In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door de verzoeker. De verzoeker had op 5 maart 2019 een verzoek ingediend om een tweetal schuldeisers, Arrow Global Limited en Pfeiffer Thie Advocaten B.V., te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. De verzoeker had in totaal negen schuldeisers, met een totale vordering van € 48.075,98. Hij bood een regeling aan waarbij hij 39,37% aan de preferente schuldeisers en 19,68% aan de concurrente schuldeisers zou betalen.
Tijdens de zitting op 16 april 2019 waren de vertegenwoordigers van de schuldeisers aanwezig, maar Arrow was niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat zeven van de negen schuldeisers akkoord gingen met de regeling, terwijl Arrow en Pfeiffer weigerden. De rechtbank heeft de belangen van de schuldeisers afgewogen tegen die van de verzoeker en geconcludeerd dat de vorderingen van Arrow en Pfeiffer een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker sinds zijn terugkeer in Nederland in oktober 2016 geen nieuwe schulden heeft laten ontstaan en dat hij zich actief heeft ingespannen om zijn schuldenproblematiek op te lossen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het verzoek van de verzoeker toe te wijzen en Arrow en Pfeiffer te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. De kosten van de procedure werden begroot op nihil, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en de verzoeker niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.