11.Beslissing
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging ten aanzien van het onder feit 1 en feit 2 onder het vijfde gedachtestreepje ten laste gelegde;
verklaart de officier van justitie voor het overige ontvankelijk in de vervolging;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft, dat hij zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
veroordeelt verdachte tot de (bijkomende) straf dat hij wordt ontzet uit het recht tot om een beroep als bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen voor de duur van
5 (vijf) jaren.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en D. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 juli 2019.
Bijlage I
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 6 juli 2011 tot en met 8 april 2013
te Zaandam, gemeente Zaanstad en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
als bestuurder van een rechtspersoon, te weten [naam bedrijf 1] ,
welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te Arnhem d.d. 10 januari 2012
in staat van faillissement is verklaard,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van
genoemde rechtspersoon,
- hetzij (een) last(en) heeft verdicht of verdicht, hetzij (een) bate(n) niet
heeft verantwoord en/of niet verantwoordt, hetzij enig(e) goed(eren) aan de
boedel heeft onttrokken en/of onttrekt, en/of
- niet heeft voldaan of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten
opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste
lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid,
van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of te voorschijn
brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat/die
artikel(en) bedoeld,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen en daar
- een ontvangen bedrag van totaal (circa) 70.805,- euro afkomstig van
[naam bedrijf 3] (D-459) niet onder het bereik en beheer van de curator
gebracht, en/of
- computerapparatuur geleverd door [naam bedrijf 4] met een totale waarde van (circa)
88.444,60 euro (D-371), althans (resterend) 30.000,- euro,
en/of
laptops geleverd door [naam] h/o/ [naam bedrijf 7] met een totale waarde van
(circa) 1.772,50 euro (D-332),
en/of
een tonerbundel geleverd door [naam bedrijf 6] met een waarde van (circa)
341,29 euro (D-331),
en/of
orange-juicers geleverd door [naam bedrijf 2] met een totale waarde van
(circa) 19.965,82 euro (D-340)
niet onder het bereik en beheer van de curator gebracht, en/of
- geen (volledige) boekhouding en administratie bewaard en/of overgelegd aan
de curator in het faillissement van [naam bedrijf 1] ;
art 343 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 343 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam bedrijf 1] ,
welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te Arnhem d.d. 10 januari 2012
in staat van faillissement is verklaard,
op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 6 juli 2011 tot en met 8 april 2013
te Zaandam, gemeente Zaanstad en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
- hetzij (een) last(en) heeft verdicht of verdicht, hetzij (een) bate(n) niet
heeft verantwoord en/of niet verantwoordt, hetzij enig(e) goed(eren) aan de
boedel heeft onttrokken en/of onttrekt, en/of
- niet heeft voldaan of niet voldoet aan de op haar rustende verplichtingen
ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10,
eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste
lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of te
voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers
in dat/die artikel(en) bedoeld,
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) toen en daar
- een ontvangen bedrag van totaal (circa) 70.805,- euro afkomstig van
[naam bedrijf 3] (D-459) niet onder het bereik en beheer van de curator
gebracht, en/of
- computerapparatuur geleverd door [naam bedrijf 4] met een totale waarde van (circa)
88.444,60 euro (D-371), althans (resterend) 30.000,- euro,
en/of
laptops geleverd door [naam] h/o/ [naam bedrijf 7] met een totale waarde van
(circa) 1.772,50 euro (D-332),
en/of
een tonerbundel geleverd door [naam bedrijf 6] met een waarde van (circa)
341,29 euro (D-331),
en/of
orange -juicers geleverd door [naam bedrijf 2] met een totale waarde van
(circa) 19.965,82 euro (D-340)
niet onder het bereik en beheer van de curator gebracht, en/of
- geen (volledige) boekhouding en administratie bewaard en/of overgelegd aan
de curator in het faillissement van [naam bedrijf 1] ,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, (telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of
feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
art 341 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 341 ahf/ond a ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
[naam bedrijf 1]
op één of meer tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks 6 juli 2011 tot en met 8 april 2013
te Zaandam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het
oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking
over die goederen te verzekeren, hebbende genoemde rechtspersoon en/of haar
mededader(s), telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen gekocht:
- computerapparatuur geleverd door [naam bedrijf 4] met een totale waarde van (circa)
88.444,60 euro (D-371), althans (resterend) 30.000,- euro, en/of
- laptops geleverd door [naam] h/o/ [naam bedrijf 7] met een totale waarde van
(circa) 772,50 euro (D-332) niet onder het bereik en beheer van der
curator gebracht, en/of
- mobiele airco's geleverd door [naam bedrijf 5] met een totale waarde van
(circa) 22.168,51 euro (D-329), en/of
- een tonerbundel geleverd door [naam bedrijf 6] met een waarde van (circa)
341,29 euro (D-331), en/of
- orange -juicers geleverd door [naam bedrijf 2] met een totale waarde van
(circa) 19.965,82 euro (D-340),
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, (telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of
feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 326a Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij,
op één of meer tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks 6 juli 2011 tot en met 2 maart 2012
te Zaandam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met [naam bedrijf 1] en/of (een) ander(en),
althans alleen,
een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het
oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking
over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s),
telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen gekocht:
- computerapparatuur geleverd door [naam bedrijf 4] met een totale waarde van (circa)
88.444,60 euro (D-371), althans (resterend) 30.000,- euro, en/of
- laptops geleverd door [naam] h/o/ [naam bedrijf 7] met een totale waarde van
(circa) 772,50 euro (D-332) niet onder het bereik en beheer van der
curator gebracht, en/of
- mobiele airco's geleverd door [naam bedrijf 5] met een totale waarde van
(circa) 22.168,51 euro (D-329), en/of
- een tonerbundel geleverd door [naam bedrijf 6] met een waarde van (circa)
341,29 euro (D-331), en/of
- orange -juicers geleverd door [naam bedrijf 2] met een totale waarde van
(circa) 19.965,82 euro (D-340);
art 326a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht