Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het impliciet primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het impliciet subsidiair ten laste gelegde;
- in het geval van een bewezenverklaring van het impliciet subsidiair ten laste gelegde voor de gehele ten laste gelegde periode: veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest;
- in het geval van een bewezenverklaring van het impliciet subsidiair ten laste gelegde voor de periode vanaf 9 mei 2016:
4.Waardering van het bewijs
9 mei 2016tot en met
31 juli2017, te Rotterdam en Capelle aan den IJssel, meermalen,
(en)geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was
/warenuit enig(e) misdrijf/misdrijven;
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
2 (twee) jaar;