ECLI:NL:RBROT:2019:5215
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van zorgindicatie op basis van de Wet langdurige zorg en overgangsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het CIZ over de toekenning van een zorgindicatie. Eiseres, geboren in 1987, had tot en met 17 augustus 2026 een indicatie voor zorgzwaartepakket VG 07 op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Na een heronderzoek in januari 2018 heeft het CIZ haar indicatie voor zorgprofiel VG (Besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding ingetrokken en haar voor onbepaalde tijd geïndiceerd voor zorgprofiel VG Wonen met enige begeleiding. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door het CIZ ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 28 mei 2019 heeft eiseres zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, terwijl het CIZ ook een gemachtigde had. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres, ondanks haar verstandelijke beperking en gedragsproblemen, niet is aangewezen op 24 uur zorg in de nabijheid. De rechtbank concludeert dat de ambulante begeleiding die eiseres ontvangt, niet wijst op een noodzaak voor permanent toezicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het CIZ op basis van de beschikbare informatie terecht heeft geconcludeerd dat eiseres in aanmerking komt voor het zorgprofiel VG Wonen met enige begeleiding. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.