ECLI:NL:RBROT:2019:5622

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2019
Publicatiedatum
15 juli 2019
Zaaknummer
10/751000-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen en voorhanden hebben van cocaïne en vuurwapens

In de zaak tegen de verdachte, geboren in Albanië en ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, heeft de rechtbank Rotterdam op 5 juli 2019 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van medeplegen van witwassen, het voorhanden hebben van cocaïne, vuurwapens en munitie. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vijf jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de wetenschap van de verdachte over de in beslag genomen geldbedragen en drugs.

Tijdens het onderzoek op de terechtzitting op 28 juni 2019 werd vastgesteld dat op 8 januari 2019 in de woning van de verdachte aanzienlijke geldbedragen en cocaïne waren aangetroffen. De verdachte ontkende enige wetenschap te hebben van de geldbedragen en de drugs. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de wetenschap van de verdachte konden onderbouwen.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, waaronder het witwassen van geldbedragen en het voorhanden hebben van cocaïne en vuurwapens. De in beslag genomen geldbedragen werden onder bewaring gesteld ten behoeve van de rechthebbende, met uitzondering van een bedrag dat aan de verdachte werd teruggegeven. De rechtbank besloot ook het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 5 juli 2019.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/751000-19
Datum uitspraak: 5 juli 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] , Albanië op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. E.G.S. Roethof.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 juni 2019.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H. van Galen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder feit 1 primair, feit 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek van voorarrest.

Waardering van het bewijs

Feit 1
Standpunt officier van justitie
In de woning aan het [adres 1] zijn op 8 januari 2019 grote sommen geld, in totaal € 591.455,- en 8.200 CHF, aangetroffen. De verdachte verbleef samen met zijn vrouw in die woning. Daarom moet hij hebben geweten dat bedoelde geldbedragen zich in de woning bevonden en daarover hebben kunnen beschikken, te meer omdat hij over de aanwezigheid van die geldbedragen heeft gezwegen. Gelet op de omstandigheden is ook zonder meer sprake van een vermoeden van witwassen. De verdachte heeft voor de herkomst van € 589.475 en 8.200 CHF geen concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven.
Bij die stand van zaken kan witwassen worden bewezen verklaard.
Beoordeling
In een woning waar de verdachte een aantal dagen verbleef is op 8 januari 2019 in een televisiekastje in de woonkamer een bedrag van € 4.535,- aangetroffen. In de portemonnee van de vrouw van de verdachte bevond zich een geldbedrag van € 1.960,-. In een ruimte onder de combimagnetron in de keuken zijn vier gesealde pakketten met contant geld aangetroffen en achter de plint onder het keukenblok diverse gesealde pakketten met contant geld en diverse met elastiek bijeengebonden stapels contant geld. Verder zijn in de woning een PGP-telefoon, vacuümzakken, een lamineermachine, rollen tape en latex handschoenen aangetroffen.
De verdachte heeft steeds ontkend enige wetenschap te hebben van de geldbedragen onder de combimagnetron en achter de plint. Over de andere geldbedragen hebben de verdachte en zijn vrouw gezegd dat deze bestemd waren om in Nederland vakantie te vieren en dat het in Albanië heel gebruikelijk is veel contant geld op zak te hebben en te gebruiken.
Voor een bewezenverklaring van witwassen moet worden vastgesteld of de verdachte wist dat er geld in de woning verstopt was. Uit het dossier blijkt echter niet van feiten of omstandigheden waaruit zonder meer kan volgen dat de verdachte wist van de geldbedragen onder de combimagnetron en achter de plint. Evenmin zijn de feiten en omstandigheden die de genoemde verdenking onderbouwen van voldoende gewicht om het uitblijven van een verklaring aan de verdachte zodanig tegen te werpen dat daaruit de wetenschap bij de verdachte kan worden afgeleid. Een bewezenverklaring van witwassen van de geldbedragen onder de combimagnetron en achter de plint kan reeds op grond van het ontbreken van bewijs voor de wetenschap van de verdachte niet volgen. Voor de andere twee geldbedragen heeft de verdachte een niet onaannemelijke verklaring gegeven zodat ook daarvoor geen bewezenverklaring kan volgen.
Conclusie
De verdachte zal worden vrijgesproken van het onder feit 1 tenlastegelegde.
Formele verweren
Omdat de verdachte zal worden vrijgesproken van feit 1 heeft de verdediging geen belang meer bij bespreking van een aantal gevoerde formele verweren met betrekking tot de rechtmatigheid van het binnentreden en de doorzoeking van de woning aan het [adres 1] .
Feiten 2, 3 en 4
Standpunt officier van justitie
In een woning aan de [adres 2] zijn op 8 januari 2019 20 pakketten cocaïne en twee vuurwapens en kogelpatronen aangetroffen. Deze voorwerpen lagen allemaal achter een plint onder het keukenblok. Uit beelden die zijn opgenomen door beveiligingscamera’s van het gebouw valt op te maken dat de verdachte samen met iemand anders op 3 januari 2019 bij het appartementencomplex aanwezig is geweest. De verdachte had daarom wetenschap van de aanwezigheid van de aangetroffen voorwerpen en had daarover de beschikkingsmacht. De feiten 2, 3 en 4 kunnen worden bewezenverklaard.
Beoordeling
Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van de cocaïne, de vuurwapens en de munitie moet worden vastgesteld dat de verdachte wist dat deze goederen in de woning aan de [adres 2] verstopt waren.
Als al kan worden vastgesteld dat de verdachte op 3 januari 2019 in de buurt van de woning is geweest, volgt daaruit niet dat hij ín de woning is geweest. Bovendien blijkt uit niets dat de cocaïne, de vuurwapens en de munitie op die dag in de woning aanwezig waren en als dat al zo was dat de verdachte dat op enig moment heeft kunnen waarnemen. Kortom, uit niets kan worden geconcludeerd dat verdachte wist van de aangetroffen cocaïne, de vuurwapens en de munitie.
Conclusie
De verdachte zal ook worden vrijgesproken van het tenlastegelegde onder de feiten 2, 3 en 4.

In beslag genomen voorwerpen

Onder de verdachte zijn op 8 januari 2019 op het adres [adres 1] geldbedragen in beslag genomen waarover nog een beslissing moet worden gegeven. Ten aanzien van deze geldbedragen zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt. Dit met uitzondering van de € 4.535,- (G5744396) die aan de verdachte zal worden teruggegeven.
1. € 120.000,- G5744381
2. € 74.940,- G5744383
3. € 170.000,- G5744389
4. € 120.000,- G5744391
5. € 100.000,- G5744393
6. CHF 8.200,- .

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
1. € 120.000,- G5744381
2. € 74.940,- G5744383
3. € 170.000,- G5744389
4. € 120.000,- G5744391
5. € 100.000,- G5744393
6. CHF 8.200,-
- gelast de teruggave aan verdachte van: het geldbedrag van € 4.535,- , G5744396;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 juli 2019.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij, op of omstreeks 8 januari 2019, in een pand aan het [adres 1] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een (of meer) voorwerp(en), te weten:
- een geldbedrag van in totaal 591.455 EUR, en/of
- een geldbedrag van in totaal 8.200 Zwitserse Franken,
in elk geval enig (aanzienlijk) geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of hiervan gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist/wisten, althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 8 januari 2019, in een pand aan het [adres 1] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van een of meer voorwerp(en), te weten:
- een geldbedrag van in totaal 591.455 EUR, en/of
- een geldbedrag van in totaal 8.200 Zwitserse Franken,
in elk geval enig (aanzienlijk) geldbedrag,
-de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of
- verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd(e) voorwerp(en)
was/waren en/of wie voornoemd(e) voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden had(den)
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist/wisten, althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2.
hij op of omstreeks 08 januari 2019, in een pand aan de [adres 2] ,
opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 22 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 08 januari 2019, in een pand aan de [adres 2] ,
(een) wapen(s) als bedoeld in de zin van artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten (een) vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet,
- van het merk Beretta U.S.A., en/of
- van het merk S/42,
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 08 januari 2019, in een pand aan de [adres 2]
,
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en Munitie, te
weten munitie als bedoeld in artikel 2, lid 2 van die wet van Categorie III te
weten:
- acht, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9xl9mm parabellum
en voorzien van de bodemstempels LUGER 9inm 7, en/of
- een, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9xl9mm parabellum
en voorzien van de bodemstempel GECO 9x19, en/of
- een, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9xl9mm parabellum
en voorzien van de bodemstempel T 16,en/of
- twee, althans één of meerdere, kogelpatro{o)n(en), kaliber 9xl9mm parabellum
en voorzien van de bodemstempels LUGER CBC 9mm, en/of
- een, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9xl9mm parabellum
en voorzien van de bodemstempel GECO 9mm Luger,
voorhanden heeft gehad.