Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 150 dagen met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks18 februari 2019 te [pleegplaats] ,
een ander ofanderen,
althans alleen,
/of
in elk geval enig goed, geheel of ten
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit het
/of
/of
/of
/of (nogmaals)trekken aan de haren van die [slachtoffer] en
/of
althans eenmaal, met tot vuist gebalde hand(en) slaan tegen het
/ofhet hoofd
en/of het lichaamvan die [slachtoffer] en
/of
/of
/of
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 150 (honderdvijftig) dagen,
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
De CATAMARAN, kliniek voor forensische jeugdpsychiatrie en orthopsychiatrie van het GGZE te Eindhoven, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
€ 1855,58 (zegge: achttienhonderdvijfenvijftig euro en achtenvijftig eurocent), bestaande uit € 355,58 aan materiële schade en € 1500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1855,58(hoofdsom,
zegge:
achttienhonderdvijfenvijftig euro en achtenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;