2.2.In het rapport van bevindingen (rapport) van 25 september 2017 staat dat de waarden voor de groei van de bacterie Listeria monocytogenes (Lm) op de door eiseres tijdens het bedrijfsbezoek overhandigde print van de uitgevoerde ComBase modellering op forel, paling en zalm, de inspecteur verrassend laag voorkwamen in vergelijking met modelleringen van vergelijkbare producten bij andere bedrijven. De waarden voor de zuurgraad (Ph) en wateractiviteit (Aw) waren ook niet zo laag voor de producten van eiseres dat daarvan een sterke groeivertraging verwacht mocht worden. Desgevraagd heeft H.J.M.H. Rietveld, adviseur voedselveiligheid van eiseres, gezegd dat het gebruikte ComBase model geen zogenaamde lag fase kent. Een lag fase is een fase waarin Lm nog geen groei vertoont, omdat ze zich eerst moet adapteren aan het betreffende levensmiddel in de betreffende omgeving en waardoor wordt aangenomen dat gedurende meerdere dagen geen groei van Lm plaatsvindt in een product. De inspecteur acht deze aanname niet valide en niet de “worst case”-benadering die de NVWA hanteert, namelijk dat nabesmetting van een product met Lm direct leidt tot een uitgroei van Lm. Na het bedrijfsbezoek is, op grond van beoordeling door P.H. in ’t Veld, microbioloog en wetenschappelijk medewerker van de NVWA, aan de inspecteur gebleken dat de verstrekte ComBase modelleringen niet goed waren uitgevoerd, omdat voor de variabele physiological state een waarde van “2.0 e-2” was ingevuld, die zorgt voor een uitgestelde groei van Lm en dus een zogenoemde lag fase. Verder is bij elk temperatuurprofiel (4-7-9 graden) een lag fase toegepast, waardoor sprake is van drie maal uitgestelde groei wat volgens de inspecteur een volledig verkeerde uitkomst geeft.
Op 6 juni 2017 heeft de inspecteur zelf een ComBase modellering zonder lag fase toegepast op de producten van eiseres, waaruit bleek dat de groei van Lm in deze producten bij zowel 15 als 21 dagen aanzienlijk groter was dan uit de door eiseres uitgevoerde modelleringen bleek. Geconcludeerd is daarom dat door eiseres niet de vereiste studies zijn gedaan om na te gaan dat gedurende de gehele houdbaarheidstermijn aan de voedselveiligheidscriteria wordt voldaan.
3. Bij brief van 3 oktober 2017 heeft verweerder zijn voornemen aan eiseres kenbaar gemaakt om een boete op te leggen, waarna eiseres op 16 oktober 2017 haar zienswijze heeft ingediend. Vervolgens heeft verweerder bij het primaire besluit aan eiseres een bestuurlijke boete opgelegd van € 525,- wegens de op 29 mei 2017 geconstateerde overtreding van artikel 2, derde lid, van het Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2015 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen.
4. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de producten van eiseres vallen onder categorie 1.2 van bijlage I bij Verordening (EG) 2073/2005, waardoor eiseres verplicht is om houdbaarheidsstudies uit te voeren. De warmtebehandeling van de producten van eiseres vindt plaats halverwege het productieproces, waardoor tijdens verdere verwerking kans bestaat op herbesmetting met Lm. Of de verwerkingsruimten al dan niet vrij van Lm zijn is niet relevant voor de vraag of sprake is van een kant-en-klaar levensmiddel dat als voedingsbodem voor Lm kan dienen. Uit het Technical Guidance Document for conducting shelf-life studies on Listeria monocytogenes in ready-to-eat foods (Technical Guidance Document) en het Interpretatiedocument NVWA m.b.t. Verordening (EG) nr. 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (Interpretatiedocument) blijkt dat groeivoorspellingen voor Lm zonder lag-fase moeten worden uitgevoerd. Door het stapelen van drie afzonderlijke modelleringen (vanwege het temperatuurprofiel 4-7-9 graden) is er sprake van drie keer uitgestelde groei wat een volledig verkeerde uitkomst geeft. Nu eiseres in haar ComBase-modellering is uitgegaan van uitgestelde groei, kan de daadwerkelijke groeivoorspelling van Lm niet vastgesteld worden op basis van de door eiseres verrichte studies. Hiermee staat vast de door eiseres verrichte houdbaarheidsstudies niet deugdelijk waren.
5. Eiseres voert in beroep aan dat haar producten onder categorie 1.3 van bijlage I bij Verordening (EG) 2073/2005 vallen, waardoor zij geen houdbaarheidsstudies hoeft te verrichten. In het productieproces wordt een afdoende warmtebehandeling gehanteerd waarbij in de praktijk een temperatuur van 72°C wordt gehaald, en het productieproces is Lm-vrij conform de Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP). De zuurgraad en wateractiviteit van het product doen dan – zo volgt uit de beslisboom in het Guidance document for Food Business Operators (FBO’s) - niet meer ter zake. Verder stelt eiseres dat zij wel aanvullende studies als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) 2073/2005 heeft verricht, namelijk de groeivoorspellingen met behulp van het ComBase-programma. Dat verweerder vindt dat in het ComBase-programma een onjuiste variabele is ingevoerd, doet hier niet aan af. Bovendien heeft de NVWA in een op 29 november 2018 gegeven presentatie aangegeven dat het Technical Guidance Document en het Guidance Document for FBO’s niet uitsluiten dat een lag fase wordt toegepast. Voorts betoogt eiseres dat het door verweerder in zijn berekeningen gehanteerde kiemgetal van 1 kve/g bij start houdbaarheidsdatum geen representatief uitgangspunt is, omdat de toegepaste warmtebehandeling Lm elimineert en geen nabesmetting kan plaatsvinden.
Eiseres stelt dat verweerder eerst met eiseres had moeten overleggen over de te hanteren parameters voor groeivoorspellingen alvorens een boete op te leggen, nu uit het Guidance Document for FBO’s en Verordening (EG) 2073/2005 volgt dat rekening gehouden moet worden met de inherente variabiliteit van het product, de desbetreffende micro-organismen en de verwerkings- en opslagomstandigheden, of dat verweerder eiseres in de gelegenheid had moeten stellen nieuwe berekeningen aan te leveren.
Tot slot stelt eiseres dat een eventuele overtreding niet aan haar toerekenbaar is, er is sprake van afwezigheid van alle schuld. Eiseres heeft te goeder trouw houdbaarheidsstudies verricht terwijl deze volgens haar niet vereist zijn. Zij heeft derden, waaronder een oud-inspecteur van de NVWA, ingehuurd om deze studies op de juiste wijze te verrichten. De door verweerder gegeven informatie over de verplichtingen uit Verordening (EG) 2073/2005 is bovendien onduidelijk.
6. Door verweerder is niet weersproken dat de producten van eiseres een afdoende warmtebehandeling ondergaan gedurende het productieproces waarbij de Lm wordt geëlimineerd. Uit voetnoot 4 bij levensmiddelencategorie 1.3 in hoofdstuk 1 van bijlage I bij Verordening (EG) 2073/2005 volgt echter dat na deze warmtebehandeling vervolgens geen herbesmetting mag kunnen optreden. Verder geven Verordening (EG) 2073/2005 en het Guidance document for FBO’s onder meer producten die een warmtebehandeling in de eindverpakking ondergaan als voorbeeld van een product waarbij herbesmetting met Lm is uitgesloten. Hieruit leidt de rechtbank af dat herbesmetting na de warmtebehandeling volledig uitgesloten dient te zijn. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat het productieproces van eiseres, waarbij de producten na de warmtebehandeling op rekken worden vervoerd naar andere ruimten in de fabriek, waaronder de slachtruimte en de fileerruimte, om vervolgens handmatig gefileerd en verpakt te worden, herbesmetting met Lm na de warmtebehandeling niet volledig uitsluit. Het bemonsteren van verwerkingsruimten en voor voedselproductie gebruikte uitrusting vormt gelet op artikel 5, tweede lid, van Verordening (EG) 2073/2005 een aanvullende eis voor exploitanten van levensmiddelbedrijven die kant-en-klare levensmiddelen exploiteren waaraan een risico voor de volksgezondheid van Lm verbonden kan zijn. Deze aanvullende eis impliceert echter dat het risico op herbesmetting met Lm aanwezig is en sluit dit risico dus niet volledig uit. Dat bij onderzoek van deze bemonsteringen nooit Lm bij het bedrijf van eiseres is aangetroffen, zoals eiseres heeft benadrukt, betekent evenmin dat de mogelijkheid van herbesmetting uitgesloten is. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat verweerder de in het rapport genoemde producten van eiseres terecht heeft ingedeeld in categorie 1.2 van bijlage I bij Verordening (EG) 2073/2005, waardoor eiseres gehouden was om op grond van artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) 2073/2005 houdbaarheidsstudies conform bijlage II bij deze Verordening te verrichten.
7. Het in het aanvullend beroepschrift ingenomen standpunt van eiseres dat de door haar verrichte houdbaarheidsstudies wel op de juiste wijze zijn verricht, is in tegenspraak met de erkenning door de door eiseres ter zitting meegebrachte deskundigen dat het stapelen van drie afzonderlijke modelleringen, ieder met een eigen temperatuurprofiel en elk uitgevoerd met een lag-fase, zonder meer een verkeerde wijze is van het uitvoeren van een ComBase modellering. De gebrekkigheid van het door eiseres verrichte houdbaarheidsonderzoek kan dan ook niet worden toegeschreven aan onduidelijke wet- en regelgeving. Dat eiseres van mening is dat de door verweerder op haar producten uitgevoerde ComBase modellering uitgaat van verkeerde parameters, doet er verder niet aan af dat eiseres haar eigen ComBase modellering niet op de juiste wijze heeft verricht.
8. De rechtbank is van oordeel dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet kunnen leiden tot het oordeel dat er sprake is van geen dan wel verminderde verwijtbaarheid. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat de in artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) 2073/2005 neergelegde verplichting geen inspanningsverplichting is, maar een resultaatsverplichting die ertoe strekt dat studies overeenkomstig bijlage II bij deze Verordening worden verricht om na te gaan of gedurende de gehele houdbaarheidstermijn aan de microbiologische criteria in bijlage I van deze Verordening wordt voldaan. Aan deze resultaatsverplichting heeft eiseres – zoals onder 7. is overwogen – niet voldaan. Verweerder heeft eiseres bovendien op 27 november 2014, 8 juni 2015 en 15 maart 2016 gewaarschuwd dat de door haar verrichte houdbaarheidsstudies niet voldeden aan de daarvoor geldende eisen, waardoor verweerder aan eiseres voldoende gelegenheid heeft geboden om haar houdbaarheidsstudies te ontwikkelen en op correcte wijze toe te passen alvorens over te gaan tot het opleggen van een boete. Eiseres is verantwoordelijk voor de naleving van de uit Verordening (EG) 2073/2005 voortvloeiende verplichtingen en het is daarom aan haar om zich zo nodig te doen bijstaan door ter zake kundige adviseurs. Gebreken in de advisering door haar adviseurs komen voor rekening en risico van eiseres.
9. Dat aan eiseres aanvullend de verplichting is opgelegd om de afwezigheid van Lm in 25 gram per partij aan te tonen voordat deze producten de directe controle van eiseres hebben verlaten, heeft geen gevolgen voor de vaststelling van de overtreding. De verplichting om zogenaamde 25-grams-monsters te nemen volgt immers uit bijlage I bij Verordening (EG) 2073/2005, nu eiseres niet tot tevredenheid van de NVWA heeft kunnen aantonen dat haar producten gedurende de hele houdbaarheidstermijn aan de grenswaarde van 100 kve/g zullen voldoen.
10. De rechtbank komt tot de slotsom dat verweerder bevoegd was om op grond van artikel 32a van de Warenwet, gelezen in samenhang met artikel 2, derde lid van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen en artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) 2073/2005 aan eiseres een boete op te leggen voor de op 29 mei 2017 geconstateerde overtreding.
11. De beroepsgronden slagen niet. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Rop, voorzitter, en mr. M.C. Snel-van den Hout en
mr. R.H.L. Dallinga, leden, in aanwezigheid van mr. M.I. Hiemstra-Wijnands, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2019.
De griffier is buiten staatvoorzitter
de uitspraak te ondertekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: