ECLI:NL:RBROT:2019:496

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 januari 2019
Publicatiedatum
23 januari 2019
Zaaknummer
KTN-7404611_23012019
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onterecht ingehouden loon en schadevergoeding in kort geding

In deze zaak vordert eiser, een Multi Skilled Technician, betaling van onterecht ingehouden loon door zijn werkgever, HSOS Industrial Services B.V. Eiser stelt dat HSOS onterecht bedragen heeft ingehouden op zijn salaris voor overwerkuren, schoonmaakkosten van de bedrijfsauto en reparatiekosten van een navigatiesysteem. De kantonrechter heeft op 23 januari 2019 uitspraak gedaan in kort geding, waarbij de mondelinge behandeling op 11 januari 2019 heeft plaatsgevonden. Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met de stelling dat de ingehouden bedragen niet gerechtvaardigd zijn, terwijl HSOS zich verdedigt door te stellen dat eiser opzettelijk schade heeft veroorzaakt aan het navigatiesysteem en dat de schoonmaakkosten terecht zijn ingehouden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering en dat de ingehouden bedragen niet volledig gerechtvaardigd zijn. De rechter oordeelt dat HSOS een bedrag van € 759,- netto aan eiser moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente en een wettelijke verhoging. Daarnaast wordt HSOS veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7404611 VV EXPL 18-100
uitspraak: 23 januari 2019 (bij vervroeging)
vonnis in kort geding van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te Goes,
eiser,
gemachtigde: mr. M. IJzelenberg, advocaat te Goes,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HSOS Industrial Services B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D.C.A. van Wessel, advocaat te Barendrecht.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en HSOS.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 21 december 2018, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
de door [eiser] ter voorbereiding op de zitting toegezonden aanvullende producties.
1.1
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 januari 2019. Daarbij is [eiser] in persoon verschenen, vergezeld van mr. IJzelenberg. Namens HSOS zijn verschenen de heren [naam 1] , [functie] , en [naam 2] , administratief medewerker, vergezeld van mr. Van Wessel. Van hetgeen ter zitting is besproken, heeft de griffier aantekening gehouden.
1.2
Op verzoek van de kantonrechter is door partijen de veiligheidshelm als waarvan sprake is in de dagvaarding, althans een vergelijkbare helm meegenomen naar de mondelinge behandeling. Door [eiser] is diens blauwe veiligheidshelm meegenomen met daarop een lamp, een veiligheidsbril en oorkleppen. Door HSOS is een witte veiligheidshelm meegenomen (zonder accessoires). De helmen zijn hieronder afgebeeld.

2.De vaststaande feiten

2.1
Op 6 juni 2011 is [eiser] in dienst getreden bij HSOS. Hij bekleedt de functie van Multi Skilled Technician voor de duur van 40 uur in de week. Het loon van [eiser] bedraagt € 2.920,12 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en emolumenten.
2.2
HSOS is een bedrijf dat zich richt op algemene metaalbewerking en dan met name op de warmtebehandeling van metaal en beton, alsmede het op locatie bewerken van metaal en het monteren van buizen aan elkaar.
2.3
Vanwege het werken op locatie heeft [eiser] van HSOS de beschikking over een bedrijfsauto gekregen. Aan [eiser] is een overeenkomst voor het gebruik van de bedrijfsauto verstrekt. In de overeenkomst zijn, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“artikel 3.1De werknemer dient de in artikel 2 genoemde bedrijfsauto na ingebruikneming te behandelen conform de regels voor een goed beheer. […] Werknemer houdt de auto in goede staat en draagt zo nodig zorg voor het op tijd verrichten van onderhoud en reparatie.
artikel 3.7Schade aan de auto en/of het interieur van de auto, die het gevolg is van nalatigheid en/of ondeskundig gebruik van de auto, komt in beginsel voor rekening van werknemer.
artikel 3.9Werknemer dient in geval van schade aan de bedrijfsauto, op welke wijze dan ook veroorzaakt, onverwijld, dat wil zeggen binnen 24 uur, de werkgever in te lichten. […] Bij schades aan de bedrijfsauto’s door schuld wordt er een eigen risico in rekening gebracht van € 250,- per schade.”
2.4
Op enig moment is door toedoen van [eiser] schade ontstaan aan het navigatiesysteem in de bedrijfsauto.
2.5
Op het loon over de maand oktober 2018 heeft HSOS ingehouden: een bedrag van € 184,61 bruto (11 uren overwerk à 100%) en een bedrag van € 1.009,00 netto (bestaande uit € 250,- aan schoonmaakkosten bedrijfsauto en € 759,- netto aan reparatiekosten navigatiesysteem). HSOS heeft ook nog andere bedragen ingehouden, maar daar verzet [eiser] zich niet tegen.
2.6
Door en namens [eiser] is HSOS aangeschreven over te gaan tot betaling van een bedrag van € 1.193,61 vanwege ten onrechte verrekende bedragen met het salaris van de maand oktober 2018.

3.De vordering

3.1
[eiser] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening, HSOS zal worden veroordeeld om aan [eiser] te betalen:
een bedrag van € 1.193,61 netto ter zake van achterstallig salaris;
een bedrag van € 596,81 netto ter zake van de wettelijke verhoging van 50% over het niet tijdig betaalde loon;
de wettelijke rente over het onder a gevorderde bedrag vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag van volledige betaling;
een bedrag van € 179,04 netto ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
en bedrag ter zake van de proceskosten, alsmede de nakosten.
3.2
[eiser] legt aan zijn vordering nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst ten grondslag. HSOS heeft ten onrechte een bedrag van € 250,- netto aan reinigingskosten voor de bedrijfsauto en € 759,- netto aan reparatiekosten voor het navigatiesysteem verrekend met het salaris van [eiser] . Ook is door HSOS ten onrechte een bedrag van € 184,61 bruto aan overwerkuren in mindering gebracht op zijn salaris. De wettelijke verhoging is HSOS verschuldigd op grond van artikel 7:625 BW. Tevens is HSOS de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

4.Het verweer

4.1
HSOS heeft tot afwijzing van de vordering geconcludeerd. Zij voert aan dat [eiser] ten aanzien van het navigatiesysteem opzettelijk dan wel bewust roekeloos heeft gehandeld door met zijn vuist op het navigatiesysteem te slaan. HSOS betwist dat zij ten onrechte een bedrag aan reinigingskosten voor de bedrijfsauto in rekening heeft gebracht, alsmede dat zij ten onrechte een bedrag aan overwerkuren in mindering heeft gebracht op het salaris van oktober 2018.

5.De beoordeling

5.1
Voldoende is gebleken dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de door [eiser] gevorderde voorziening, zodat [eiser] ontvankelijk is in zijn vordering.
5.2
In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanig kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopige oordeel over het geschil tussen partijen.
Reparatiekosten navigatiesysteem:
5.3
Artikel 7:661 BW bepaalt dat de werknemer, die bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan de werkgever, hiervoor niet tegenover de werkgever aansprakelijk is behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid. Niet in geschil is dat [eiser] ten tijde van het veroorzaken van schade aan het navigatiesysteem bezig was met het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst. De vraag is derhalve of [eiser] de schade aan het navigatiesysteem opzettelijk of bewust roekeloos heeft veroorzaakt.
5.4
[eiser] voert aan dat de schade aan het navigatiesysteem ontstaan is nadat hij zijn veiligheidshelm via het raam van de bedrijfsauto naar binnen heeft gegooid. De helm belandde per ongeluk op het navigatiesysteem waardoor het scherm stuk is gegaan. HSOS voert daarentegen aan dat [eiser] het navigatiesysteem niet met zijn veiligheidshelm kapot heeft gemaakt, maar door een harde vuistslag.
5.5
Partijen zijn verdeeld over de vraag hoe de schade aan het navigatiesysteem veroorzaakt is. De kantonrechter heeft tijdens de zitting vastgesteld dat de veiligheidshelm van [eiser] zwaar is en over meerdere uitsteeksels beschikt waardoor, ermee gooiend, betrekkelijk snel schade kan worden veroorzaakt aan het navigatiesysteem. Het antwoord op de vraag of de schade aan het navigatiesysteem ontstaan is door een vuistslag of door het gooien van de veiligheidshelm kan in het midden blijven. Beide gedragingen zijn namelijk (op zijn minst) als bewuste roekeloosheid aan te merken. Gelet hierop kan het verweer van [eiser] dat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de reparatiekosten aan het navigatiesysteem worden verworpen en is hij in beginsel de reparatiekosten van € 759,- verschuldigd.
5.6
HSOS voert aan dat [eiser] de volledige reparatiekosten van het navigatiesysteem moet vergoeden aangezien hij de schade aan het navigatiesysteem niet binnen 24 uur heeft gemeld bij HSOS waardoor [eiser] conform de gebruiksovereenkomst volledig aansprakelijk is voor de veroorzaakte schade. Dit treft geen doel nu uit (artikel 3.9 van) de gebruiksovereenkomst wel kan worden afgeleid dat een schade binnen 24 uur moet worden gemeld bij de werkgever, maar niet dat niet tijdig melden tot de verplichting leidt om de schade volledig te vergoeden. Uit artikel 3.9 van de gebruiksovereenkomst kan voorts worden afgeleid dat in het geval van schade aan de bedrijfsauto door schuld van de werknemer een eigen risico van € 250,- in rekening wordt gebracht en niet het volledige bedrag aan reparatiekosten.
5.7
Gelet op het voorgaande is [eiser] het eigen risico van € 250,- netto aan HSOS verschuldigd. Nu HSOS over het salaris van oktober 2018 een bedrag van € 759,- netto heeft ingehouden vanwege reparatiekosten aan het navigatiesysteem, dient [eiser] nog een bedrag van € 509,- netto te ontvangen van HSOS.
Schoonmaakkosten bedrijfsauto
5.8
[eiser] betwist dat de bedrijfsauto ernstig vervuild werd ingeleverd. HSOS stelt dat [eiser] elke vorm van onderhoud aan de bedrijfsauto heeft nagelaten en dat hij volgens de gebruiksovereenkomst gehouden is de auto in goede staat te houden en te zorgen voor onderhoud en reparatie (artikel 3.1). Ter onderbouwing van zijn betwisting voert [eiser] aan dat uit de door HSOS overgelegde foto’s niet kan worden afgeleid dat (het interieur van) de bedrijfsauto ernstig vervuild was en dat hij van HSOS niet de gelegenheid heeft gekregen om de bedrijfsauto schoon te maken. HSOS heeft hiertegenover niet meer aangevoerd dan dat de bedrijfsauto daadwerkelijk ernstig vervuild was. HSOS heeft erkend dat zij [eiser] niet in de gelegenheid heeft gesteld om zelf de bedrijfsauto schoon te maken alvorens een schoonmaakbedrijf in te schakelen. Uit de overgelegde foto’s kan bovendien onvoldoende worden afgeleid dat de bedrijfsauto ernstig vervuild was. Aldus is door HSOS ten onrechte een bedrag van € 250,- netto aan schoonmaakkosten ingehouden. Ook dit bedrag dient zij alsnog aan [eiser] te betalen.
Overwerkuren:
5.9
[eiser] heeft aangevoerd dat HSOS over het loon van oktober 2018 ten onrechte 11 100%-overwerkuren, overeenkomend met een bedrag van € 184,61 bruto, in mindering heeft gebracht. Tijdens de zitting heeft HSOS uitgelegd dat zij die 100%-uren heeft afgetrokken omdat [eiser] in plaats daarvan een aantal 125%-overuren, 130%-overuren en/of 150%-overuren had gemaakt. De kantonrechter heeft geconstateerd dat deze uitleg strookt met de salarisstrook over oktober 2018. De uitleg van HSOS is door [eiser] niet weersproken. Ook zijn er door [eiser] geen feiten en/of omstandigheden gesteld die ertoe leiden dat getwijfeld kan worden aan de uitleg van HSOS. De vordering van [eiser] betreffende de overwerkuren van € 184,61 bruto zal dan ook worden afgewezen.
5.1
Uit het vorenstaande kan worden afgeleid dat HSOS in totaal een bedrag van € 759,- netto ten onrechte op het salaris van [eiser] heeft ingehouden en aan hem verschuldigd is. Over dat bedrag is HSOS de wettelijke verhoging in de zin van artikel 7:625 BW verschuldigd. De wettelijke verhoging op voornoemd bedrag zal worden gematigd tot 20% en een bedrag van € 151,80 netto zal worden toegewezen.
5.11
[eiser] maakt tevens aanspraak op vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Uit de door [eiser] overgelegde stukken blijkt dat door en namens [eiser] meerdere brieven/e-mails aan HSOS zijn gestuurd om HSOS te bewegen over te gaan tot betaling van het salaris. Aan buitengerechtelijke incassokosten wordt een bedrag toegewezen overeenkomstig het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en berekend over het toe te wijzen bedrag aan hoofdsom (€ 759,-), zodat een bedrag van € 113,85 zal worden toegewezen.
5.12
De wettelijke rente zal worden toegewezen over het bedrag van € 759,-, aangezien er voor toewijzing over een hoger bedrag geen deugdelijke grondslag is gesteld.
5.13
HSOS zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
5.14
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T.

6.De beslissing

De kantonrechter
:
treft de volgende voorlopige voorzieningen:
veroordeelt HSOS aan [eiser] te betalen een bedrag van € 759,- netto, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dat bedrag vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt HSOS aan [eiser] te betalen een bedrag van € 151,80 netto aan wettelijke verhoging;
veroordeelt HSOS tot betaling aan [eiser] van € 113,85 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt HSOS in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op:
  • € 226,- aan griffierecht;
  • € 102,80 aan dagvaardingskosten;
  • € 480,- aan salaris voor de gemachtigde;
  • de bedragen vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
  • en indien HSOS niet binnen veertien dagen na aanschrijving vrijwillig aan dit vonnis heeft voldaan, € 50,- aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,- aan betekeningskosten onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
35789