Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder feit 3, 4 en 5 impliciet primair ten laste gelegde voorbedachte rade;
- bewezenverklaring van het onder feit 1 en 2 primair ten laste gelegde (poging moord) en van het onder feit 3, 4 en 5 onder primair impliciet subsidiair ten laste gelegde (poging doodslag) en van het onder feit 6 ten laste gelegde (wapenbezit);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/741393-16.
4.Waardering van het bewijs
Feiten 1 t/m 5 primair (poging doodslag/moord)
feit 1 primairstelt de verdediging dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte kogels heeft afgevuurd op aangeefster [naam aangeefster] (hierna: [naam aangeefster] ).
subsidiairtenlastegelegde refereert de verdediging zich.
feit 2heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte – terwijl hij aangever gezien de afstand zou hebben kunnen raken – bewust heeft afgedreigd. De verdachte heeft niet gericht op aangever geschoten. De in de jas van aangever aangetroffen kogel kan niet uit het vuurwapen van de verdachte zijn gekomen. De lichte verwonding op de rug van aangever kan niet zijn veroorzaakt door het schieten door de verdachte, aangezien het T-shirt van aangever op die plaats niet is beschadigd.
feit 3. De auto waarin aangever zou hebben gezeten, is niet beschadigd. De auto was gepantserd, dus een kogel kan aangever niet hebben geraakt. Evenmin is op de camerabeelden een schotwolk zichtbaar, terwijl deze bij de andere schoten steeds wel te zien is. Ten aanzien van het
subsidiairtenlastegelegde refereert de verdediging zich.
feiten 4 en 5stelt de verdediging dat niet is vastgesteld dat daadwerkelijk gericht op de politiemensen is geschoten. De verdachte ontkent dit te hebben gedaan. Daarbij bood een gebouw bescherming. Ten aanzien van het
subsidiairtenlastegelegde refereert de verdediging zich ook hier.
de feiten 3, 4 en 5(het schieten op de politieagenten).
ik keek recht in de loop van zijn vuurwapen). Daarmee staat vast dat de verdachte op dat moment heeft geschoten in de richting van [functiecode agent] .
weerin dekking heeft gebracht. Dat betekent dat hij ten tijde van het richten en schieten dus niet in dekking stond.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
acht (8) jaarpassend en geboden. Deze straf is lager dan de officier van justitie heeft geëist onder meer omdat de rechtbank de poging moord op [naam aangeefster] en [naam] niet bewezen acht.
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van acht (8) jaar;
€ 2.500,- (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 2.500,- (hoofdsom, zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.500,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
35 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 3.000,- (zegge: drieduizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 3.000,- (hoofdsom, zegge: drieduizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 3.000,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
40 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.250,- (zegge: duizendtweehonderdenvijftig euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] te betalen
€ 1.250,- (hoofdsom, zegge: duizendtweehonderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.250,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
22 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 4] te betalen
€ 400,- (hoofdsom, zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 400,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
8 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 300,- (zegge: driehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 5] te betalen
€ 300,- (hoofdsom, zegge: driehonderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 300,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
6 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 30 dagen, van de bij vonnis van 9 december 2016 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.