ECLI:NL:RBROT:2019:3570

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2019
Publicatiedatum
3 mei 2019
Zaaknummer
10/997525-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en bewezenverklaring van professioneel vuurwerkbezit en -handel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben en de handel in professioneel vuurwerk. De verdachte, geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte], werd bijgestaan door raadsman mr. M.B. Visser. De officier van justitie, mr. K. Broere, eiste een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en verbeurdverklaring van een in beslag genomen geldbedrag. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig gewogen, waarbij het opviel dat de verdachte bekend had dat hij Flash Bangers (nitraten TP2) had voorhanden, maar dat er geen bewijs was dat andere in beslag genomen vuurwerksoorten als professioneel vuurwerk konden worden gekwalificeerd. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de poging tot voorhanden hebben van deze andere vuurwerksoorten.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk professioneel vuurwerk had voorhanden gehad en dat hij dit ook had verkocht aan derden, waaronder minderjarigen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had en een opleiding volgde. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 107 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 240 uur. Tevens werd een deel van het in beslag genomen geldbedrag verbeurd verklaard. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het derde tenlastegelegde feit, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/997525-18
Datum uitspraak: 10 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor economische strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte]

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. M.B. Visser, advocaat te Dordrecht.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 27 maart 2019.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar;
  • verbeurdverklaring van het onder de verdachte in beslag genomen geldbedrag.

Waardering van het bewijs

Bewijswaardering feit 1
De verdachte heeft bekend dat hij de tenlastegelegde Flash Bangers (nitraten TP2), noodseinmiddelen, rookbommen en Hand Flares voorhanden heeft gehad. Het dossier bevat echter geen (technisch) bewijs dat de noodseinmiddelen, rookbommen en Hand Flares kunnen worden aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit (artikel 1.2.2 lid 1). De verdachte zal daarom van dit onderdeel van feit 1 worden vrijgesproken.
Flash Bangers (nitraten TPT) kunnen daarentegen wel worden aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. Feit 1 zal dan ook voor het overige, zonder verdere bespreking, bewezen worden verklaard.
Bewezenverklaring feit 2 zonder nadere motivering
Het onder 2 tenlastegelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Vrijspraak feit 3
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen. Volgens de officier van justitie waren de ten laste gelegde handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op voorhanden hebben c.q. krijgen van het vuurwerk, en waren deze handelingen in een zodanig vergevorderd stadium, dat sprake is van een begin van uitvoering. Zonder ingrijpen van de politie op 11 oktober 2018, bestaande in de aanhouding van de verdachte, was de overdracht van het vuurwerk op 12 oktober 2018 zeker doorgegaan.
Beoordeling
De verweten handelingen hadden tot doel de overdacht van professioneel vuurwerk aan de verdachte en zijn mededader en kunnen als uitvoeringshandelingen gekwalificeerd worden wanneer het moment van overdracht van het vuurwerk nabij zou zijn geweest. De rechtbank acht evenwel de tijd tussen de aanhouding van de verdachten en het beoogde tijdstip van overdracht te lang om in dit geval van een begin van uitvoering te kunnen spreken en acht derhalve de onder 3 tenlastegelegde poging niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 11 oktober 2018 te Barendrecht, ,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten
- Flash Bangers (nitraten TP2) heeft opgeslagen en/of voorhanden gehad;
2.
hij in de periode van 1 september 2018 tot en met 11 oktober
2018 te Barendrecht en/of te Schiedam, in elk geval op één of
meer plaatsen in Nederland,
opzettelijk,
meermalen,
aan anderen dan aan een persoon met gespecialiseerde kennis, te weten onder
meer aan:
- Pseudokopers D-2214 en D2215
- [naam 1]
- [naam 2] ,
- [naam 3] ,
- [naam 4] ,
- [naam 5] ,
- [naam 6] ,
- [naam 7] ,
- [naam 8] ,
- [naam 9] ,
- PostNL
professioneel vuurwerk, te weten
- cobra 6 en/of nitraten TP2,
ter beschikking heeft gesteld.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
Feit 2:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

Motivering straffen

Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft professioneel vuurwerk voorhanden gehad en heeft daar in gehandeld. Hij verkocht aan onbekenden via een Instagram-account. De verdachte heeft daarnaast vuurwerk verkocht aan hem bekende personen. De verdachte leverde het vuurwerk persoonlijk af aan de afnemers. Ook heeft hij dit via PostNL verzonden. Een aantal van zijn afnemers was minderjarig.
De verdachte heeft het voor de handel bestemde vuurwerk opgeslagen in de woning waarin hij met zijn ouders woonde.
De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten. De verdachte was op de hoogte van het strafbare karakter van zijn gedragingen, maar heeft zich daardoor niet laten weerhouden.
De verdachte heeft door zijn handelwijze aanzienlijke veiligheidsrisico’s genomen. Hij heeft, gelet op de reële kans op ontploffing, anderen in gevaar gebracht. Hij heeft het vuurwerk in handen gesteld van nietsvermoedende medewerkers van PostNL. Hij heeft zijn ouders en buurtgenoten aan gevaar blootgesteld door het vuurwerk op te slaan in een in een woonwijk gelegen woning. De verdachte heeft hiervoor geen dan wel onvoldoende oog gehad, en heeft zich enkel laten leiden door financieel gewin. De rechtbank rekent de verdachte dit aan.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een op naam van de verdachte gesteld uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 maart 2019. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte heeft zijn leven op orde. De verdachte woont bij zijn ouders en volgt een opleiding. Hij wil na zijn opleiding als zelfstandig ondernemer een kledinglijn opzetten.
Van problemen op financieel gebied of problematisch middelengebruik is geen sprake en er zijn geen aanwijzingen voor een problematisch sociaal netwerk of psychische problematiek. Reclassering Nederland schat het recidiverisico in als laag en ziet geen noodzaak om interventies op enig gebied in te zetten. Bijzondere voorwaarden worden niet geadviseerd.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
Met betrekking tot het bepalen van de aard en de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Dit geeft een gevarieerd beeld.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte, met het feit dat hij niet eerder is veroordeeld en met het feit dat hij blijkens het over hem opgemaakte reclasseringsrapport zijn leven op orde heeft. De rechtbank heeft er ook rekening mee gehouden dat de verdachte vanaf zijn eerste verhoor openheid van zaken heeft gegeven over de hem verweten feiten.
De rechtbank ziet in deze omstandigheden aanleiding om de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die niet langer is dan het voorarrest. Een langere gevangenisstraf zal naar verwachting een te nadelige invloed hebben op de toekomst van de verdachte.
Wat betreft de aan de verdachte op te leggen gevangenisstraf zal tevens een voorwaardelijk strafdeel worden opgelegd. De rechtbank zal aan dit voorwaardelijke strafdeel een proeftijd van 3 jaren verbinden om de verdachte er gedurende langere tijd van te weerhouden zich opnieuw met bezit of handel in vuurwerk bezig te houden.
In de ernst van de feiten ziet de rechtbank aanleiding om de verdachte tevens een maximale taakstraf op te leggen.
Resumerend, de rechtbank legt een lagere straf op dan door de officier van justitie is geëist.
De eis van de officier van justitie komt de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking genomen, te hoog voor. Daarnaast spreekt de rechtbank de verdachte vrij van het onder 3 ten laste gelegde feit.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.

In beslag genomen voorwerpen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen geld verbeurd te verklaren.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen standpunt dienaangaande ingenomen.
Beoordeling
De verdachte heeft verklaard dat van het onder hem in beslag genomen geldbedrag van
€ 4.180,-- een gedeelte van (ten minste) € 1.000,-- afkomstig is van door hem gepleegde handel in illegaal vuurwerk. Nu laatstgenoemd bedrag geheel of grotendeels door middel van het onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit is verkregen, zal dit geldbedrag worden verbeurd verklaard.
Aangezien niet zonder meer vast staat aan wie het resterende geldbedrag van € 3.180,-- toebehoort, zal ten aanzien van dat bedrag de bewaring ten behoeve van de rechthebbende worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Behalve op het de reeds genoemde artikelen is gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 60 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, en artikel 1.2.2. lid 1 van het Vuurwerkbesluit.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
107 (honderdzeven) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 2: een geldbedrag van 1.000,--;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van een geldbedrag van 3.180,--;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.J. van den Berg, voorzitter,
en mrs. D.C.J. Peeck en F. van Buchem, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 april 2019.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 11 oktober 2018 te Barendrecht, in elk geval in Nederland,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten
- knalvuurwerk/Flash Bangers (nitraten TP2) en/of
- noodseinmiddelen en/of rookbommen en/of Hand Flares,
heeft opgeslagen en/of voorhanden gehad;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2018 tot en met 11 oktober
2018 te Barendrecht en/of te Schiedam en/of Rotterdam, in elk geval op één of
meer plaatsen in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
meermalen,
aan anderen dan aan een persoon met gespecialiseerde kennis, te weten onder
meer aan:
- Pseudokopers D-2214 en D2215
- [naam 1]
- [naam 2] ,
- [naam 3] ,
- [naam 4] ,
- [naam 5] ,
- [naam 6] ,
- [naam 7] ,
- [naam 8] ,
- [naam 9] ,
- PostNL
professioneel vuurwerk, te weten
- cobra 6 en/of nitraten TP2,
ter beschikking heeft gesteld;
3.
hij op of omstreeks 11 oktober 2018 te Barendrecht, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging
met ander(en), voorgenomen misdrijf om opzettelijk professioneel vuurwerk
bestemd voor particulier gebruik, te weten
- cobra 6 en/of nitraten TP2,
voorhanden en/of opgeslagen te hebben,
al dan niet tezamen en in vereniging met die ander(en),
- dit professionele vuurwerk heeft besteld bij ' [naam 10] ' en/of
- een afspraak heeft gemaakt voor de overdracht van dit professionele vuurwerk
op 12 oktober 2018 te Houten en/of
- vervoer (een auto) heeft geregeld voor de overdracht en/of het vervoer van
dit professionele vuurwerk op 12 oktober 2018 te Houten en/of
- geld en/of bestellingen heeft aangenomen van (potentiële) afnemers van dit
professionele vuurwerk en/of
- een geldbedrag van 4180 euro voor de aanschaf van dit professionele vuurwerk
voorhanden heeft gehad,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;