Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal melden bij de reclassering;
- oplegging van de maatregel ex artikel 38v Wetboek van Strafrecht strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende dat de verdachte zich zal onthouden van contact met aangevers [naam aangeefster] , [naam aangever 1] en [naam aangever 2] , alsmede zich niet zal ophouden in de straten [straat 1] , [straat 2] en [straat 3] te [plaats 1] , voor de duur van 5 jaar met vervangende hechtenis voor de duur van 2 weken voor iedere keer dat verdachte niet aan de maatregel voldoet; dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel.
4.Waardering van het bewijs
Gebakken gaat u ook krijgen op verschillende plekken in.en.om.uomgeving” en "Achter.uw huis en voor en.in.de.buurt liggen.verschillende lekkernijen.voor uw hond”.Gelet op de inhoud van deze berichten, de korte tijdsspanne tussen het aantreffen van (gebakken) sponzen in de tuin van de moeder van aangeefster en het feit dat aangeefster een hond heeft, is de rechtbank van oordeel dat de schrijver van de berichten weet moet hebben gehad van het plaatsen van de sponzen. De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat het facebookaccount van [naam 4] toe te schrijven is aan de verdachte. Aangeefster heeft bovendien verklaard dat zij verdachte op 27 april 2018 heeft ontmoet, waarbij hij tegen haar heeft gezegd dat hij weet dat er wat in de tuin is gegooid. Ter terechtzitting heeft de verdachte ontkend aangeefster op die datum te hebben ontmoet en heeft hij verklaard dat hij op dat moment aan het werk moet zijn geweest. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte niet aannemelijk nu vrijdag 27 april 2018 een nationale feestdag was en enige onderbouwing dat hij toen aan het werk zou zijn geweest, ontbreekt.
“Van de weken ga je merken hoever ik ga om, mijn liefde te tonen of mijn gelijk te krijgen dat gebeurt bij [naam 7] dat lees je zonder meer in de krant WIS DIT BERICHT MAAR”. De vrouw van aangever [naam aangever 1] heet [naam 7] en is een kennis van aangeefster [naam aangeefster] . Dat dit bericht erop zou zien dat verdachte de straat bij [naam 7] zo vol met bloemen zou zetten dat dit de krant zou halen, zoals hij op zitting verklaarde, is niet aannemelijk geworden: er zijn geen bloemen bij haar gestrooid, er heeft een brand gewoed. Bovendien valt niet in te zien waarom – als het om bloemen zou gaan – het bericht gewist zou moeten worden. Daarnaast heeft verdachte op 25 februari 2018, in een groepsgesprek op de whatsapp over die brand gesproken. Uit het gesprek maakt de rechtbank op dat verdachte kort na het ontstaan van de brand wist dat de bus van [naam 7] op de [straat 1] was uitgebrand. De verdachte heeft vervolgens geappt met [naam 8] . De verdachte schreef eerst dat karma het had gedaan en [naam 8] schreef daarna dat hij hoopte dat de verdachte dit soort grappen niet bij hem uithaalt; de verdachte zegt dan dat hij in Ahoy was. De rechtbank leidt daaruit af dat dit nog steeds ging over de brand van de bus van [naam aangever 1] . In reactie op de opmerking over Ahoy schreef [naam 8] vervolgens “Dat had je verteld dat jij het niet deed”, “maar een ander liet doen”. Uit deze berichten blijkt dat [naam 8] wist of in ieder geval er rekening mee hield dat de verdachte achter de brand zat en, belangrijker, dat de verdachte tegen [naam 8] eerder had gezegd dat hij die brandstichting – althans dat soort zaken – door een ander liet doen. Tijdens de eerder genoemde ontmoeting tussen verdachte en aangeefster [naam aangeefster] op 27 april 2018, heeft verdachte volgens aangeefster ook verklaard: "Die brand, je weet dat dat bij mij vandaan komt. Dat is een waarschuwing voor jou". Ook dat past bij een brandstichting die de verdachte heeft laten uitvoeren. Tegenover deze berichten en deze verklaring van aangeefster staat geen overtuigende uitleg van de zijde van de verdachte.
hij in
de periode van01 februari 2018 tot en met 21 januari 2019 te
[plaats 2] en/of [plaats 1] , gemeente Nissewaard,
in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer] ,
door
- die [naam slachtoffer] middels meerdere valse facebookaccounts
een groot aantal berichten te sturen en
- die [naam slachtoffer] een grootaantal whatsappberichten te sturen
en
- een (groot) aantal sponzen en gebakken sponzen in de voortuinen
en/of de nabijheid van de woning van de moeder van die [naam slachtoffer] te plaatsen, zodat de
honden van
die [naam slachtoffer] deze zouden opeten en
- meerdere kennissen en/of familieleden van die [naam slachtoffer]
middels meerdere valse facebookaccounts een (groot) aantal
berichten te sturen
- voertuigen toebehorende aan
kennissen van die [naam slachtoffer] in de brand te steken,
met het oogmerk die [naam slachtoffer] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
hij op 25 februari 2018 te [plaats 1] , gemeente Nissewaard
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
brandbare stof en/of
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief (voorwerp) aan
te steken en/of tot ontploffing te brengen in de nabijheid van een
bedrijfsvoertuig (Iveco 35S13, kenteken: [kentekennummer 1]
ten gevolge waarvan datbedrijfsvoertuig (Iveco 35S13, kenteken:
geheel is verbrand, in elk
geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor dat bedrijfsvoertuig en zich in de
nabijheid van dat voertuig bevindende goederen, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen, te duchten was.
hij op 8 mei 2018 te [plaats 1] , gemeente Nissewaard
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
brandbare stof in de nabijheid van een
bestelauto (Iveco 50c18v Euro 4, kenteken [kentekennummer 2]
ten gevolge waarvan diebestelauto (Iveco 50c18v Euro 4, kenteken
geheel is verbrand, in elk
geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor voornoemde bestelauto en zich in
de nabijheid van die auto bevindende goederen, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen, te duchten was.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen
- de vordering van [naam benadeelde 1] dient te worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu de gevorderde immateriële schade niet is onderbouwd met medische stukken;
- de vordering van [naam benadeelde 2] ten aanzien van de immateriële schade dient te worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk te worden verklaard, bij gebreke aan voldoende onderbouwing;
- ten aanzien van de vordering van [naam benadeelde 3] is de hoogte van de gevorderde materiële schade betwist. Het vaststellen van de dagwaarde van de auto is onvoldoende onderbouwd. De kosten van de huurauto kunnen niet op verdachte worden afgewenteld. Daarnaast kan niet worden vastgesteld of de goederen in de auto daadwerkelijk zijn beschadigd. De vordering is ten aanzien van de immateriële schade ook onvoldoende onderbouwd.
- voor alle vorderingen wordt het causale verband tussen het betreffende strafbare feit en de schade betwist.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaar;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
2 (twee) weken, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1:
[naam benadeelde 1], een bedrag van
€ 1500,- (zegge: vijftienhonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, met niet-ontvankelijk verklaring van het resterende deel van de vordering van deze benadeelde partij;
[naam benadeelde 2], een bedrag van
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit € 250,- aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam benadeelde 3], te betalen een bedrag
van € 16.386,41 (zegge: zestienduizenddriehonderdzesentachtig euro en éénenveertig cent), bestaande uit € 15.886,41 aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met afwijzing van het deel van de vordering van deze benadeelde partij dat ziet op de BTW;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat te betalen:
hij in of omstreeks 01 februari 2018 tot en met 21 januari 2019 te
[plaats 2] en/of [plaats 1] , gemeente Nissewaard,
in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer]
,
door
- die [naam slachtoffer] middels een of meerdere (valse) facebookaccounts
een (groot) aantal berichten te sturen en/of
- die [naam slachtoffer] een (groot) aantal whatsappberichten te sturen
en/of
- een (groot) aantal sponzen en/of gebakken sponzen in de voortuinen
en/of de nabijheid van de woning van die [naam slachtoffer] en/of de
woning van de moeder van die [naam slachtoffer] te plaatsen, zodat de
honden van Die [naam slachtoffer] deze zouden opeten en/of
- een of meerdere kennissen en/of familieleden van die [naam slachtoffer]
middels een of meerdere (valse) facebookaccounts een (groot) aantal
berichten te sturen
- een of meerdere voertuigen toebehorende aan een of meerdere
kennissen van die [naam slachtoffer] in de brand te steken,
met het oogmerk die [naam slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te
doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 25 februari 2018 te [plaats 1] , gemeente Nissewaard
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
brandbare stof en/of
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief (voorwerp) aan
te steken en/of tot ontploffing te brengen in de nabijheid van een
(bedrijfs)voertuig (Iveco 35S13, kenteken: [kentekennummer 1]
ten gevolge waarvan dat/een (bedrijfs)voertuig (Iveco 35S13, kenteken:
geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk
geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor dat (bedrijfs)voertuig en/of zich in de
nabijheid van dat voertuig bevindende goederen, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen, te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 8 mei 2018 te [plaats 1] , gemeente Nissewaard
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
brandbare stof en/of
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief (voorwerp) aan
te steken en/of tot ontploffing te brengen in de nabijheid van een
(bestel)auto (Iveco 50c18v Euro 4, kenteken [kentekennummer 2]
ten gevolge waarvan die/een (bestel)auto (Iveco 50c18v Euro 4, kenteken
geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk
geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor voornoemde (bestel)auto en/of zich in
de nabijheid van die auto bevindende goederen, in elk geval gemeen
gevaar voor
goederen, te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )