Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
raadsvrouw mr. W. van der Voet, advocaat te Rotterdam.
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 t/m 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 10 maanden met aftrek
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel);
- oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.verkrachting
2.poging verkrachting
3.Mishandeling
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 7 (zeven) maanden,
maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigenen adviseert deze maatregel ten uitvoer te leggen in
RJJI [naam inrichting];
€ 8.809,25 (zegge: achtentachtighonderd en negen euro en vijfentwintig eurocent), bestaande uit € 1.309,25 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 8.809,25 (hoofdsom, zegge: achtentachtighonderd en negen euro en vijfentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 200,- (zegge: tweehonderd euro),bestaande uit € 200,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 juni 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 200,-(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;