Op 15 mei 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die eerder was veroordeeld voor doodslag en verkrachting. De terbeschikkingstelling was gelast bij vonnis van 4 april 2013 en de termijn was aangevangen op 14 juni 2017. De rechtbank ontving op 15 april 2019 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, welke op 15 mei 2019 werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. Spigt, en een deskundige van de inrichting werden gehoord. Het advies van de inrichting, gedateerd 15 april 2019, stelde voor de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de ernstige problematiek van de ter beschikking gestelde, waaronder een autismespectrumstoornis en kenmerken van psychopathie. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eiste dat de termijn van de terbeschikkingstelling werd verlengd. De rechtbank merkte op dat de ter beschikking gestelde nog aan het begin van zijn behandeling staat en dat er nog veel werk te verzetten is. De rechtbank besloot de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, met de hoop dat de ter beschikking gestelde zich blijft inzetten voor zijn behandeling.