Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 mei 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis (de oproepingsbrief aan partijen) van de rechtbank van 14 november 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de akte overlegging producties tevens voorwaardelijke (incidentele) vordering ex art. 843a Rv van Allianz, met producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen.
2.De feiten in conventie en in reconventie
Uit de stukken blijkt dat er bij uw cliënt letsel aan de neus ontstaan. Wilt u ons laten weten hoe het letsel is ontstaan? Werd er een gordel gedragen?” Op de vragen van Allianz is van de zijde van [naam eiser] niet gereageerd.
De aansprakelijkheid inzake het ontstaan van de aanrijding wordt door ons erkend.”
Materiële schade
samenwonend, bijdrage voor ongeval 50%, matig beperkt, derhalve
€ 43,00 per week € 559,00
gemiste uren overeenkomst beëindigd i.v.m. beperkingen (…) € 2.500,00
Tegenstrijdigheden
3.Het geschil
in conventie
(ii) Allianz zal veroordelen om binnen zeven dagen na het te wijzen vonnis de registratie van de persoonsgegevens van [naam eiser] in haar incidentenregister(s) ongedaan te maken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel dat Allianz hiermee in gebreke blijft, en
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
volledigte vergoeden.
In de schadestaat heeft [naam eiser] nog een aantal andere schadeposten vermeld die met de door hem gestelde pijnklachten aan de nek in verband kunnen worden gebracht. In de eerste plaats is dat het bedrag voor huishoudelijke hulp van € 509,= en € 540,=, in totaal € 1.049,=. Allianz heeft onweersproken erop gewezen dat [naam eiser] ten tijde van het onderzoek bij zijn ouders woonde en dat het vragen om vergoeding voor huishoudelijke hulp dan in elk geval niet volledig zal kunnen worden gehonoreerd. Met de pijnklachten aan de nek kan voorts de post ‘verlies aan verdienvermogen’ op de schadestaat in verband worden gebracht. Daarvoor is daarop een ‘lumpsum’ (zie de brief van de advocaat van [naam eiser] van 19 april 2016) ten bedrage van € 2.500,= opgenomen. [naam eiser] heeft echter niet aangetoond dat feitelijk sprake is geweest van uitval van werk bij PostNL (via uitzendbureau Randstad), laat staan dat hij heeft aangetoond dat hij door de aanrijding minder is gaan werken op basis van het nul-urencontract dat hij had. Op vergoeding van deze post als schade kan [naam eiser] dan ook geen aanspraak maken.
Met betrekking tot de gestelde concentratieproblemen, waardoor de studie van [naam eiser] in het slop is geraakt, is door [naam eiser] niet onderbouwd dat deze problemen zijn te beschouwen als een gevolg van de aanrijding. Ten slotte heeft [naam eiser] aan smartengeld een bedrag van € 2.500,= opgenomen in de schadestaat. Dat [naam eiser] in aanmerking komt voor smartengeld is door hem echter niet aannemelijk gemaakt en de rechtbank zou dat op basis van de gegevens die thans voorhanden zijn, afwijzen.
een risico voor de veiligheid en/of integriteitvan Allianz of de groep waartoe Allianz behoort, zoals in de Gedragscode bedoeld? Blijkens de toelichting op de artikel 4.5.3 van de Gedragscode moet bij de opname van verwijzingsgegevens (naw-gegevens en geboortedatum) van een betrokkene in het IVR steeds een zorgvuldige afweging worden gemaakt voordat verwijzingsgegevens worden opgenomen. De toelichting vermeldt op de vermelde plaats: