Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- (partiële) vrijspraak van het onder feit 1 ten laste gelegde, voor de periode van
- (partiële) vrijspraak van het onder feit 3 en feit 4 ten laste gelegde, voor de periode van 19 februari 2018 tot en met 24 april 2018;
- bewezenverklaring van:
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 106 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het rapport van de reclassering, alsmede tot een taakstraf van 180 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 90 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Na de schorsing van de voorlopige hechtenis op 5 april 2019 heeft de verdachte zich opnieuw gemeld bij de reclassering en heeft hij aangegeven open te staan voor een behandeling en te willen werken aan de aflossing van schulden en behoud van zijn woning.
De verdachte woont in een eigen woning, die hij heeft geërfd van zijn ouders. Er is sprake van groot achterstallig onderhoud en de woning is in verband met een bestuurlijke maatregel gesloten van 15 mei 2019 tot en met 15 augustus 2019. De verdachte woont en slaapt op dit moment in de garage bij de woning.
Uit diagnostisch onderzoek (uit 2014) blijkt dat er bij verdachte sprake is van complexe problematiek in de zin van persoonlijkheidsproblematiek, middelenproblematiek en psychosociale problematiek. Bij de verdachte is er weinig psychische lijdensdruk en weinig probleembesef.
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 106 (honderdzes) dagen;
90 (negentig) dagen niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 jaar;
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 (negentig) dagen;