ECLI:NL:RBROT:2019:5521

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juni 2019
Publicatiedatum
11 juli 2019
Zaaknummer
10/741008-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van doktersrecepten en valsheid in geschrift met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 11 juni 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift door het vervalsen van doktersrecepten. De verdachte, geboren in Joegoslavië, heeft in de periode van 27 juli 2015 tot en met 12 februari 2019 meermalen valse recepten voor verschillende medicijnen, waaronder methylfenidaat en escitalopram, vervalst en aangeboden bij apotheken. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van acht maanden, geheel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een taakstraf van 200 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het ten laste gelegde heeft bekend en dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden op, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 200 uren. De verdachte moet zich ook houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling voor zijn psychische problemen. Daarnaast heeft de benadeelde partij, een zorgverzekeraar, een schadevergoeding van € 2.423,18 gevorderd, die door de rechtbank werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/741008-19
Datum uitspraak: 11 juni 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Joegoslavië) op [geboortedatum verdachte]
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw H. Asal, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 mei 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie Boekhoud heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met bijzondere voorwaarden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
Hij in de periode van 27 juli 2015 tot
en met 12 februari 2019
te Rotterdam en Rijswijk,
meermalen,
(telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten (telkens) een (dokters)recept voor methylfenidaat (Ritalin) en
dexamfetamine en escitalopram (Lexapro) en alprazolam en abilify, dan
wel een combinatie van deze medicijnen
heeft vervalst, immers heeft verdachte:
- Een scan gemaakt van een eerder aan hem (rechtmatig) uitgeschreven
(dokters)recept door dr
s. [naam arts] en
- ( telkens) van die scan de datum gewijzigd en/of de voorgeschreven
hoeveelheid en het (voorgeschreven) gebruik van het/de (combinatie van)
medicijn(en) gewijzigd en in een tekstvak de zinsnede 'Gelieve recept
ineens af te leveren’ en/of 'gelieve recept ineens af te leveren i.v.m.
behandelplan van cliënt' en/of 'gelieve recept ineens af te leveren i.v.m.
afstand en tijden' opgenomen en gewijzigd
telkens met het oogmerk die geschriften)als echt en onvervalst te
gebruiken
2.
Hij in de periode van 27 juli 2015 tot
en met 12 februari 2019
te Rotterdam en Rijswijk,
meermalen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
vervalst geschrift
endie (telkens) bestemd waren om tot bewijs van enig
feit te dienen,
te weten (telkens) een (vals) (dokters)recept voor escitalopram (Lexapro)
en/of alprazolam en/of abilify, dan wel een combinatie van deze medicijnen,
als ware die recepten echt en onvervalst,
door telkens die recepten (al dan niet per mail) aan te bieden aan en/of
in te leveren bij een of meer apotheken
3.
Hij in de periode van 27 juli 2015 tot
en met 12 februari 2019
te Rotterdam en Rijswijk,
meermalen,
ter verkrijging van enig middel in lijst I bedoeld, te weten dexamfetamine
en methylfenidaat (Ritalin),
een vervalst recept heeft aangeboden aan en/of ingeleverd bij een of
meer apotheken,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de verdachte
een scan heeft gemaakt van een eerder aan hem (rechtmatig)
uitgeschreven (dokters)recept door dr
s. [naam arts] en
- ( telkens) van die scan de datum heeft gewijzigd en/of de
voorgeschreven hoeveelheid en/of het (voorgeschreven) gebruik van de
(combinatie van) medicijn(en) gewijzigd en in een tekstvak de zinsnede
'Gelieve recept ineens af te leveren’ en/of 'gelieve recept ineens af te
leveren i.v.m. behandelplan van cliënt' en/of 'gelieve recept ineens af te
leveren i.v.m. afstand en tijden' opgenomen en/of gewijzigd
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

Er is sprake is van samenloop van het vervalsen en gebruiken van geschriften. Op grond van artikel 56, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is dan sprake van een voortgezette handeling. De rechtbank dient één strafbepaling toe te passen en wel die strafbepaling waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld. Dat onder 3 een feit uit de Opiumwet in overtredingsvariant is ten laste gelegd doet daaraan, naar het oordeel van de rechtbank, niet af. Dit betekent dat de rechtbank bij de kwalificatie en strafoplegging alleen artikel 225 Sr zal toepassen, nu daarop de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
De bewezen feiten leveren op:
De voortgezette handeling van:
Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft in een periode van ruim drieënhalf jaar in totaal 55 recepten vervalst. Hij is met deze recepten naar verschillende apotheken gegaan met de bedoeling medicijnen te verkrijgen. In de meeste gevallen heeft hij de medicijnen ook ontvangen en vervolgens voor eigen gebruik aangewend. Een aantal keren is hij betrapt door apothekers, zij hebben hem daarop aangesproken en ook aangifte tegen hem gedaan. Dit heeft hem er niet van weerhouden door te gaan met het vervalsen van recepten.
De verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen, dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in het gebruik van recepten én op basis waarvan apothekers medicatie verstrekken, ernstig geschaad. Het voorschrijven van medicijnen is voorbehouden aan artsen, die vanuit hun expertise het medicijngebruik van hun patiënten bewaken. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 mei 2019, waaruit blijkt dat de verdachte de afgelopen 5 jaar niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 mei 2019. De reclassering adviseert bij veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling op te leggen. De verdachte heeft al langer psychische problemen. Via de reclassering is hij aangemeld bij Fivoor voor behandeling. De verdachte houdt zich aan de afspraken en stelt zich meewerkend op. Binnen de behandeling zal ook het overmatig alcoholgebruik van de verdachte onderwerp van gesprek zijn.
Het risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat als gemiddeld.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de op te leggen straf rekening met het feit dat de verdachte direct openheid van zaken heeft gegeven. Ook werkt de verdachte mee aan passende hulp voor zijn problematiek. Aan de andere kant wordt meegewogen dat de verdachte doordacht en planmatig te werk is gegaan.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank acht echter, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het behandeltraject dat hij volgt, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. Daarom zal de rechtbank een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, anders dan de eis van de officier van justitie, voor de duur van zes maanden. Aan deze straf worden bijzondere voorwaarden verbonden, zoals voorgesteld door de reclassering. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] (hierna ook: [naam benadeelde] ) ter zake van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.480,87 aan materiële schade, met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voorts vordert de benadeelde partij vergoeding van de proceskosten.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en met een proceskostenveroordeling, met dien verstande dat twee punten kunnen worden toegewezen.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging verzoekt de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen . De vordering levert een onevenredige belasting op van het strafgeding omdat de zorgverzekeraar een rechtspersoon is. Daarnaast is niet duidelijk of de gevorderde kosten wel schade zijn omdat de verdachte ook recht gehad zou hebben op de medicatie die is vergoed als hij wel onder behandeling zou zijn gebleven. Ook moet een belangenafweging gemaakt worden omdat de verdachte onvoldoende draagkracht heeft om de vordering te kunnen voldoen. Tot slot worden de kosten betwist omdat niet vast staat dat de medicijnen ook daadwerkelijk door de apotheken zijn geleverd.
8.3.
Beoordeling
Ter onderbouwing van de vordering heeft de benadeelde partij een overzicht bijgevoegd van de uitgegeven medicatie (productie 3 van de vordering benadeelde partij) met een beschrijving van de medicatie en de bijbehorende kosten. Het totaal komt uit op een bedrag van € 2.480,87. In het eerste overzicht is bij het eerste bedrag van € 57,69 echter geen beschrijving opgenomen. De rechtbank zal dit bedrag afwijzen omdat niet duidelijk is waar dit bedrag op ziet.
Medicijnen geleverd?
De rechtbank is anders dan de verdachte van oordeel dat, mede gezien de gedetailleerde onderbouwing van het [naam benadeelde] , in rechte is komen vast te staan dat de overige medicijnen waarvan het [naam benadeelde] de kosten vordert door de apotheken zijn geleverd. Ten eerste komen de gevorderde medicijnen (zie het tweede overzicht in productie 3 bij de vordering van de benadeelde partij) in aantal en in soort overeen met de medicijnen op de recepten waarvan de verdachte heeft toegegeven dat hij ze heeft vervalst (zie overzicht ingediende recepten op bladzijde 75 e.v. van het zaaksdossier). Verder blijkt uit de aangiften van de drie apotheken dat de vervalsing is ontdekt ná de indiening van de declaraties. Apotheek Rijken heeft bijvoorbeeld pas in maart 2017 ontdekt dat de recepten vervalst waren, terwijl de laatste declaratie is van september 2016. Ook verder zijn er geen aanwijzingen dat de apotheken medicijnen hebben geweigerd.
Schade?
De rechtbank is verder van oordeel dat de schade van de benadeelde partij bestaat uit alle vergoede kosten voor de medicijnen die aan de verdachte zijn geleverd. Dat de medicijnen zouden zijn voorgeschreven als de verdachte terug in behandeling was gegaan, is niet aannemelijk geworden.
Draagkracht
Draagkracht speelt bij de bepaling van de hoogte van het schadebedrag geen rol (HR 28 mei 2019, ECLI:2019:793, r.o. 2.9.6).
De vordering zal gezien bovenstaande worden toegewezen tot een bedrag van € 2.423,18.
Rente en kosten
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 27 juli 2015. Omdat de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 360,- conform het liquidatietarief in kantonzaken en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 2.423,18 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 56, en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden,
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal onder ambulante behandeling blijven van Fivoor, of soortgelijke instelling, voor zijn problematiekzo lang als de reclassering in overleg met de instelling nodig vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
170 (honderdzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
85 (vijfentachtig) dagen;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, te betalen een bedrag van
€ 2.423,18 (zegge: tweeduizend vierhonderddrieëntwintig euro en achttien eurocent), bestaande uit aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op € 360,-, aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.423,18 (zegge: tweeduizend vierhonderddrieëntwintig euro en achttien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.423,18 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
34 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. J.B. van den Beld en B. Krijnen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Koreneef, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2015 tot
en met 12 februari 2019
te Rotterdam en/of Rijswijk, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
(telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten (telkens) een (dokters)recept voor methylfenidaat (Ritalin) en/of
dexamfetamine en/of escitalopram (Lexapro) en/of alprazolam en/of abilify, dan
wel een combinatie van deze medicijnen
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft verdachte:
- Een scan/kopie gemaakt van een eerder aan hem (rechtmatig) uitgeschreven
(dokters)recept door dr. [naam arts] en/of
- ( telkens) van die scan/kopie de datum gewijzigd en/of de voorgeschreven
hoeveelheid en/of het (voorgeschreven) gebruik van het/de (combinatie van)
medicijn(en) gewijzigd en/of in een tekstvak de zinsnede 'Gelieve recept
ineens af te leveren’ en/of 'gelieve recept ineens af te leveren i.v.m.
behandelplan van cliënt' en/of 'gelieve recept ineens af te leveren i.v.m.
afstand en tijden' opgenomen en/of gewijzigd
telkens met het oogmerk dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken
(artikel 225, lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2015 tot
en met 12 februari 2019
te Rotterdam en/of Rijswijk, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of
vervalst geschrift dat/die (telkens) bestemd was/waren om tot bewijs van enig
feit te dienen,
te weten (telkens) een (vals) (dokters)recept voor escitalopram (Lexapro)
en/of alprazolam en/of abilify, dan wel een combinatie van deze medicijnen,
als ware dat/die recept(en) echt en onvervalst,
door telkens dat/die recept(en) (al dan niet per mail) aan te bieden aan en/of
in te leveren bij een of meer apotheken
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
3.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juli 2015 tot
en met 12 februari 2019
te Rotterdam en/of Rijswijk, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
ter verkrijging van enig middel in lijst I bedoeld, te weten dexamfetamine
en/of methylfenidaat (Ritalin),
een vals of vervalst recept heeft aangeboden aan en/of ingeleverd bij een of
meer apotheken,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de verdachte
een scan/kopie heeft gemaakt van een eerder aan hem (rechtmatig)
uitgeschreven (dokters)recept door dr. [naam arts] en/of
- ( telkens) van die scan/kopie de datum heeft gewijzigd en/of de
voorgeschreven hoeveelheid en/of het (voorgeschreven) gebruik van het/de
(combinatie van) medicijn(en) gewijzigd en/of in een tekstvak de zinsnede
'Gelieve recept ineens af te leveren’ en/of 'gelieve recept ineens af te
leveren i.v.m. behandelplan van cliënt' en/of 'gelieve recept ineens af te
leveren i.v.m. afstand en tijden' opgenomen en/of gewijzigd
(art 4 lid 3 ahf/ond a Opiumwet
art 10 lid 2 Opiumwet)