13.Beslissing
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 3 primair en 7 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 subsidiair, 4, 5, 6, 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaar;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 3 (drie) jaren,inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
zich te onthouden van direct of indirect met:
- [naam slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum slachtoffer 1] 2005, [naam benadeelde 1] , geboren op [geboortedatum benadeelde 1] en [naam benadeelde 4] , geboren op [geboortedatum benadeelde 4] ;
- [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006, en [naam benadeelde 2] , geboren op [geboortedatum benadeelde 2] ;
- [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] 2001.
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 2 weken, met een totale duur van ten hoogste 6 (zes) maanden;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
legt als bijkomende straf op aan de verdachte:
- ontzetting van het recht tot uitoefening van beroepen waarin de veroordeelde werkzaam is met minderjarigen voor de duur van 8 (acht) jaren;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer de respectievelijk onder 1, 2, 3 en 4 vermelde harddisk (merk WD elements), computer (merk Dell), de harddisk (USB ICDU) en de laptop (merk Lenovo);
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 1] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van
€ 10.014,30 (zegge: tienduizend en veertien euro en dertig eurocent), bestaande uit € 14,30 aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 1] , te betalen
€ 10.014,30(hoofdsom,
zegge: tienduizend en veertien euro en dertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 april 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 10.014,30 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
85 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 2] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 2] , te betalen
€10.000,-(hoofdsom,
zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 10.000,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
85 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 3] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 3] , te betalen een bedrag van
€ 1.000,- (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 3] , te betalen
€ 1.000,-(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.000,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
20 dagen;toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. J.C.M. Persoon en D.I. Hendriks-van Wel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 juli 2019.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van
7 april 2014 tot en met 6 april 2017 te Rotterdam, althans in Nederland,
als docent
met [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2005,
die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
zijnde zijn minderjarige pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam, namelijk het een of meermalen
- brengen/houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [naam slachtoffer 1]
- brengen/houden van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of een dildo, althans een
voorwerp, in de vagina van die [naam slachtoffer 1] en/of
- betasten van de vagina en/of de borsten en/of knijpen in de borsten van die
[naam slachtoffer 1] en/of
- zich laten aftrekken door die [naam slachtoffer 1] ;
2.
hij op of omstreeks 2 januari 2019 te Gouda, althans in Nederland,
afbeeldingen, te weten foto's en/of video's
- en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en/of in bezit gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [naam bestand 6] )
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [naam bestand 5] )
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij
zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die
persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(bestandsnaam: [naam bestand 1] )
3.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van
7 april 2014 tot en met 6 april 2017 te Rotterdam, althans in Nederland,
een persoon te weten [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2005, van wie hij
wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren
nog niet had(den) bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige
te zijn van seksuele handelingen, immers heeft verdachte meermalen aan die [naam slachtoffer 1]
pornografische filmpjes laten zien;
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 7 april 2014 tot en met 6
april 2017 te Rotterdam, althans in Nederland,
een afbeelding en/of voorwerp en/of gegevensdrager, bevattende één of meer
afbeelding(en), waarvan de vertoning schadelijk was te achten voor personen
beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten (digitale) afbeeldingen en/of
(video)films voorstellende - kort gezegd- pornografische films, waarbij onder
andere te zien was/waren:
- een naakte vrouw die aan het touwtje springen was en/of
- een vrouw die (een persoon) aan het pijpen en/of aftrekken was en/of
- een man die op een naakte vrouw ging zitten,
aan een persoon waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs kon vermoeden
dat deze jonger is dan zestien jaar, te weten [naam slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum slachtoffer 1]
2005, door middel van een tablet, althans een gegevensdrager, heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
21 augustus 2016 tot en met 18 januari 2018
te Rotterdam en/of Gouda, in elk geval in Nederland,
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten met [naam slachtoffer 2]
(geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006), zijn minderjarige pupil, in elk geval een minderjarige die aan zijn, verdachtes, zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid is toevertrouwd handelingen heeft gepleegd die bestonden
uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk
het brengen en/of houden van zijn vinger(s) en/of een vibrator, althans een
voorwerp, in de vagina van die [naam slachtoffer 2] ;
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
19 januari 2018 tot en met 26 augustus 2018 te Rotterdam en/of Gouda,
in elk geval in Nederland,
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had
bereikt, te weten met [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006), zijn minderjarige pupil, in elk geval een minderjarige die aan zijn, verdachtes, zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid is toevertrouwd
buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
brengen en/of houden van zijn vinger(s) en/of een vibrator, althans een
voorwerp, in de vagina van die [naam slachtoffer 2] ;
6.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode
van 21 augustus 2016 tot en met 26 augustus 2018
te Rotterdam en/of Gouda, in elk geval in Nederland,
ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pupil, in elk geval een
minderjarige die aan zijn, verdachtes, zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid
is toevertrouwd, te weten [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006,
bestaande
die ontucht hierin dat hij, meermalen,
- die [naam slachtoffer 2] de opdracht heeft gegeven zichzelf te ontkleden en/of
- die [naam slachtoffer 2] in een (door hem verstrekte) string en/of topje heeft
laten dansen en/of poseren en/of
- de borsten en/of de vagina van die [naam slachtoffer 2] heeft betast;
7.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van
21 augustus 2016 tot en met 26 augustus 2018 te Gouda en/of Rotterdam, in elk
geval in Nederland,
een persoon te weten [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2016,
van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van
zestien jaren nog niet had(den) bereikt,
met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele
handelingen, immers heeft verdachte meermalen aan die [naam slachtoffer 2]
pornografische filmpjes laten zien;
hij
op een of meer tijdstippen in de periode van 21 augustus 2016 tot en met 26
augustus 2018 te Gouda en/of Rotterdam, in elk geval Nederland,
een afbeelding en/of voorwerp en/of gegevensdrager, bevattende één of meer
afbeelding(en), waarvan de vertoning schadelijk was te achten voor personen
beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten (digitale) afbeeldingen en/of
(video)films voorstellende - kort gezegd- pornografische films, waarbij onder
andere te zien was/waren:
- een of meerdere naakte, jonge dansende meisje(s) en/of
- dat een man zijn penis in de vagina van een meisje/vrouwspersoon stopte,
aan een persoon waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs kon vermoeden
dat deze jonger is dan zestien jaar, te weten [naam slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum slachtoffer 2]
2006, door middel van een computer, althans een gegevensdrager,
heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond;
8.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
2 september 2012 tot en met 18 juni 2014
te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pupil, in elk geval een
minderjarige die aan zijn, verdachtes, zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid
is toevertrouwd, te weten [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] 2001,
bestaande
die ontucht hierin dat hij, meermalen,
die [naam slachtoffer 3] in (een) (door hem verstrekte) string en/of bikini en/of sexy
kleding heeft laten dansen en/of poseren.
Parketnummer: 10/810499-18
van het op 11 juli 2019 uitgesproken vonnis in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. D. Duijvelshoff, advocaat te Amsterdam.
Na de uitspraak van het vonnis is de rechtbank gebleken dat het dictum een onmiddellijk kenbare fout bevat.
De rechtbank zal dit verzuim herstellen door verbetering van het dictum, waartoe het onderhavige vonnis strekt.
Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte door deze verbeterde lezing van het vonnis niet in zijn belangen geschaad.
- bepaalt dat de alinea uit het dictum met betrekking tot de oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel, op pagina 14 van voormeld vonnis, als volgt verbeterd dient te worden gelezen (wijziging schuingedrukt):
legt de veroordeelde op
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 3 (drie) jaren,inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
zich te onthouden van direct of indirect
contactmet:
- [naam slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum slachtoffer 1] 2005, [naam benadeelde 1] , geboren op [geboortedatum benadeelde 1] en
[naam benadeelde 4] , geboren op [geboortedatum benadeelde 4] ;
- [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006, en [naam benadeelde 2] , geboren op [geboortedatum benadeelde 2] ;
- [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] 2001;
verstaat dat haar beslissing van 11 juli 2019 voor het overige ongewijzigd blijft;
bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van 11 juli 2019 en dit vonnis per brief ter kennis doet brengen van de verdachte en de officier van justitie.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
mrs. J.C.M. Persoon en D.I. Hendriks-van Wel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier.
Mr. Persoon en Hendriks-van der Wel zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.