In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in vereniging. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was ingeschreven op het adres [adres verdachte], [woonplaats verdachte]. De officier van justitie, mr. M. van Heemst, had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte 836 stuks professioneel vuurwerk, te weten Super Cobra 6, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad in de periode van 1 september 2018 tot en met 15 november 2018, te Papendrecht en Alblasserdam. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van het ten laste gelegde, maar heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor de overige beschuldigingen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte was 19 jaar oud ten tijde van het delict en had geen eerdere veroordelingen. De rechtbank heeft besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, samen met een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft benadrukt dat de verdachte zich bewust was van de risico's die het opslaan van illegaal vuurwerk met zich meebracht en dat hij zich had laten leiden door financieel gewin en sensatie.