Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties, ontvangen op 8 maart 2019;
- het verweerschrift, met producties;
- de door [verzoekster] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling overgelegde producties.
2.De vaststaande feiten
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
4.Het verweer
5.De beoordeling
En op deze voet wil en kan ik niet verder met [verzoekster] er moet eens geluisterd worden naar mij en wat ik zeg want hoe leuk ik het ook vind dit werk. Als de vertrouwen er niet meer is dan is het voor mij heel snel klaar!”. Volgens [naam 1] was zij erg geschrokken van deze reactie van [verweerder] .
duidelijk boos en verbaal agressief optrad tegenover mevrouw [naam 1]” en dat dit dermate heftig was dat hij “
op het punt stond om tussen beiden te komen omdat het dreigde non-verbaal te worden”. Volgens [naam 3] werd door [verweerder] vervolgens een deur hard dichtgeslagen, heeft [verweerder] zijn spullen gepakt en het pand verlaten door de voordeur met enig geweld dicht te doen. De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is gebleken dat [verweerder] op 29 november 2018 veel te ver is gegaan en hierdoor een flinke verstoring in de arbeidsverhouding is ontstaan, dit mede bezien in het licht van de heftige en dwingende reactie van [verweerder] in zijn hiervoor gemelde mail d.d. 14 november 2018.