In deze zaak vordert Orim Energy B.V. betaling van een bedrag van EUR 1.785.872 van Bomin Deutschland GmbH & Co. KG en Bomin Belgium BVBA, met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een vermeende overeenkomst voor de levering van ultra low sulphur fuel oils (ULSFO) in 2017. Orim stelt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen op basis van een aanbod dat door Bomin is aanvaard. Bomin betwist echter dat er een bindende overeenkomst is gesloten en voert verweer tegen de vorderingen van Orim.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er in 2017 verschillende contacten en onderhandelingen hebben plaatsgevonden tussen Orim en Bomin over de levering van ULSFO. Orim heeft verschillende conceptcontracten aan Bomin gestuurd, maar deze zijn nooit door Bomin ondertekend. De rechtbank concludeert dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de voorwaarden niet duidelijk waren en er geen definitieve aanvaarding van het aanbod door Bomin heeft plaatsgevonden. De rechtbank wijst de vorderingen van Orim af en veroordeelt Orim in de proceskosten van Bomin.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en ondertekening van contracten in commerciële transacties, vooral in internationale contexten. De rechtbank oordeelt dat Orim niet voldoende heeft aangetoond dat er een bindende overeenkomst was en dat de risico's van de transactie niet goed waren afgedekt.