeschoten door Hypress Maasdam en daarna doorbelast aan de koper. Tevens heeft Hypress Maasdam twee verklaringen overgelegd van [naam werknemer 1] en [naam werknemer 2] . Zij hebben verklaard dat zij inactief waren en feitelijk niet gewerkt hebben voor Hypress Maasdam in 2010 en 2011.
2.14.
De kantonrechter is van oordeel dat hetgeen Hypress Maasdam heeft overgelegd onvoldoende is om te oordelen dat de premies door RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds verkeerd zijn berekend. Onvoldoende staat immers vast dat inderdaad is afgesproken dat de salarissen van vier werknemers zijn voorgeschoten voor de nieuwe koper en dat de genoemde twee werknemers helemaal geen werkzaamheden verricht hebben in 2010 en 2011. Hypress Maasdam legt wel een eigen overzicht met cijfers over, maar bijvoorbeeld geen loonstroken of andere documentatie. Daarnaast heeft Hypress Maasdam niet de onder 2.11. genoemde verplichte gegevens overgelegd. Het gevolg hiervan is dat RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds op grond van hun reglementen de premies zelf mochten vaststellen op basis van de wel bij hun bekende gegevens en dat Hypress Maasdam aan deze vaststelling is gebonden. De door RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds gevorderde premiebedragen zullen daarom worden toegewezen.
2.15.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds in hun akte van 18 juni 2019 onder 10. hebben opgemerkt dat zij hun premievordering zullen wijzingen/verlagen zodra Hypress Maasdam de juiste loon- en premiegegevens verstrekt.
Buitengerechtelijke kosten
2.16.
RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds hebben voorts aanspraak gemaakt op de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter is van oordeel dat RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds in voldoende mate hebben gesteld en onderbouwd dat zij buitengerechtelijke incassowerkzaamheden hebben verricht. Het door RAS gevorderde bedrag (€ 378,78 inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: Besluit) bepaalde tarief, zodat dat bedrag zal worden toegewezen. Het door het Bedrijfstakpensioenfonds gevorderde bedrag komt niet overeen met het in het Besluit bepaalde tarief, zodat op grond van het Besluit een bedrag van € 1.218,80 inclusief btw zal worden toegewezen.
Wettelijke handelsrente
2.17.
Omdat Hypress Maasdam te laat is met betaling van de facturen, zal de kantonrechter op grond van artikel 6:119a BW de gevorderde wettelijke handelsrente toewijzen.
Proceskosten
2.18.
Hypress Maasdam zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat de conclusie van repliek veel slordigheden en fouten bevat, zal de kantonrechter daarvoor echter geen punt toekennen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Hypress Maasdam om aan RAS te betalen € 2.087,09 aan hoofdsom en € 378,78 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 2.087,09 vanaf 17 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt Hypress Maasdam om aan het Bedrijfstakpensioenfonds te betalen € 23.227,27 aan hoofdsom en € 1.218,80 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 23.227,27 vanaf 17 januari 2018 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt Hypress Maasdam in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds vastgesteld op € 1.065,30 aan verschotten en € 1.200,- aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punt met een waarde van € 480,- per punt);
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
31688