In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Havensteder (eiseres) en een huurder (gedaagde) die in een 55+ complex woont. De huurovereenkomst tussen partijen bestaat sinds 6 juni 2017. Havensteder heeft de huurder gedagvaard vanwege ernstige overlast die hij veroorzaakt aan buren en omwonenden, waaronder seksueel getinte, agressieve en intimiderende opmerkingen, geluidsoverlast en verstoring van bijeenkomsten. De huurder heeft een huurachterstand van € 2.826,40 en heeft eerder een laatste waarschuwing ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de huurder betwist overlast te veroorzaken, maar erkend dat hij onder invloed van drank vervelend gedrag vertoont. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Havensteder een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming van de woning, gezien de ernstige overlast en de huurachterstand. De rechter heeft de huurder veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, en tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke kosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.