ECLI:NL:RBROT:2019:5500
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een voetbalclub voor diefstal van persoonlijke bezittingen van een jeugdspeler tijdens training
In deze zaak heeft een jeugdspeler van FC Dordrecht tijdens een training zijn dure merkkleding en persoonlijke bezittingen achtergelaten in een afgesloten kleedkamer. Deze spullen werden gestolen door onbevoegden die toegang kregen tot de kleedkamer door een sleutel te bemachtigen van de zoon van een vrijwilliger. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een bewaarnemingsovereenkomst tussen de speler en de voetbalclub, en dat FC Dordrecht aansprakelijk is voor de schade die de speler heeft geleden door de diefstal. De rechter stelt vast dat FC Dordrecht niet voldoende zorg heeft gedragen voor de bewaring van de persoonlijke spullen, aangezien de sleutel niet adequaat werd beheerd en de club niet duidelijk heeft gemaakt dat zij niet aansprakelijk zou zijn voor diefstal. De schadevergoeding wordt vastgesteld op 75% van het totale schadebedrag, omdat de speler ook een deel van de verantwoordelijkheid draagt voor het achterlaten van dure spullen in de kleedkamer. De kantonrechter wijst de vordering van de speler toe, met inachtneming van de eigen schuld van de speler, en veroordeelt FC Dordrecht tot betaling van een bedrag van € 1.599,85, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.