Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 6 december 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie tevens houdende incidentele conclusie tot het stellen van zekerheid;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident van 15 maart 2017;
- het onder zaaknummer C/10/517048 / HA ZA 16-1422 door team handel van deze rechtbank gewezen vonnis in het incident van 26 april 2017;
- de oproepbrief van team handel van deze rechtbank van 28 juni 2017;
- de voorafgaand aan de comparitie van partijen namens [eiseres] ingediende producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 6 oktober 2017 ten overstaan van de handelsrechter;
- de brieven van beide gemachtigden van 30 en 31 oktober 2017 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal;
- het tussenvonnis van team handel van deze rechtbank van 14 februari 2018;
- de akte na tussenvonnis van [eiseres] respectievelijk IPS van 14 maart 2018 respectievelijk 11 april 2018;
- het tussenvonnis van team handel van deze rechtbank van 30 mei 2018, waarin zij de zaak ter verdere behandeling heeft verwezen naar de kantonrechter van deze rechtbank;
- het onder zaaknummer 6959399 CV EXPL 18-23081 gewezen tussenvonnis van 9 juli 2018, waarin de kantonrechter een comparitie van partijen heeft bepaald;
- de (fax)brieven van de gemachtigde van IPS waarin wordt verzocht om (nadere) aanhouding van de geplande comparitie en de reactie van de gemachtigde van [eiseres] waarin zij bezwaar maakt tegen het tweede verzoek tot aanhouding van de comparitie;
- de e-mail van 7 november 2018 waarin de griffier van deze rechtbank partijen namens de kantonrechter bericht heeft dat de geplande comparitie op 12 november 2018 geen doorgang zal vinden en dat er, gelet op de reeds bekende verhinderdata, niet binnen afzienbare tijd een nieuwe comparitie kan worden gepland, als gevolg waarvan de zaak verwezen is naar de rol van 19 december 2019 alwaar partijen in de gelegenheid worden gesteld een akte te nemen waarin zij hun standpunten nader kunnen toelichten en eventueel desverlangd kunnen vragen om pleidooi;
- de aktes nadere toelichting van partijen van 18 december 2018.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
voorlopigoordeel over het onderwerp van het geschil. De kantonrechter zal hierna definitief oordelen over de aard van de zaak, waarbij zij overigens is gebonden aan de verwijzing ingevolge artikel 71 lid 5 Rv.
LJNAZ4067).
6.De beslissing
woensdag 8 mei 2019 om 14.30 uur, teneinde [eiseres] in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten of zij dit bewijs wenst te leveren en,