In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juni 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot het bevelen van een dwangakkoord. Verzoekers, die in financiële problemen verkeerden, hadden op 19 april 2019 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan hun schuldeisers, waaronder Hoist Kredit, Hypinvest en Hoka. Hoist Kredit weigerde in te stemmen met de aangeboden regeling, terwijl de andere schuldeisers wel akkoord gingen. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de aangeboden regeling niet voldoende waarborgen bood voor de nakoming. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster, die voor 55% tot 65% arbeidsongeschikt is verklaard, onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over haar arbeidsvermogen en de redenen voor haar huidige werkloosheid. Dit gebrek aan informatie leidde tot twijfels over de haalbaarheid van de schuldregeling. De rechtbank oordeelde dat de belangen van Hoist Kredit, die een aanzienlijk bedrag te vorderen had, zwaarder wogen dan die van de verzoekers. Daarom werd het verzoek om Hoist Kredit te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.