Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 juni 2019, met producties;
- de akte houdende producties met toelichting van VSH, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de akte houdende overlegging producties van Stedin, met producties;
- de aanvullende producties van VSH;
- de mondelinge behandeling gehouden op 9 juli 2019;
- de pleitnota van VSH;
- de pleitnota van Stedin.
2.De feiten
cash & debt free, dat wil zeggen te vermeerderen met de aanwezige cash, minus de verplichtingen en te vermeerderen of te verminderen met de werkkapitaalaanpassing.
- Uiterlijk vijf dagen voor
- VSH dient de
- Uiterlijk binnen 60 dagen na
- Indien Stedin het niet eens is met die
- Vervolgens diende partijen met elkaar te onderhandelen over de (Actual) cash, debt en werkkapitaalaanpassing en daarmee de
- Indien partijen geen overeenstemming bereiken over de koopprijsaanpassing kunnen zij deze bindend laten vaststellen door een
- De bindend vastgestelde koopprijsaanpassing dient te worden verrekend met de
Independent Expert)en het daarin vermelde artikel 16 van Schedule 6 bij de SPA luiden als volgt:
7.2. The Closing Accounts shall be drawn in accordance with (i) Schedule 2 (Determination Purchase Price), (ii) Law, (iii) consistent with past practice and (iv) as far as possible IFRS, so far that they shall show a true and fair view (getrouw beeld) of the financial position, assets, liabilities and results of the Company for the accounting reference period ending on the Closing Date. (…)”
and whereby “In case of a Tax Dispute” shall read “In case of a dispute referred to in clause 7.8 of this Agreement.”
16.1 In case of a Tax Dispute, each of the Seller and the Purchaser is entitled to nominate a reputable firm of tax advisers (belastingadviseurs) in the Netherlands and with international standing (…) to be the Independent Tax Adviser (…)
Warranty Schedulebij de SPA is opgenomen dat Stedin haar boeken altijd heeft opgemaakt volgens de wet en IFRS en dat haar boeken een getrouw beeld geven van de financiële toestand van JES.
8.3.3. Verlies
33.Gebeurtenissen na balansdatum
De lijst van zaken waarvan ik verwacht dat VSH nerveus wordt, is deze week langer geworden. Er lopen wel acties op alle punten.”
- Schade bestaande uit een brutomargeverlies van meer dan EUR 1.500.000 (de drempelwaarde) op (onder meer) lopende projecten (
- 50% van bepaalde boetes met betrekking tot vier (deel)projecten van Project Krimpen (de Krimpen Indemnity, 13.1.(g) SPA), waarbij is opgenomen dat indien een deel van bepaalde boetes niet valt onder de Krimpen Indemnity dit deel van de boete wel valt onder de
It is agreed that an amount equal to the contractual fines and penalties taken into account in the final Closing Accounts shall be repaid on a euro by euro basis if and to the extent they turn out not to be payable by the Company.”
Closing Accounts. Dit voorstel is door Stedin van de hand gewezen.
De RET-tegenvaller zetten we voorlopig op € 2 mio en niet € 3 mio. De logica daarvoor is dat we in een normale situatie helemaal geen voorziening zouden hebben getroffen maar eerst verder onderzoek zouden hebben gedaan om tot een betere schatting en begrip te komen. Gezien de snel nadere Closing hebben we besloten toch nu reeds een voorziening in de koopsomberekening op te nemen (...).”
We hebben besloten om de meerkosten voor RET op 2 miljoen te zetten. In de bepaling van de definitieve afrekening kan nog een aanpassing volgen. (...)”
Na meer uitvoerig onderzoek van de lopende projecten van JES kwam VSH tot de conclusie dat vijf (van de zes) van de deelprojecten van het project Krimpen volgens hen een reëel boeterisico met zich meebrengen, vanwege de vertragingen die in die deelprojecten zijn opgelopen. De projectleiding van JES schat die risico’s lager in, gezien ervaringen met boete-opleggingen en het verloop van deze projecten. In theorie kan voor de opgelopen vertragingen plus gemiste VNB-periodes een boete van max € 4,5 mio worden opgelegd, maar onze inschatting is een maximale boete van € 1,1 mio (50% van 50%) met een meer reële benadering en de verwachting is dat er in het geheel geen boetes zullen worden opgelegd indien goed en actief project- en klantmanagement wordt bedreven.(...)”
Er wordt nu in augustus een verlies geboekt op enkele projecten waarbij ook boetes op Krimpen deels worden meegenomen. Kunnen jullie bevestigen dat volgens de spa geen double counting kan ontstaan en Stedin via de indemnities na closing alsnog gestraft kan worden voor boet[e]s of reeds voor closing genomen projectverliezen?”
Estimated Purchase Pricevan € 22.833.000 aan VSH meegedeeld. Bij de aandelenoverdracht op 4 september 2018 heeft VSH deze koopprijs voldaan.
Closing Accountsopgesteld. In de
Closing Accountsheeft VSH de Purchase Price Adjustment vastgesteld op EUR -/- 17.924.000,-, waarmee de finale
Purchase Priceuitkomt op EUR 4.910.000,-.
Calculation Noticeheeft VSH de volgende zeven geschilpunten vermeld:
- 1 tot en met 3: 3 technische geschilpunten met een waarde van EUR 622k (die door Stedin zijn geaccepteerd);
- 4: Gestelde onjuiste brutomargeprognoses met betrekking tot de projecten Krimpen en RET met een waarde van EUR 1,428 miljoen (die in dit kort geding niet ter discussie staan);
- 5a en 5b: meerwerk (EUR 3,45 mio) en boetes (EUR 885k) bij project RET;
- 6a en 6b: meerwerk (EUR 2,35 mio) en boetes (EUR 281k) bij project RenSec;
- 7a en 7b: meerwerk (EUR 4,56 mio) en boetes (EUR 4,15 miljoen) bij project Krimpen.
Dispute Noticeverzonden aan VSH.
Dispute Noticeschrijft Stedin dat zij een koopprijsaanpassing van EUR 762.500,- accepteert (voor geschilpunten 1 tot en met 3 en 50% van 6b) en dat zij de overige aanpassingen betwist. In deze notitie stelt Stedin zich op het standpunt dat VSH ten onrechte projectrisico’s in de koopprijsaanpassingsregeling heeft betrokken en dat deze risico’s, voor zover van toepassing, moeten worden afgewikkeld volgens de in de SPA opgenomen vrijwaringsregeling.
Closing Accounts.
Independent Expertin de zin van artikel 7.8 van de SPA genomineerd. Deze nominatie is niet door Stedin geaccepteerd.
Independent Expertte nomineren. In antwoord hierop heeft de NBA aan VSH meegedeeld dat zij hiertoe enkel op gezamenlijk verzoek van partijen bereid is.
Independent Expert.
3.Het geschil
Closing Accountsis VSH gestuit op ongeveer EUR 14 miljoen aan kosten, schades en boetes, waarvan de data van de triggering events gelegen zijn vóór 1 september 2018. Deze posten dienen – ook op grond van de accountancyregels van Stedin – in de cijfers te worden verantwoord, waarna de door VSH betaalde koopprijs van EUR 23 miljoen dient te worden verminderd om zo te komen op de definitieve
Purchase Price.
Purchase Pricedient ingevolge artikel 7.8 SPA en artikel 16 Schedule 6 SPA door een bindend adviseur te worden beslecht, die dat binnen 60 werkdagen dient te doen. Hoewel daartoe gehouden heeft Stedin haar medewerking aan de benoeming van een bindend adviseur om ondeugdelijke redenen geweigerd. De in de SPA bedoelde
Independent Expertdient een accountant te zijn die kan vaststellen of de door VSH opgemaakte
Closing Accountseen getrouw beeld geven van de financiële toestand van de vennootschap op de datum van de Closing.
Portfolio Indemnityen de koopprijsvermindering voor de kostenoverschrijdingen binnen RenSec.
Independent Expertin de zin van 7.8 van de SPA) op dit moment niet het goede gremium voor de beslechting van het geschil.
4.De beoordeling
Independent Expert), waarbij NOB gelezen moet worden als NBA en belastingadviseur als accountant.
Estimated Purchase Price, een en ander gebaseerd op de geschatte cash, verplichtingen en werkkapitaalaanpassing per overdrachtsdatum.
Closing Accountsis VSH tot een koopprijsaanpassing gekomen van ruim EUR 17 miljoen, dat wil zeggen een bedrag bijna gelijk aan de koopprijs. Een klein deel van dit verschil is door Stedin aanvaard, terwijl van een ander deel (de kostenoverschrijding in project RenSec) tussen partijen inmiddels vaststaat dat het niet onder het bereik van artikel 7.8 van de SPA valt. Het onderhavige geschil ziet daarmee op een bedrag van ongeveer EUR 14 miljoen. Dit verschil is opvallend, aangezien zowel de
Estimated Purchase Priceals de
Closing Accountsvolgens artikel 7.2. van de SPA (zie 2.5) gebaseerd moeten zijn op cijfers die, in overeenstemming met
past practiceen zoveel mogelijk overeenkomstig IFRS, een getrouw beeld geven van de financiële toestand van JES op 31 augustus 2018.
Closing Accounts60 werkdagen de tijd had en zodoende meer en andere informatie ter beschikking had dan Stedin, is niet gebleken dat het verschil in berekening niet terug te voeren is op dat informatieverschil. Het gaat naar de voorzieningenrechter begrijpt om een verschil in waardering (in het werkkapitaal van JES) van de met de projecten RET, RenSec en Krimpen (mogelijk) te verwachten meerkosten en boetes.
Closing Accountsverantwoorde boetes euro voor euro dienen te worden terugbetaald. Ook in de e-mail van 28 augustus 2018 (zie 2.15) houdt Stedin rekening met de verantwoording van de boetes in de cijfers, waarbij zij wel (begrijpelijkerwijs) dubbeltelling in de vrijwaringsregeling wenst te voorkomen.
Estimated Purchase Priceervan is uitgegaan dat er geen Krimpen-boetes worden opgelegd (zie ook 2.14), heeft VSH deze voor ruim EUR 4 miljoen (volgens Stedin het maximumbedrag) opgenomen in de
Closing Accounts. Hieruit leidt de voorzieningenrechter af dat partijen ondanks hun uitvoerige onderhandelingen kennelijk geen overeenstemming hebben over de wijze waarop boetes voor de bepaling van de koopprijs in de cijfers dienden te worden verantwoord. Hierbij valt op dat Stedin de nadruk legt op haar
past practice, waarbij VSH uitgaat van IFRS en haar interpretatie van de accountancyregels van Stedin, zonder dat daarbij overigens duidelijk is op welke wijze de (omvang van de) te treffen voorzieningen dienen te worden bepaald.
triggering events, maar ook en vooral om de waardering van voor die gebeurtenissen te treffen voorzieningen. De verschillen op deze punten zijn dermate groot dat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat indien partijen wel overeenstemming zouden hebben gehad over de wijze waarop een en ander moet worden gewaardeerd, zij daarmee rekening zouden hebben gehouden bij de bepaling van de koopprijs. Deze verschillen roepen voorts vragen op over de gevoerde onderhandelingen, de uitgevoerde
due diligenceen de voor de overdracht gedeelde informatie. Voorzienbaar is dispuut over onderzoeks- en mededelingsplicht, respectievelijk over wat partijen over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moet er daarom thans van worden uitgegaan dat het onderhavige geschil breder is dan een zuiver accountancy-technisch geschil.
980,00