4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 21 januari 2019 te Rotterdam op de openbare weg, te weten de Schans, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Iphone 6S kleur grijs) en een riem (merk Gucci kleur bruin), toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld bestond uit het:
- uit de handen rukken en/of trekken van de mobiele telefoon van die [naam slachtoffer 1] en
- onverhoeds losmaken van de riem van die [naam slachtoffer 1] ;
2.
hij op 21 januari 2019 te Rotterdam [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- een mes te tonen en/of voor te houden aan die [naam slachtoffer 1] en
- daarbij die [naam slachtoffer 1] de volgende woorden toe te voegen: “Jij moet gaan zorgen dat mijn schoenen terug komen. Anders ben je echt de lul”
3.
hij op 21 januari 2019 te Rotterdam [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door met kracht te slaan en/of stompen tegen het hoofd van die [naam slachtoffer 1] , ten gevolge waarvan die [naam slachtoffer 1] ten val kwam;
4.
hij op 21 januari 2019 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een ruit (van een woning gelegen aan de [adres delict] ), geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , heeft vernield door een stoeptegel te gooien door voornoemde ruit;
5.
hij te Rotterdam op 26 november 2018 opzettelijk wederrechtelijk een motorrijtuig, (Mercedestype E met kenteken [kentekennummer] ), toebehorende aan [naam slachtoffer 3] , als bestuurder heeft gebruikt op de weg, de Slinge;
6.
hij op 26 november 2018 te Rotterdam als bestuurder van een motorrijtuig (een personenauto) heeft gereden op de weg, De Slinge, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.