ECLI:NL:RBROT:2019:4374
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot opheffing van conservatoir beslag op schepen in kort geding
Op 18 april 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen Ark Shipping Company LLC (Ark) en Silverburn Shipping (IOM) Ltd (Silverburn) betreffende de opheffing van conservatoir beslag op de schepen Ark-11 en Ark-12. Silverburn had beslag gelegd op deze schepen in het kader van een zeerechtelijke vordering die voortvloeit uit een rompbevrachtingsovereenkomst met betrekking tot het schip Arctic, dat eigendom is van Silverburn. Ark verzocht de rechtbank om de opheffing van de beslagen, stellende dat de beslagen niet toelaatbaar waren op grond van het Beslagverdrag en dat de onderbouwing van de vordering ondeugdelijk was. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat Silverburn voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de Ark-11 niet toereikend is om de volledige vordering te verhalen, en dat het tweede beslag op de Ark-12 niet in de weg staat aan de vordering van Silverburn. De voorzieningenrechter heeft de stellingen van Ark over het Beslagverdrag verworpen en geconcludeerd dat de belangenafweging in het nadeel van Ark uitvalt, aangezien Ark ondanks eerdere rechterlijke uitspraken nog steeds de beschikking heeft over het schip Arctic en daarmee inkomsten genereert. De vorderingen van Ark zijn afgewezen en Ark is veroordeeld in de proceskosten van Silverburn, die zijn begroot op € 1.619,00.