In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de gemeente Rotterdam over meerwerk en afwijkingen in het kader van een aannemingsovereenkomst voor werkzaamheden aan de Maastunnel. De gemeente had werkzaamheden laten verrichten door de aannemer Hompert-Renes B.V., waarbij [eiseres] als onderaannemer was betrokken. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden heeft [eiseres] verschillende afwijkingen ingediend, waarvoor zij betaling heeft gevorderd. De gemeente heeft deze vorderingen betwist en verzocht om afwijzing van de claims.
De rechtbank heeft de procedure in detail behandeld, waarbij de verschillende afwijkingen en de bijbehorende kosten zijn besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geschillen bestonden over de vergoeding van meerwerk, met name met betrekking tot de kosten voor betonreparaties, uitvoeringskosten door uitloop, en extra mortel die moest worden aangebracht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente de toeslagen voor weekend- en nachtwerk verschuldigd is, en heeft een bedrag van € 37.790,64 exclusief BTW toewijsbaar geacht voor de eerste afwijking. Voor de tweede afwijking heeft de rechtbank een bedrag van € 49.439,07 exclusief BTW toegewezen.
Met betrekking tot de derde en vierde afwijking, die betrekking hadden op meer mortel, heeft de rechtbank geoordeeld dat de gemeente niet gehouden was om extra vergoedingen te betalen, omdat [eiseres] niet aan haar verplichtingen heeft voldaan om de laagdikte metingen correct uit te voeren. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiseres] op dit punt afgewezen. De rechtbank heeft partijen aangespoord om in overleg te treden over de resterende geschilpunten en heeft de mogelijkheid van tussentijds hoger beroep open gesteld.