Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2017, met producties 1 tot en met 58,
- de conclusie van antwoord, met producties I tot en met XXXV,
- de brief van de rechtbank aan partijen van 23 mei 2018, waarin de rechtbank partijen heeft opgeroepen voor een comparitie van partijen,
- de ten behoeve van de comparitie overgelegde producties 59 tot en met 66 van de provincie,
- de ten behoeve van de comparitie overgelegde productie XXXVI van Avanzo c.s.
- het proces-verbaal van comparitie van 27 augustus 2018,
- de brief van mr. Ebels van 13 september 2018, met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van mr. Van der Bent van 17 september 2018, met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van mr. Ebels van 21 september 2018, in reactie op de brief van mr. Van der Bent.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verjaring
uitgevenvan het voorschot.
bestedingvan de subsidiegelden betreft niet voldoende gesteld of gebleken. Daarbij wordt nog overwogen dat, gezien het feit dat Darwin in ieder geval tot 2010 meerdere inkomstenbronnen had, niet inzichtelijk kan worden gemaakt op welk moment het voorschot precies is uitgegeven. Door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] c.s. is een kostenoverzicht overgelegd waaruit volgt dat in totaal bijna drie keer meer geld aan het project is uitgegeven dan als voorschot door de provincie aan Darwin is verstrekt. Het kan dus niet worden vastgesteld of Darwin het voorschot heeft gebruikt op een moment dat er vanuit mocht worden gegaan dat het project door zou gaan of daarna (vanaf 2010). [gedaagde 1] en [gedaagde 2] c.s. stellen overigens zelf (onder verwijzing naar het kostenoverzicht) dat het geld in 2008-2009 is besteed.
niet terugbetalenvan het voorschot. Dit verwijt valt uiteen in drie subverwijten, die hieronder aan de orde zullen komen.
5.De beslissing
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555– de namens haar te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met mei 2019 moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald,