Het procesverloop
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 11 maart 2019, ingekomen bij de griffie op 13 maart 2019, gerectificeerd bij verzoekschrift van de Raad van 15 maart 2019, ingekomen bij de griffie op 18 maart 2019 (bij de rechtbank geregistreerd onder zaaksnummer C/10/569880 / JE RK 19-772);
- het verzoekschrift van de GI van 20 mei 2019, ingekomen bij de griffie op 21 mei 2019 (bij de rechtbank geregistreerd onder zaaksnummer C/10/574412 / JE RK 19-1573);
- de brief met bijlagen van mr. A.H. van Haga, advocaat van de vader, kantoorhoudende te Den Haag, van 18 juni 2019, ingekomen bij de griffie op 20 juni 2019;
- de brief van de heer [naam 1] , ambassadeur van Bulgarije, van 18 juni 2019, ingekomen bij de griffie op 19 juni 2019;
- het faxbericht van de bijzondere curator van [voornaam minderjarige] van 19 juni 2019;
- het faxbericht van mr. Van Haga van 19 juni 2019;
- het faxbericht met bijlagen van de bijzondere curator van [voornaam minderjarige] van 19 juni 2019, ingekomen bij de griffie op 20 juni 2019;
- het faxbericht van de GI van 24 juni 2019;
- het faxbericht van mr. Van Haga van 25 juni 2019.
In de hiervoor vermelde brief van de ambassadeur van Bulgarije heeft deze verzocht om dhr.
[naam 2] , hoofd van de consulaire afdeling van de Ambassade van Bulgarije, (hierna te
noemen de consul) toegang tot de zitting te verlenen.
Op 20 juni 2019 heeft de rechtbank dit verzoek om 09:00 en om 11:30 uur met gesloten
deuren behandeld. Gehoord om 09:00 uur zijn:
- de consul, in eerste instantie bijgestaan door mw. [naam 3] en later door de beëdigde tolk dhr. Dimitrov,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster] ,
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger 1] en dhr. [naam vertegenwoordiger 2] ,
- de bijzondere curator van [voornaam minderjarige] .
Achtereenvolgens zijn afzonderlijk om 11:30 uur gehoord:
- de minderjarige [voornaam minderjarige] (in het bijzijn van de bijzondere curator),
- een medewerker van Horizon pleegzorg, mw. [naam medewerkster] .
De consul heeft ter zitting betoogd dat hij de zitting wenst bij te wonen om – kort gezegd –
voor transparantie te zorgen, om de belangen van de vader te behartigen, die het recht niet
ontzegd kan worden zijn kind te zien, en om de verbinding tussen de autoriteiten in
Nederland en in Bulgarije die zich met deze zaak bezig houden te verbeteren. De consul wil
de uitwisseling van gegevens tussen de betrokken autoriteiten/instanties coördineren. De
consul heeft daarbij te kennen gegeven dat hij ter zitting niet het woord wil voeren.
De rechtbank heeft het volgende overwogen.
Op grond van artikel 803 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geschiedt de behandeling van een zaak als onderhavige in verband met de belangen van de minderjarige of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van belanghebbenden met gesloten deuren. Vast staat dat de consul als zodanig geen belanghebbende is bij de procedure tot beëindiging van het gezag van de vader. Op grond van artikel 5, onder h, van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen behoort tot de consulaire werkzaamheden het, binnen de door de wetten en regelingen van de ontvangende Staat (Nederland) bepaalde grenzen, beschermen van de belangen van minderjarigen die onderdaan zijn van de zendstaat (Bulgarije), in het bijzonder in gevallen waarin benoeming van een voogd voor de personen is vereist. In artikel 37 van dit verdrag is bepaald dat, indien de bevoegde autoriteiten van de ontvangende Staat (Nederland) in het bezit zijn van inlichtingen ingeval van voogdij, deze autoriteiten verplicht zijn de bevoegde consulaire post onverwijld in kennis te stellen van alle gevallen waarin aanleiding bestaat tot benoeming van een voogd over een minderjarige onderdaan van de zendstaat (Bulgarije). Het verstrekken van inlichtingen mag evenwel de werking van de wetten en regelingen van de ontvangende Staat (Nederland) van zulke benoemingen niet aantasten.
De doelen die de consul beoogt met zijn aanwezigheid ter zitting, kunnen niet tot toewijzing van het verzoek leiden. Niet in te zien valt op welke wijze de consul de belangen van de vader zou behartigen met zijn enkele aanwezigheid op de zitting. De consul heeft immers verklaard niet het woord te willen voeren. De vader heeft zich in de procedure bovendien van rechtskundige bijstand (zelfgekozen advocaat) voorzien. Aangenomen mag worden dat de advocaat de belangen van de vader naar behoren behartigt. Het verzorgen van transparantie zou in strijd komen met het besloten karakter van de zitting. De rechtbank onderkent het belang van het verbeteren van de informatievoorziening over en weer tussen de autoriteiten in Nederland en Bulgarije, en acht het van belang dat de consul daarin een coördinerende rol speelt, maar hiervoor is bijwonen van de zitting niet nodig. De consul heeft ten slotte niet gesteld dat hij de belangen van [voornaam minderjarige] wenst te behartigen (de bijzondere curator van [voornaam minderjarige] heeft ook aangegeven dat [voornaam minderjarige] dat niet wenst) en ook in dit verband is wederom van belang dat de consul te kennen heeft gegeven dat hij niet het woord wenst te voeren op de zitting.
Op grond van deze overwegingen heeft de rechtbank beslist dat aan de consul geen toegang zal worden verleend de inhoudelijke behandeling van de zaak bij te wonen. Deze beslissing is bij brief van 24 juni jl. aan de ambassadeur van Bulgarije medegedeeld.
Op 26 juni 2019 heeft de rechtbank de zaak vervolgens inhoudelijk ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- mr. Van Haga, namens de vader,
- de bijzondere curator van [voornaam minderjarige] ,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster] ,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger 1] ,
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam medewerkster] , een medewerker van Horizon Pleegzorg.