Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de zaak met parketnummer 10/162591-18, bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/018966 ten laste gelegde en bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/177315-18 primair ten laste gelegde;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar;
- primair, indien de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt opgelegd, afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaken met parketnummers 22/003667-16, 22/002028-18 en 22/000581-17, subsidiair, als de voornoemde maatregel niet wordt opgelegd, toewijzing van deze vorderingen.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
5.Waardering van het bewijs
6.Strafbaarheid feit/en
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering maatregel
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
11.Vorderingen tenuitvoerlegging
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Bijlagen
14.Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
- gelast de teruggave aan de verdachte van de boormachine en de doos met 34 boortjes;
€ 150,00vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
wijst af wat door de benadeelde partij [naam benadeelde 2] meer of anders is gevorderd;
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro)bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] te betalen
€ 1.500,00(hoofdsom,
zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 1.500,00vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
25 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;