Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 mei 2019 in de zaken tussen
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
“binnen enkele jaren (max. 5 jaar)”te komen tot beëindiging van de gedwongen winkelnering. De gedwongen winkelnering was dus nog niet beëindigd en werd door de evaluatie ook niet direct beëindigd. In de praktijk heeft BOOR ook daadwerkelijk nog een aantal jaar diensten afgenomen bij Prosco en uiteindelijk Vizyr. Daartoe was ook in juli 2012 een dienstverleningsovereenkomst afgesloten. Dat uiteindelijk die overeenkomst door Boor in november 2012 is opgezegd, moet ook worden gezien in het licht van het feit dat er een opzegtermijn van vier jaar was overeengekomen in de dienstverleningsovereenkomst. Alles bij elkaar genomen kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden geconcludeerd dat de evaluatie heeft geleid tot het opheffen van de gedwongen winkelnering noch dat er als gevolg daarvan personele consequenties in de zin van ontslagen hebben plaatsgevonden op grond waarvan een nieuw Sociaal Plan met een terugkeergarantie had moeten worden opgesteld.