ECLI:NL:RBROT:2019:5970
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoeker in deelgeschilprocedure na regeling met verzekeraar
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 juli 2019 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen een verzoeker en de Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. drs. I.L. Madu, had een verzoek ingediend tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De procedure volgde op een verkeersongeval waarbij de verzoeker schade had geleden, waarvoor de verzekeraar aansprakelijkheid had erkend. De gemachtigde van de verzoeker had eerder een regeling voorgesteld, maar de verzekeraar had een lager bedrag aan buitengerechtelijke kosten aangeboden. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juni 2019 was de verzoeker zelf niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op 3 april 2019 een bedrag van € 10.000,00 had ontvangen van de verzekeraar, wat leidde tot finale kwijting van zijn schade. Hierdoor was er geen openstaand geschil meer tussen de verzoeker en de verzekeraar, en was de deelgeschilprocedure niet meer aan de orde. De kantonrechter heeft de verzoeker dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en het meer of anders verzochte afgewezen. De beslissing is genomen door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.