Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 primair ten laste gelegde feit;
- bewezenverklaring van de onder 1, 2 en onder 3 subsidiair ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 351 (driehonderdeenenvijftig) dagen met aftrek van voorarrest, alsmede terbeschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging (hierna: TBS-maatregel);
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr, te weten een contactverbod met [naam slachtoffer] ;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de op te leggen vrijheidsbeperkende maatregel.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering maatregelen
11 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
4 april 2019 onthouden van een advies over behandeling in een strafrechtelijk kader. De officier van justitie heeft TBS met dwangverpleging gevorderd. De verdediging heeft plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex art 37 Sr bepleit. Subsidiair is oplegging van de TBS-maatregel met voorwaarden bepleit.
5 jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met [naam slachtoffer] , geboren [geboortedatum slachtoffer] . De rechtbank zal bepalen dat vervangende hechtenis voor de duur van een week zal worden toegepast bij iedere keer dat niet wordt voldaan aan deze maatregel, tot een maximum van zes maanden.
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 750,00(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 750,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;