4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, omdat de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1. (
Zaaksdossier 2 [naam bedrijf 2] )
hij in de periode van 11 december 2010 tot en met 15 juni 2012 in Nederland,
als bestuurder van een rechtspersoon, te weten [naam bedrijf 2] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te Zwolle d.d. 12 april 2011 in staat van faillissement is verklaard, telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van genoemde rechtspersoon,
- niet heeft voldaan of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en/of te voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers heeft hij, verdachte, toen en daar geen volledige boekhouding en administratie gevoerd, bewaard en overgelegd aan de curator in het faillissement van [naam bedrijf 2] , en geen jaarrekeningen over 2007 en 2009 bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd;
2. (
Zaaksdossier 4 [naam bedrijf 1] )
hij in de periode van 6 juli 2011 tot en met 21 februari 2012 in Nederland, als bestuurder van een rechtspersoon, te weten [naam bedrijf 1] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te Arnhem d.d. 10 januari 2012 in staat van faillissement is verklaard, telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van genoemde rechtspersoon,
- niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers heeft hij, verdachte, toen en daar
- geen volledige boekhouding en administratie gevoerd, bewaard en overgelegd aan de curator in het faillissement van [naam bedrijf 1] ;
Zaaksdossier 7 [naam bedrijf 3]
hij in de periode van 24 april 2012 tot en met 3 juni 2014 in Nederland, als bestuurder van een rechtspersoon, te weten [naam bedrijf 3] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te Rotterdam d.d. 5 juni 2012 in staat van faillissement is verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van genoemde rechtspersoon,
- niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of te voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers heeft hij, verdachte toen en daar geen volledige boekhouding en administratie gevoerd, bewaard en overgelegd aan de curator in het faillissement van [naam bedrijf 3] ;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.