ECLI:NL:RBROT:2019:4031

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 mei 2019
Publicatiedatum
16 mei 2019
Zaaknummer
10/690275-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot afpersing en poging tot afdreiging met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 mei 2019 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die onder de naam incassobureau De Harde Hand twee mannen naar de woning van een slachtoffer heeft gestuurd om geld te incasseren. De mannen hebben daarbij geweld gebruikt, wat heeft geleid tot de tenlastelegging van medeplegen van poging tot afpersing. De verdachte is ook veroordeeld voor een poging tot afdreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de mannen heeft aangestuurd en dat hij betrokken was bij de bedreigingen die aan het slachtoffer zijn geuit. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van drie jaar opgelegd, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer en zijn gezin. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, die schadevergoeding heeft geëist voor de geleden materiële en immateriële schade. De verdachte is hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schadevergoeding aan de benadeelde partij, en de rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/690275-15
Datum uitspraak: 2 mei 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte]
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 april 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en het onder 3 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3 primair
Het onder 3 primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal daarom zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering van het onder 1 ten laste gelegde
Standpunt verdediging
Door de verdediging is vrijspraak bepleit. Daartoe is betoogd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte bij dit ten laste gelegde feit betrokken is geweest.
Beoordeling
De volgende, uit de aangifte van [naam aangever] (hierna: [naam aangever] ) naar voren komende feiten en omstandigheden worden als vaststaand aangenomen.
In de avond van 9 november 2015 werd er door twee mannen aangebeld bij de woning van [naam aangever] . Nadat [naam aangever] de deur had open gedaan riep één van de mannen: “Je weet waarvoor we komen”, terwijl hij aan [naam aangever] een schriftelijke geldleningsovereenkomst tussen [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] toonde. De mannen zeiden tegen [naam aangever] dat hij voor de schuld had getekend en [naam medeverdachte 1] moest gaan betalen. [naam aangever] kreeg van één van de mannen een harde vuistslag in het gezicht en werd door hem met een scherp voorwerp in het gezicht gekrast en gestoken. Kort daarna zijn de twee mannen de woning uitgerend, in een witte personenauto gestapt en weggereden. [naam aangever] is op 12 november 2015 vanaf het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] gebeld door een man met een Oost-Nederlands accent. Deze man zei tegen [naam aangever] dat hij twee mannen op hem had afgestuurd en dat hij een afspraak met [naam aangever] wilde maken, omdat het zo niet werkte.
De vraag die voorligt is of het de verdachte is geweest die toen heeft gebeld en dus de twee mannen op 9 november 2015 op [naam aangever] heeft afgestuurd. De rechtbank overweegt als volgt.
Op 2 december 2015 heeft de politie in de woning van de verdachte een telefoon met daarin een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 1] gevonden. Uit het daarnaar verrichte onderzoek volgt dat dit telefoonnummer op 11 november 2015 in gebruik is genomen en dat er die dag met dat nummer contacten zijn geweest met het bij de medeverdachte [naam medeverdachte 1] in gebruik zijnde telefoonnummer. Verder onderzoek heeft uitgewezen dat voormeld telefoonnummer sinds 12 november 2015 voornamelijk de zendmast aan het Loplein te Arnhem heeft aangestraald. Deze zendmast is circa 285 meter verwijderd van de woning van de verdachte.
Op 17 en 19 november is weer met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] contact geweest met [naam medeverdachte 1] . In het laatste gesprek noemt de man die met dat nummer belt zich [naam 1] . Deze telefoongesprekken tussen [naam 1] en [naam medeverdachte 1] gaan onmiskenbaar over het voorval met [naam aangever] op 9 november 2015. Tijdens één van zijn verhoren heeft de verdachte verklaard dat hij zich volgens hem in het telefoongesprek met [naam 2] (feit 3) [naam 1] heeft genoemd. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat, zoals door de verdediging is aangevoerd, de politie de verklaring van de verdachte op dit punt niet juist heeft opgetekend. Verder heeft de verdachte op de zitting te kennen gegeven dat hij, in het kader van de door hem bekende afpersing van die [naam 2] , met voormeld telefoonnummer heeft gebeld naar de ouders van [naam 2] . Uit de tapgegevens van
dat gesprek volgt dat de verdachte zich daarin [naam 1] heeft genoemd.
Vergelijkend spraakonderzoek heeft uitgewezen dat het veel waarschijnlijker is dat de verdachte de persoon is die te horen is in voormelde telefoongesprekken met [naam medeverdachte 1] op 17 en 19 november 2015 dan iemand anders met een vergelijkbare taalachtergrond. Anders dan betoogd, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de resultaten van dit onderzoek te twijfelen.
In de onder de verdachte in beslag genomen laptop is een mail van 23 september 2015 van [naam medeverdachte 1] aangetroffen gericht aan
[e-mailadres]In die mail wordt informatie verschaft over de schuld die [naam aangever] volgens [naam medeverdachte 1] aan hem heeft en is als bijlage gevoegd de in de tenlastelegging vermelde geldleningsovereenkomt. Deze mail is vervolgens doorgestuurd naar het privé email-adres van de verdachte.
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, wordt het verweer dat de verdachte pas omstreeks 20 november 2015 in het bezit is gekomen van het telefoonnummer met [telefoonnummer 1] niet gevolgd. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte degene is geweest die de twee mannen op [naam aangever] heeft afgestuurd. Dit is een zodanig essentiële bijdrage aan hetgeen vervolgens bij [naam aangever] in de woning heeft plaatsgevonden dat wordt geconcludeerd dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en die twee mannen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
onder 1 primair ten laste gelegdeheeft begaan op die wijze dat:
hij, in de periode van 9 november 2015 tot en met 12 november 2015 te
Hellevoetsluis, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van
een geldbedrag,geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
- naar de woning van die [naam slachtoffer 1] is gegaan en
- die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "Je weet waarvoor we komen" en "Je hebt getekend voor de schuld" en "Je moet [naam medeverdachte 1] gaan betalen" en
- hierbij een geldleenovereenkomst tussen [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] aan die [naam slachtoffer 1] heeft getoond en
- die [naam slachtoffer 1] in het gezicht heeft gestompt en
- die [naam slachtoffer 1] met een scherp voorwerp in het gezicht heeft gestoken en gekrast en
- naar die [naam slachtoffer 1] heeft gebeld en die [naam slachtoffer 1] (op dreigende toon) de woorden heeft toegevoegd: "Ik heb 2 mannen op je af gestuurd, ik wil een afspraak met je maken want zo werkt het niet", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
onder 3 primair ten laste gelegdeheeft begaan op die wijze dat:
hij, in de periode van 27 november 2015 tot en met 1 december 2015 te
Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met openbaring van een geheim [naam slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van 25.000 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte- telefonisch contact heeft gezocht en opgenomen met die [naam slachtoffer 2] en
- die [naam slachtoffer 2] (op dreigende toon) de woorden heeft toegevoegd: "Het gaat over kinderporno" en "Ik heb alles van jou hier!" en " Ik heb een kopie van de schijf gemaakt" en "Je betaalt ons 25.000. Dus sluit maar een lening af of hoe je doet weet ik niet. En zo niet, dan gaan we er werk van maken" en "Zo snel mogelijk een afspraak maken, zodat je er vanaf bent" en "Anders stappen we naar de politie", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
- sms-berichten heeft verstuurd naar die [naam slachtoffer 2] met de volgende woorden:
= "Heb alles bekeken en we schrokken van de hoeveelheid. Denk niet dat je ouders [telefoonnummer 2] dit weten of je werk en scouting. Graag antwoord" en
= "Niet opnemen en niet reageren op mijn sms. Prima dan maar anders" en
= "Net je vader gesproken. Je ontloopt me maar prima dit gaat stoppen al moeten
weje hele leven overhoop halen we hadden een duidelijke afspraak",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1.
medeplegen van poging tot afpersing;
feit 3.
poging tot afdreiging.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft aan twee mannen de opdracht gegeven om bij het slachtoffer een geldbedrag te “incasseren”. Op de avond van 9 november 2015 zijn deze twee mannen naar de woning van het slachtoffer gegaan. Om aan hun opdracht te voldoen, zijn de mannen nietsontziend te werk gegaan. Het slachtoffer is in aanwezigheid van zijn vrouw en 9-jarig dochtertje hard in het gezicht geslagen en met een scherp voorwerp in het gezicht gestoken en gekrast. Hierbij heeft hij een diepe snijwond en een slagaderlijke bloeding opgelopen. Hoewel het niet de verdachte is geweest die op deze manier tekeer is gegaan, staat, gelet op het telefoongesprek tussen hem en medeverdachte [naam medeverdachte 1] , wel vast dat het voor de verdachte duidelijk is dat geweld of bedreiging daarmee een niet ongebruikelijk “incassomiddel” is. Daarbij komt dat de verdachte drie dagen nadien contact met het slachtoffer heeft opgenomen en hem opnieuw zwaar onder druk heeft gezet om geld af te staan. Het is voor het slachtoffer, zijn vrouw en 9-jarig dochtertje een uitermate traumatische ervaring geweest, die hen tot op de dag van vandaag achtervolgd.
Verder heeft de verdachte een man, over wie hij had gehoord dat die kinderporno in bezit had, met openbaarmaking van dat vermeende bezit bedreigd als hij niet aan de verdachte een bedrag van € 25.000,- zou betalen. Dat de verdachte zich van dit soort enge praktijken bedient, is schokkend en wordt hem dan ook zwaar aangerekend.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
13 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gezien al het vorenstaande kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd. Ook is rekening gehouden met de ouderdom van de zaak.
De verdediging heeft verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest op te leggen. Hiervoor bestaat geen aanleiding, omdat de feiten daarvoor te ernstig en de persoonlijke omstandigheden in dat licht niet zwaarwegend genoeg zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna vermelde straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen € 5.850,- en GSM zaktelefoon van het merk Samsung S5 terug te geven aan de verdachte.
Beoordeling
Ten aanzien van de in beslag genomen € 5.850,- en GSM zaktelefoon van het merk Samsung S5 zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte. De verdachte kan redelijkerwijs als rechthebbende worden aangemerkt.

9.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

9.1.
Benadeelde partij [naam benadeelde 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 88,76 ter zake van geleden materiële schade en € 2.500,00 ter zake van geleden immateriële schade.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van het totaalbedrag van
€ 2.588,76 te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoel in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht gevorderd.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Nu is komen vast te staan dat aan [naam benadeelde 1] door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2015.
Nu de vordering van [naam benadeelde 1] zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door hem ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover één van de mededaders betaalt is de verdachte in zoverre jegens [naam benadeelde 1] van deze betalingsverplichting bevrijd.
Het wordt wenselijk geacht, dat naast de voor [naam benadeelde 1] zelf bestaande mogelijkheid tot tenuitvoerlegging van de aan de verdachte op te leggen verplichting tot betaling van schadevergoeding, ook het openbaar ministerie met de tenuitvoerlegging wordt belast. Aan de verdachte zal daarom tevens de schadevergoedingsmaatregel met vervangende hechtenis worden opgelegd.
9.2.
Benadeelde partij [naam benadeelde 2]
(hierna ook: [naam benadeelde 2] ) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. [naam benadeelde 2] vordert een vergoeding van € 563,37 ter zake van geleden materiële schade en € 1.500,00 ter zake van geleden immateriële schade.
[naam benadeelde 2] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.
Nu [naam benadeelde 2] niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering, zal zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.3.
Benadeelde partij [naam benadeelde 3]
(hierna ook: [naam benadeelde 3] ) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 950,00 ter zake van geleden materiële schade, die ziet op gemaakte telefoonkosten.
[naam benadeelde 3] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu in deze procedure niet kan worden vastgesteld of de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het onder 3 bewezen verklaarde feit.
Nu [naam benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering zal worden verklaard, zal hij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 317 en 318 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van de onder de verdachte in beslag genomen € 5.850,- en GSM zaktelefoon van het merk Samsung S5 - [serienumer] ;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij
[naam benadeelde 1], geboren op 5 juni 1962 (hierna: [naam benadeelde 1] ), te betalen een bedrag van
€ 2.588,76 (zegge: tweeduizendvijfhonderdenachtentachtig euro en zesenzeventig eurocent)ter zake van geleden materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 november 2015 tot aan de dag van de gehele voldoening;
veroordeelt de verdachte, ook hoofdelijk, in de proceskosten door [naam benadeelde 1] gemaakt, tot op heden aan de zijde van [naam benadeelde 1] begroot op nihil;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.588,76 (zegge: tweeduizendvijfhonderdenachtentachtig euro en zesenzeventig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 2.588,76
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van 35 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan [naam benadeelde 1] tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] en omgekeerd;
verklaart
de benadeelde partij [naam benadeelde 2], niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde 2] in de proceskosten door de verdachte gemaakt, tot op heden aan de zijde van de verdachte begroot op nihil;
verklaart
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]niet-ontvankelijk in zijn vordering;
veroordeelt [naam benadeelde 3] in de proceskosten door de verdachte gemaakt, tot op heden aan de zijde van de verdachte begroot op nihil;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en F.A. Groeneveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 mei 2019.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij, in of omstreeks de periode van 09 november 2015 tot en met 12 november 2015 te
Hellevoetsluis, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van 50.000 euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
- naar de woning van die [naam slachtoffer 1] is/zijn gegaan en/of
- die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Je weet waarvoor we komen" en/of "Je hebt getekend voor de schuld" en/of "Je moet [naam medeverdachte 1] gaan betalen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- hierbij een geldleenovereenkomst tussen [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] aan die [naam slachtoffer 1] heeft/hebben getoond en/of
- die [naam slachtoffer 1] in het gezicht heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of
- die [naam slachtoffer 1] met een scherp en/of puntig voorwerp in het gezicht heeft/hebben gestoken en/of geprikt en/of gekrast en/of gesneden en/of
- naar die [naam slachtoffer 1] heeft/hebben gebeld en die [naam slachtoffer 1] (op dreigende toon) de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Ik heb 2 mannen op je af gestuurd, ik wil een afspraak met je maken want zo werkt het niet", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte 2] en/of één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), in of omstreeks de periode van 09 november 2015 tot en met 12 november 2015 te Hellevoetsluis, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van 50.000 euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
- naar de woning van die [naam slachtoffer 1] is/zijn gegaan en/of
- die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Je weet waarvoor we komen" en/of "Je hebt getekend voor de schuld" en/of "Je moet [naam medeverdachte 1] gaan betalen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- hierbij een geldleenovereenkomst tussen [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] aan die [naam slachtoffer 1] heeft/hebben getoond en/of
- die [naam slachtoffer 1] in het gezicht heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of
- die [naam slachtoffer 1] met een scherp en/of puntig voorwerp in het gezicht heeft/hebben gestoken en/of geprikt en/of gekrast en/of gesneden en/of
- naar die [naam slachtoffer 1] heeft/hebben gebeld en die [naam slachtoffer 1] (op dreigende toon) de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Ik heb 2 mannen op je af gestuurd, ik wil een afspraak met je maken want zo werkt het niet", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
Bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 12 november 2015, te Arnhem, althans elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, welke medeplichtigheid hierin bestond dat hij, verdachte daartoe
- meermalen per messenger en/of mail en/of telefonisch, althans op enigerlei wijze, contact
heeft onderhouden met [naam medeverdachte 1] en/of;
- tegen voornoemde [naam medeverdachte 2] en/of één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft
gevraagd of zij die schuld/dat geld konden incasseren en/of
- die [naam medeverdachte 2] en/of één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft gevraagd of zij die
schuld/dat geld konden incasseren en/of
- vervolgens aan voornoemde perso(o)n(en) informatie heeft gestuurd en/of gegeven over
die [naam slachtoffer 1] en/of
- ( daartoe) het adres van die [naam slachtoffer 1] heeft verstrekt;
2.
hij, op of omstreeks 09 november 2015 te Hellevoetsluis, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een Apple Iphone 5, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
- strak trekken van en/of draaien aan de sjaal om de nek van die [naam slachtoffer 3] en/of
- slaan en/of stompen tegen/in het gezicht en/of het hoofd van die [naam slachtoffer 3] ;
3.
hij, in of omstreeks de periode van 27 november 2015 tot en met 01 december 2015 te
Arnhem en/of Leidschendam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim [naam slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van 25.000 euro, in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
- meermalen telefonisch contact heeft/hebben gezocht en/of opgenomen met die [naam slachtoffer 2] en/of
- die [naam slachtoffer 2] (op dreigende toon) de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Het gaat over kinderporno" en/of "Ik heb alles van jou hier!" en/of " Ik heb een kopie van de schijf gemaakt" en/of "Je betaalt ons 25.000. Dus sluit maar een lening af of hoe je doet weet ik niet. En zo niet, dan gaan we er werk van maken" en/of "Zo snel mogelijk een afspraak maken, zodat je er vanaf bent" en/of "Anders stappen we naar de politie", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- een of meer sms-bericht(en) heeft/hebben verstuurd naar die [naam slachtoffer 2] met de volgende woorden:
= "Heb alles bekeken en we schrokken van de hoeveelheid. Denk niet dat je ouders [telefoonnummer 2] dit weten of je werk en scouting. Graag antwoord" en/of
= "Niet opnemen en niet reageren op mijn sms. Prima dan maar anders" en/of
= "Net je vader gesproken. Je ontloopt me maar prima dit gaat stoppen al moeten je hele leven overhoop halen we hadden een duidelijke afspraak",
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks de periode van 27 november 2015 tot en met 01 december 2015 te
Arnhem en/of Leidschendam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van 25.000 euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
- meermalen telefonisch contact heeft/hebben gezocht en/of opgenomen met die [naam slachtoffer 2] en/of
- die [naam slachtoffer 2] (op dreigende toon) de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Het gaat over kinderporno" en/of "Ik heb alles van jou hier!" en/of " Ik heb een kopie van de schijf gemaakt" en/of "Je betaalt ons 25.000. Dus sluit maar een lening af of hoe je doet weet ik niet. En zo niet, dan gaan we er werk van maken" en/of "Zo snel mogelijk een afspraak maken, zodat je er vanaf bent" en/of "Anders stappen we naar de politie", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- een of meer sms-bericht(en) heeft/hebben verstuurd naar die [naam slachtoffer 2] met de volgende woorden:
= "Heb alles bekeken en we schrokken van de hoeveelheid. Denk niet dat je ouders [telefoonnummer 2] dit weten of je werk en scouting. Graag antwoord" en/of
= "Niet opnemen en niet reageren op mijn sms. Prima dan maar anders" en/of
= "Net je vader gesproken. Je ontloopt me maar prima dit gaat stoppen al moeten je hele leven overhoop halen we hadden een duidelijke afspraak",
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.