Op 11 juni 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De verdachte was aangeklaagd voor diefstal, gepleegd op 13 februari 2019 te Vlaardingen, waarbij hij een pak stooflappen heeft weggenomen dat toebehoorde aan een supermarkt. De officier van justitie, mr. H. van Galen, eiste bewezenverklaring van het ten laste gelegde en oplegging van een ISD-maatregel voor de duur van twee jaren, zonder aftrek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de strafbaarheid van het feit of de verdachte uitsluiten. De rechtbank heeft de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft een strafblad met eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en er is sprake van middelenproblematiek en een perspectiefloos bestaan in Nederland. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte een stelselmatige dader is en dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen en de samenleving te beschermen. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis afgewezen, omdat de ISD-maatregel voorrang heeft. De verdachte is veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaren, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht.