ECLI:NL:RBROT:2019:4807

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2019
Publicatiedatum
14 juni 2019
Zaaknummer
7400552 CV EXPL 18-8195
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-concurrentiebeding in niet ondertekend arbeidsvoorwaardenreglement en verval door toezending nieuwe voorwaarden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 13 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, de besloten vennootschap InAxtion B.V. Het geschil betreft de geldigheid van een non-concurrentiebeding dat in een arbeidsvoorwaardenreglement was opgenomen, maar niet door de werknemer was ondertekend. De werknemer had zijn dienstverband opgezegd en vorderde dat werd verklaard dat er geen relatiebeding, geheimhoudingsbeding of concurrentiebeding van kracht was tussen hem en InAxtion. Hij stelde dat het non-concurrentiebeding in 2012 was komen te vervallen, toen hem een nieuwe versie van de arbeidsvoorwaarden werd toegestuurd zonder het beding. De kantonrechter oordeelde dat het aan de werkgever was om te bewijzen dat het beding geldig was, en dat de werknemer erop mocht vertrouwen dat de nieuwe voorwaarden het oude beding vervielen. De rechter verklaarde dat er geen non-concurrentiebeding van kracht was en veroordeelde InAxtion in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7400552 CV EXPL 18-8195
uitspraak: 13 juni 2019
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
gemachtigde: mr. I.B. Jansse,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
InAxtion B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D.M.A. Oud.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘Inaxtion’.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 30 november 2019, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
het tussenvonnis van 7 februari 2019 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
de akte met wijziging van eis van [eiser] ;
de akte van 19 april 2019 van Inaxtion met producties;
de akte van 27 april 2019 van [eiser] met producties;
de aantekening dat de comparitie heeft plaatsgevonden op 1 mei 2019.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
[eiser] is op 7 november 2007 bij Inaxtion in dienst getreden als ‘senior intercedent’. In de door partijen opgestelde arbeidsovereenkomst staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“Werknemer verklaart:
(…) Het “werken voor Inaxtion” […] ontvangen en gelezen te hebben en met de bepalingen daarin akkoord te gaan.”
2.3
In het destijds geldende document “werken voor Inaxtion” stond – voor zover hier van belang – het volgende:
Geheimhouding
Al hetgeen u bij de uitvoering van uw functie gewaar wordt en waarvan u redelijkerwijs kunt vermoeden dat bekendmaking hiervan werkgever en/of opdrachtgever schaadt, dient u geheim te houden. (geheimhoudingsplicht) Indien u de geheimhoudingsplicht verbreekt zal er zonder gerechtelijke tussenkomst een direct opeisbare boete van 500 euro in rekening worden gebracht en 100 euro voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.
Concurrentiebeding
Het is nimmer toegestaan, anders dan in het kader van deze arbeidsovereenkomst om gedurende de looptijd van deze overeenkomst op directe en/of indirecte wijze zakelijke relaties aan te houden met cliënten van de Inaxtion groep en of diens personeelsleden. Dit artikel is ook van toepassing gedurende een periode van 12 maanden na afloop daarvan binnen een straal van dertig kilometer van de vestiging(en) c.q. werkmaatschappijen van werkgeefster waar werknemer het afgelopen jaar heeft gewerkt. Indien werknemer in strijdt handelt zal hij terstond en zonder gerechtelijke tussenkomst een direct opeisbare boete van 2500 euro verbeuren, benevens een boete van 500 euro voor iedere dag of deel van de dag dat de overtreding duurt, onverminderd haar gehoudenheid tot vergoeding van alle door werkgeefster opkomende en/of te lijden schade.”
2.4
Op 31 juli 2012 heeft [naam] namens Inaxtion – voor zover hier van belang - het volgende geschreven aan [eiser] :
“Beste [eiser] ,
Bij controle van je personeelsdossier zag ik dat het arbeidsreglement niet getekend aanwezig is. Deze heb ik bijgevoegd. Wil je het arbeidsreglement op elk pagina paraferen en op de laatste pagina je naam, de datum en handtekening zetten en naar me terugsturen? (…)”
In het bijgevoegde document, getiteld
“Werken voor InAxtion Uitzendgroep B.V.”is geen geheimhoudings-, relatie- of non-concurrentiebeding opgenomen.
2.5
[eiser] heeft het dienstverband opgezegd met ingang van 1 oktober 2018.

3.Het geschil

3.1
[eiser] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I.
primair:voor recht wordt verklaard dat tussen [eiser] en Inaxtion geen relatiebeding, geheimhoudingsbeding en concurrentiebeding van kracht is, althans dat de bedingen die zijn opgenomen in het document “werken voor Inaxtion” niet tussen partijen gelden;
subsidiair:voor het geval er sprake zou zijn van een geldige relatiebeding, dat deze wordt vernietigd, althans wordt beperkt;
II. Inaxtion wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.2
[eiser] legt het volgende aan zijn vordering ten grondslag. Tussen partijen geldt geen non-concurrentiebeding. Als tussen partijen al een non-concurrentiebeding gold, dan is het in 2012 komen te vervallen. Subsidiair stelt [eiser] zich op het standpunt dat de bedingen (gedeeltelijk) moeten worden vernietigd.
3.3
Inaxtion heeft verweer gevoerd. Op dat verweer zal – voor zover nodig – hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Uit artikel 7:653 lid 1 BW, zoals dat gold tijdens het aangaan van de arbeidsovereenkomst in 2007, volgt dat een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij de werknemer wordt beperkt in de bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, slechts geldig is indien zulks schriftelijk is overeengekomen.
4.2
Aan dit schriftelijkheidsvereiste is ook voldaan indien, zoals hier aan de orde, het non-concurrentiebeding is opgenomen in een regeling waarnaar in de arbeidsovereenkomst wordt verwezen (HR 28 maart 2008, NJ 2000/503). In dat geval geldt wel het vereiste dat de arbeidsvoorwaarden als bijlage bij het ondertekende document waren gevoegd en in het document naar die arbeidsvoorwaarden is verwezen (HR 3 maart 2017, NJ 2017/126). De bewijslast op dit punt ligt bij de partij die zich op het beding beroept, in dit geval Inaxtion.
4.3
In geschil is of aan het hiervoor genoemde vereiste is voldaan. [eiser] betwist immers dat het document “werken bij Inaxtion” bij het aangaan van de overeenkomst aan hem als bijlage is verstrekt. Hij heeft er weliswaar voor getekend dat hij kennis heeft genomen van het document maar daaruit blijkt niet dat het als bijlage aan de arbeidsovereenkomst was gehecht. Het zou dan ook aan Inaxtion zijn om hiervan bewijs te leveren, aldus [eiser] .
4.4
Het vorenstaande kan in het midden blijven. Vaststaat immers dat Inaxtion in 2012 een nieuwe versie van “Werken bij Inaxtion” aan [eiser] heeft toegestuurd met het verzoek deze getekend te retourneren. Voor zover Inaxtion zich op het standpunt heeft willen stellen dat het bijgevoegde document niet het door [eiser] in het geding gebrachte document betreft, heeft zij dat onvoldoende onderbouwd. [eiser] heeft ter zitting de envelop getoond waarin de documenten aan hem zijn toegestuurd en hij heeft er een verklaring voor gegeven dat het document niet eerder in het geding heeft gebracht. De door [eiser] overgelegde versie wijkt bovendien af van de versie uit 2015. Het lag op de weg van Inaxtion als werkgever om het personeelsdossier op orde te houden. Dat zij niet meer kan nagaan welke versie destijds aan [eiser] is gestuurd, dient daarom voor haar rekening en risico te komen.
4.5
[eiser] mocht er gelet op het vorenstaande op vertrouwen dat, ervan uitgaande dat de bedingen rechtsgeldig waren overeengekomen, deze met het in werking treden van de nieuwe versie van het document “werken voor Inaxtion” kwamen te vervallen. Het lag op de weg van Inaxtion om. indien zij dat wenste, aan [eiser] kenbaar te maken dat de bedingen uit de oude regeling van kracht zouden blijven, temeer nu het haar eigen keuze was om de bedingen niet in de arbeidsovereenkomst zelf maar in een apart document op te nemen. De gevorderde verklaring van recht zal daarom worden toegewezen.
4.6
Inaxtion zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
:
verklaart voor recht dat tussen [eiser] en Inaxtion geen relatiebeding, geheimhoudingsbeding of concurrentiebeding van kracht is;
veroordeelt Inaxtion in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 79,00 aan griffierecht, € 102,80 aan dagvaardingskosten en € 420,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
371