Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser 2],
1.De procedure
- de stukken betreffende een op 21 oktober 2015 op verzoek van [eiser 1] op het zeeschip ‘ [naam zeeschip 1] ’ gelegd conservatoir beslag;
- de dagvaarding van 5 juli 2017 met producties E1 tot en met E5;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 20;
- de brief van de rechtbank van 1 november 2017 waarin de rechtbank partijen oproept voor een comparitie van partijen;
- de brief van de rechtbank van 22 februari 2018 met een agenda voor de comparitie;
- productie E6 van eisers;
- productie 21 van gedaagde;
- de comparitieaantekeningen vanwege eisers;
- de spreekaantekeningen vanwege gedaagde;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 april 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
- reparatiekosten en advocatenkosten EUR 647.368,38;
- expertisekosten GBP 22.421,51
- bedrijfsschade, eigen risico onder de
- advocatenkosten GBP 13.513,00;
- kosten van superintendency HKS 58.666,67;
- schade van [eiser 2] EUR 678.136,98.
4.De beoordeling
internationale zaak
actio in remkan worden ingesteld).
- een CD-ROM met AIS-beelden (productie E2);
- op schrift gestelde VDR reconstructie plots (productie 7 van Stolt);
- overzichten met de snelheden en koersen van de ‘ [naam zeeschip 2] ’ en de ‘ [naam zeeschip 3] ’ (producties E3 en E4);
- een overzicht van gesprekken gehoord op de VDR aan boord van de ‘ [naam zeeschip 3] ’ (productie 8 van Stolt); en
- het rapport van TMC (Marine Consultants) Ltd. (productie 21 van Stolt).
closest point of approachen de snelheid had geverifieerd.
“ [naam zeeschip 2] , [naam zeeschip 2] , [naam zeeschip 3] ”. De ‘ [naam zeeschip 3] ’ voer toen met een snelheid van 8 knopen en een koers van 335°. Op dat moment voer de ‘ [naam zeeschip 2] ’ met een snelheid van 17,4 knopen en een koers van 206°.
“ [naam zeeschip 3] , this is [naam zeeschip 2] ”, waarop vanaf de ‘ [naam zeeschip 3] ’ werd geantwoord:
“Yeah, what is your intentions - you are near to me”. De schepen waren elkaar toen dicht genaderd. De ‘ [naam zeeschip 3] ’ voer met een snelheid van 7,6 knopen en een koers van 337°. Op dat moment voer de ‘ [naam zeeschip 2] ’ met een snelheid van 11,4 knopen en een koers van 209,6°.
“Yes, I gone astern and pulled my engines”. Vanaf de ‘ [naam zeeschip 3] ’ reageerde men met:
“You will stop your engines (...) You should keep clear of me”. Vanaf de ‘ [naam zeeschip 2] ’ antwoordde men met:
“Stopped my engines”. De ‘ [naam zeeschip 3] ’ voer toen met een snelheid van 7,6 knopen en een koers van 336°. Op dat moment voer de ‘ [naam zeeschip 2] ’ met een snelheid van 10,6 knopen en een koers van 209°.
- aan boord van beide schepen diende men ervan uit te gaan dat een aanvaringsrisico reëel was (Rule B.7 (a) en (d));
- een wijziging van snelheid of koers ter voorkoming van een aanvaring diende zodanig groot te zijn dat het andere schip die behoorlijk zou kunnen waarnemen (Rule B.8.(b));
- indien ter voorkoming van een aanvaring nodig, dient een schip haar snelheid te minderen, haar motoren te stoppen of deze in de achteruit te zetten (Rule B.8.(e)).
You should keep clear of me”). Aan boord van de ‘ [naam zeeschip 3] ’ heeft men dus ook kort vóór de aanvaring de situatie verkeerd ingeschat en in strijd met de Colregs gehandeld.
speciesis van het
genus“tort of negligence”, komt voor vergoeding in aanmerking ten eerste de schade die wegens “simple causation” valt toe te rekenen, waarbij de test er kort gezegd op neerkomt “whether harm resulted but for the action by the defendant”. Vervolgens dient de rechter te onderzoeken of de betreffende schade niet in een te ver verwijderd (“too remote”) verband staat ten opzichte van de grond van aansprakelijkheid. Echter, voor zover de schade “a reasonably foreseeable consequence” van de aanvaring is of valt “within the predictable range” van schades ten gevolge van de aanvaring, is “remoteness” geen obstakel voor toerekening (vgl. Wagon Mound No. 1 [1961] AC 388 en Wagon Mound No. 2 [1967] AC 617).
petitumen de beschrijving daarvan onder de nummers 16 tot en met 18. Bij de comparitie is die onduidelijkheid niet opgehelderd. Zodoende is ook onvoldoende duidelijk welke eiser welke schade heeft geleden, behoudens de hierna te noemen schadeposten waarvan dat wel duidelijk is. De rechtbank gaat ervan uit dat eisers in hun te nemen aktes duidelijk zullen maken wie welke schade heeft geleden.
5.De beslissing
27 februari 2019voor het nemen van aktes, om te beginnen door eisers, over de in rov. 4.11 en 4.14 genoemde onderwerpen;