In deze beschikking van 1 augustus 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam geoordeeld over een verzoek van de bewindvoerder tot benoeming van een vereffenaar voor de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van de Vrouw en de Man. De bewindvoerder, die optreedt in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling van de Vrouw, verzocht de rechtbank om mr. dr. R.E. Brinkman aan te stellen als vereffenaar, omdat er geen overeenstemming was bereikt met de curator over de verdeling van de gemeenschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewindvoerder niet-ontvankelijk is in haar verzoek op basis van artikel 3:193 BW, omdat zij niet kan worden aangemerkt als schuldeiser in de zin van dit artikel. De rechtbank heeft daarbij de relevante feiten en de juridische context in overweging genomen, waaronder de negatieve vermogenspositie van de gemeenschap en de rol van de curator. De rechtbank heeft de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten van de curator, die zijn begroot op € 1.086,-. De rechtbank heeft partijen aangeraden om in goed overleg tot een plan van verdeling te komen, of om mediation te overwegen. De beschikking is openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.