Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ontvangen op 22 maart 2019;
- het verweerschrift;
- de pleitnota van mr. Dornstedt;
- de overgelegde producties.
2.De vaststaande feiten
(..) Middels deze brief ontvangt u een schriftelijke waarschuwing in verband met het niet nakomen van uw re-integratie verplichtingen.
(…) Op 25 september 2018 bent u gestart met aangepast werk op locatie Dupont te Dordrecht, voor 2 dagen per week, op dinsdag en vrijdag. Op 3 oktober 2018 heeft u contact gehad met mevrouw [naam 1] (Casemanager) over uw re-integratie. U gaf aan dat het werk voor u te zwaar was en u tijdelijk fysieke beperkingen heeft. Op 3 oktober 2018 hebben wij met u afgesproken dat u vrijdag 5 oktober 2018 nog thuis blijft en u op dinsdag 9 oktober 2018 het aangepaste werk bij Dupont hervat. (…)
Bij deze bevestigen wij voor de allerlaatste maal dat u uw re-integratie verplichtingen dient na te komen. Bij de eerstvolgende overtreding, in welke vorm dan ook, zijn wij genoodzaakt het dienstverband met u, met onmiddellijke ingang te beëindigen.”
(…) Tijdens telefoongesprekken met mevrouw [naam 1] op 9 januari en mw. [naam 3] op 15 januari 2019 heeft u ons laten weten dat u op eigen initiatief na zo’n 14 dagen op 9 januari 2019 uw opname en behandeling in de Anteskliniek in Poortugaal heeft afgebroken. Met het uit eigen beweging afbreken van een opname en behandeling bent u opnieuw in de fout gegaan, doordat u daarmee uw herstel belemmert en uw re-integratieverplichtingen wederom schendt. Dit is de reden dat mw. [naam 3] u – conform de uitdrukkelijke aanzegging en waarschuwing die u is uitgereikt op 18 december 2018 – heeft verteld tijdens datzelfde telefoongesprek dat in ieder geval uw loonbetaling per 15 januari 2019 is stopgezet. Wij zullen dit nog corrigeren naar een stopzetting met ingang van 9 januari 2019.”
Vanuit de medische informatie die ik gehad heb kan ik concluderen dat de indicatie tot opname in de kliniek goed onderbouwd was door zijn behandelaars. Zij probeerden middels deze opname diverse doelen te bereiken.
3.Het verzoek
- de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden, primair wegens (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten door [verweerder] , meer in het bijzonder het niet nakomen van re‑integratieverplichtingen, en subsidiair wegens een (ernstig) verstoorde arbeidsverhouding;
- primair en subsidiair: bij het bepalen van de einddatum, in afwijking van artikel 7:671b lid 8 onderdeel a BW, geen rekening te houden met de opzegtermijn, maar de arbeidsovereenkomst onmiddellijk te ontbinden omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verweerder] (lid 8b);
- te bepalen dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten, zodat hij geen recht heeft op een transitievergoeding (artikel 7:673 lid 7 aanhef en onderdeel c BW);
- [verweerder] te veroordelen in de proceskosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling van het verzoek
ernstigverwijtbaar moet worden aangemerkt. Die vraag wordt, gelet op hetgeen hiervoor onder 5.5 en 5.6 is overwogen, bevestigend beantwoord. Daarbij wordt meegewogen dat de verzoeken van [verzoekster] niet onredelijk waren, [verweerder] gedurende een periode van meer dan een jaar zijn verplichtingen niet of nauwelijks is nagekomen en de maatregelen en sommaties van de zijde van [verzoekster] niet het gewenste effect hebben gehad. De arbeidsovereenkomst wordt dan ook met ingang van heden ontbonden (artikel 7:671b lid 8 sub b BW).