Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de in de zaken met parketnummers 10/018087-19, 10/215005-18 (onder 1, 2 en 3), 10/048345-19 en 10/197632-17 (op de dagvaardingen met parketnummers 10/197632-17 en 10/247762-17) ten laste gelegde feiten;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar, met eventueel een tussentijdse toets na 6 maanden.
4.Waardering van het bewijs
n, te weten aan Albert Heijn (vestiging [adres delict] ) heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.Strafbaarheid feiten
diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
diefstal;
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering maatregel
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden,
€ 261,40 (zegge: tweehonderdeenenzestig euro en veertig eurocent), bestaande uit € 11,40 aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 261,40(hoofdsom,
zegge: tweehonderdeenenzestig euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 261,40vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
5 (vijf) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;