Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van het onder feit 1 ten laste gelegde tweede gedachtestreepje;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en de inspanningsverplichting tot het verkrijgen van een passende dagbesteding, huisvesting en het op orde krijgen van zijn financiën;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 2 jaar - inhoudende een contactverbod met [naam slachtoffer] , zijn gezin en zijn medewerkers - met (telkens) een week hechtenis per overtreding van deze maatregel. De officier van justitie heeft gevorderd deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
4.Waardering van het bewijs
Feit 1
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) dagen;
- gelast de teruggave aan verdachte van: € 2.895,00.