In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 juni 2019 een beschikking gegeven over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over de minderjarige, geboren in 2002. De ouders hebben al geruime tijd geen uitvoering gegeven aan hun gezag en hebben zich teruggetrokken uit het proces van zelfstandigheid van de minderjarige, die te maken heeft met transgenderproblematiek. De ouders ontkennen deze problematiek en hebben geen contact willen onderhouden met de hulpverleningsinstanties. De minderjarige verblijft momenteel bij Schakenbosch en is sinds 30 oktober 2018 onder toezicht gesteld door de kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de ouders te beëindigen en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot voogd te benoemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd door de huidige situatie en dat de ouders niet in staat zijn om hun verantwoordelijkheden te dragen. De rechtbank heeft het verzoek van de Raad toegewezen en het gezag van de ouders beëindigd, waarbij de GI is benoemd tot voogd. Tevens zijn de ouders veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording aan de voogd over het vermogen van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.