In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 13 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, de besloten vennootschap InAxtion B.V. Het geschil betreft de geldigheid van een non-concurrentiebeding dat in een arbeidsvoorwaardenreglement was opgenomen, maar niet door de werknemer was ondertekend. De werknemer had zijn dienstverband opgezegd en vorderde dat werd verklaard dat er geen relatiebeding, geheimhoudingsbeding of concurrentiebeding van kracht was tussen hem en InAxtion. Hij stelde dat het non-concurrentiebeding in 2012 was komen te vervallen, toen hem een nieuwe versie van de arbeidsvoorwaarden werd toegestuurd zonder het beding. De kantonrechter oordeelde dat het aan de werkgever was om te bewijzen dat het beding geldig was, en dat de werknemer erop mocht vertrouwen dat de nieuwe voorwaarden het oude beding vervielen. De rechter verklaarde dat er geen non-concurrentiebeding van kracht was en veroordeelde InAxtion in de proceskosten.