Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder primair impliciet primair ten laste gelegde moord;
- bewezenverklaring van de onder primair impliciet subsidiair ten laste gelegde doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot
4.Waardering van het bewijs
Inleiding
spattengeduide (bloed)sporen zijn bij RNA-analyse aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van ander lichaamsmateriaal dan bloed: in een aantal gevallen gaat het om spierweefsel en in één geval om weefsel dat afkomstig is uit het centrale zenuwstelsel.
opin of omstreeks de periode van 04 december 2017 tot en met 5 december 2017 te Vlaardingen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk, die [naam slachtoffer] meermalen (met kracht) met een hard voorwerp tegen/in het gezicht en/of tegen/op het hoofd geslagen, ten gevolge waarvan voornoemde [naam slachtoffer] (op 5 december 2017) is overleden.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregelen
Vordering benadeelde partij [naam benadeelde 1]
311,17
Totaal € 9.524,62
946,04
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
nietbewezen, dat de verdachte de onder primair impliciet primair ten laste gelegde moord heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bewezen, dat de verdachte de onder primair impliciet subsidiair ten laste gelegde doodslag, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 11 (elf) jaar;
€ 26.399,62 (zegge: zesentwintigduizend en driehonderdnegenennegentig euro en tweeënzestig eurocent), bestaande uit € 8.899,62 aan materiële schade en € 17.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 26.399,62 (zegge: zesentwintigduizend en driehonderdnegenennegentig euro en tweeënzestig eurocent)), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 26.399,62 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
€ 1.265,04 (zegge: duizendtweehonderdvijfenzestig euro en vier eurocent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 1.265,04 (zegge: duizendtweehonderdvijfenzestig euro en vier eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.265,04 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
12 dagen;