ECLI:NL:RBROT:2019:5866
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Woningsluiting wegens aantreffen van harddrugs in huurwoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de sluiting van een huurwoning. De eiseres, een huurster, was verantwoordelijk voor de situatie in haar woning, waarin op 15 maart 2018 een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs (100 gram cocaïne) en illegaal vuurwerk werd aangetroffen. De burgemeester van Hellevoetsluis had op basis van artikel 13b van de Opiumwet besloten de woning voor zes maanden te sluiten. Eiseres voerde aan dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs en dat de sluiting onevenredige gevolgen voor haar zou hebben. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting had kunnen besluiten, gezien de ernst van de situatie en de verantwoordelijkheden van de huurster. De rechtbank concludeerde dat de sluiting van zes maanden in overeenstemming was met het beleid en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een kortere sluitingsduur rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.