Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 3 jaar;
- openbaarmaking van het vonnis door middel van toezending daarvan aan de Kamer van Koophandel ter effectuering van voornoemde ontzetting.
4.Waardering van het bewijs
- (A) drie geldbedragen (€ 10.000,-, € 99.999,- en € 1.000,-) in contanten heeft opgenomen van de bankrekening(en) van [naam bedrijf 5] en zo aan de boedel heeft onttrokken;
- (B) één van de schuldeisers van [naam bedrijf 5] (te weten [naam medeverdachte 2] ) heeft bevoordeeld door € 50.000,- en € 20.000,- naar zijn bankrekening over te maken en/of deze geldbedragen aan de boedel heeft onttrokken;
- (C) en niet heeft voldaan aan de op haar rustende administratieverplichting door het onvoldoende voeren van een administratie en het (onvolledig) bewaren en aan de curator ter beschikking stellen daarvan.
,verdachte,
,
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen
- een vergoeding van € 15.000,- voor de waarde van de goodwill die is vervreemd;
- de kosten van de door de curator verrichtte extra inventarisatie-inspanningen voor een bedrag van € 2.902,85,
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
€ 15.000,- (zegge: vijftienduizend euro), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 50.000,- (zegge: vijftigduizend euro), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;