ECLI:NL:RBROT:2019:3450

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 april 2019
Publicatiedatum
1 mei 2019
Zaaknummer
10/263637-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige en bedreiging

Op 12 april 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 25-jarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een 15-jarig meisje en bedreiging. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 4 november 2018 tot en met 16 december 2018 meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, dat nog niet de leeftijd van zestien jaar had bereikt. Daarnaast heeft hij het slachtoffer via Snapchat bedreigd met de dood, door dreigende berichten te sturen die verwezen naar een vermoord meisje.

De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor de primair ten laste gelegde verkrachting, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet wettig en overtuigend was bewezen. De verdachte heeft de ontuchtige handelingen en de bedreiging bekend, waardoor deze feiten zonder nadere bespreking bewezen zijn verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het slachtoffer.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft eerder in aanraking met justitie geweest voor vergelijkbare feiten, wat de rechtbank zwaar heeft aangerekend. De rechtbank heeft de verdachte de kans gegeven om zijn vrachtwagenrijbewijs te behalen, zodat hij zijn werk kan behouden, en heeft de voorwaarden zodanig vastgesteld dat hij kan werken aan zijn rehabilitatie.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/263637-18
Datum uitspraak: 12 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te Bonaire (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. J.E.F.K. Liauw, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 maart 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Loppé heeft gevorderd:
  • vrijspraak van de onder 1 primair ten laste gelegde verkrachting;
  • bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde ontuchtige handelingen en de onder 2 ten laste gelegde bedreiging;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich meldt bij de reclassering, dat hij meewerkt aan diagnostisch onderzoek en eventuele daaruit voortvloeiende ambulante behandeling, en een contactverbod met aangeefster [naam aangeefster] .

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feit 1 primair
De verklaring van de aangeefster dat zij is gedwongen tot het ondergaan van de ontuchtige handelingen vindt geen steun in andere bewijsmiddelen. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank daarom van oordeel dat de onder 1 primair ten laste gelegde verkrachting niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
4.2.
Feit 1 subsidiair en feit 2
De ontuchtige handelingen met iemand in de leeftijd van 12 tot 16 jaar en het bedreigen van een persoon met de dood zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. subsidiair
hij in de periode van 04 november 2018 tot en met 16 december
2018 te [naam plaats 1] en [naam plaats 2] meermalen
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had
bereikt, te weten met [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2003), buiten echt
ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
brengen en houden van zijn, verdachtes vingers en penis in de vagina
van die [naam slachtoffer] ;
2.
hij in de periode van 18 december 2018 tot en met 20 december
2018 te [naam plaats 1] en/of [naam plaats 2] en/of elders in Nederland
[naam slachtoffer] (via snapchat) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer] dreigend via snapchat
berichten gestuurd met daarin de titel van een krantenbericht van een
vermoord meisje op een school in Rotterdam met daarbij de tekst: "jij bent de
volgende" en "op weg naar Capelle, geladen" met daarbij een afbeelding van
een doodskist.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1 subsidiair:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
Feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De 25-jarige verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een 15-jarig meisje, door meermalen (onbeschermde) seks met haar te hebben. Daarnaast heeft de verdachte haar via telefonische berichten met de dood bedreigd.
Het verbod op – kort gezegd – seks met minderjarigen strekt ertoe minderjarigen te beschermen tegen het ondergaan van seksuele handelingen en tegen misbruik van hun afhankelijkheid van en kwetsbaarheid ten opzichte van anderen. Kinderen van deze jonge leeftijd bevinden zich nog volledig in de fase van hun (psycho)seksuele ontwikkeling. Om deze reden moeten zij nog niet in staat worden geacht tot het maken van verantwoorde keuzes, ook op seksueel gebied, waarvan zij de mogelijke gevolgen ook niet op een juiste wijze kunnen inschatten. Om die reden moeten deze kinderen derhalve nog worden beschermd tegen zichzelf, maar zeker ook tegen personen die op dit gebied misbruik van hen zouden kunnen maken.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij, als vriend aan huis bij het slachtoffer en gelet op het leeftijdsverschil tussen hen, onbeschermde seks met haar heeft gehad, wetende dat wat hij deed strafbaar was. Door zo te handelen heeft de verdachte niet alleen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het nog jeugdige slachtoffer, maar ook haar geestelijk welzijn en daarmee haar toekomstige ontwikkeling in gevaar gebracht. De verdachte heeft zich kennelijk laten leiden door zijn eigen lustgevoelens. Vervolgens heeft hij haar ook nog eens bedreigd, met de nodige gevoelens van angst en onveiligheid tot gevolg.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 5 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder in aanraking met justitie is geweest vanwege ontuchtige handelingen met minderjarigen. Deze zaken zijn toen geseponeerd op grond van de gering geachte strafwaardigheid.
Het Leger des Heils, afdeling reclassering, heeft daarnaast een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 18 maart 2019. De reclassering beschrijft in dit rapport dat de verdachte ambivalent is in zijn uitleg over seksualiteit. Enerzijds zegt hij op oudere vrouwen te vallen (inmiddels heeft hij ook een 27-jarige vriendin), maar anderzijds is hij nu al een paar keer in aanraking gekomen met justitie vanwege seks met een minderjarige. Bij psychologisch onderzoek uit 2015 werd daarnaast een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische kenmerken vastgesteld. Mogelijk is het voor de verdachte lastig om zich in anderen in te leven. Het lijkt de reclassering zinvol om verdachte een ambulante behandeling te laten volgen, zodat hij leert omgaan met zijn persoonlijkheidsproblematiek en zijn seksualiteit. Betrokkene zegt dat hij volledige verantwoordelijkheid voor het delict neemt en dat hij dat hij straf zal accepteren. Hij denkt dat enige vorm van begeleiding/hulpverlening goed voor hem zou zijn. Er is geen recente psychologische diagnostiek betreffende betrokkene. Het lijkt de reclassering zinvol dat er opnieuw diagnostisch onderzoek wordt gedaan en dat betrokkene een eventuele daaropvolgende behandeling gaat volgen. De reclassering acht de kans op herhaling reëel. Bij een veroordeling worden daarom als bijzondere voorwaarden geadviseerd een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan diagnostisch onderzoek en – eventuele – daaruit voortvloeiende noodzakelijke behandeling, en een contactverbod met het slachtoffer.
Op de zitting heeft de verdachte bevestigd te willen meewerken aan reclasseringstoezicht. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij graag zijn huidige werk als vuilnisman wil behouden en dat dit alleen mogelijk is indien hij voor het einde van dit jaar zijn vrachtwagenrijbewijs behaalt.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank meegewogen dat hij verantwoordelijkheid lijkt te nemen voor zijn daden.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank acht het ten slotte van belang dat de verdachte in staat wordt gesteld zijn vrachtwagenrijbewijs te behalen om daarmee zijn huidige baan te behouden. Het onvoorwaardelijk gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf wordt daarom op een zodanige duur bepaald dat de verdachte hiertoe de gelegenheid wordt geboden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 245 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden het Leger des Heils, afdeling reclassering, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal meewerken aan diagnostiek bij een forensische zorgaanbieder zoals GGZ Delfland, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Tevens werkt hij mee aan behandeling bij eerdergenoemde zorgaanbieder, indien uit eerdergenoemde diagnostiek blijkt dat dit noodzakelijk is ten behoeve van het verminderen van de recidivekans. De behandeling kan de gehele proeftijd duren of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
3. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2003, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als het Openbaar Ministerie verantwoord vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 april 2019.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 04 november 2018 tot en met 16 december
2018 te [naam plaats 1] en/of [naam plaats 2] en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(cn) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [naam slachtoffer] , heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk
het brengen en/of houden van zijn, vedachtes vinger(s) en/of penis in de vagina
van die [naam slachtoffer] ,
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met
geweld en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben
bestaan uit het
- ( terwijl die [naam slachtoffer] in een auto zat) de autostoel waar die [naam slachtoffer] op
zat naar achteren klappen en/of duwen, en/of
-die [naam slachtoffer] naar achteren duwen, en/of
-over die [naam slachtoffer] heen hangen, en/of
- ( terwijl die [naam slachtoffer] op een bed lag) die [naam slachtoffer] naar achteren duwen
en/of trekken, en/of
-bovenop die [naam slachtoffer] gaan liggen, en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes vinger(s) en/of penis in de vagina
van die [naam slachtoffer] ;
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 04 november 2018 tot en met 16 december
2018 te [naam plaats 1] en/of [naam plaats 2] meermalen, althans eenmaal (telkens)
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had
bereikt, te weten met [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2003), buiten echt
ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
brengen en/of houden van zijn, verdachtes vinger(s) en/of penis in de vagina
van die [naam slachtoffer] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 18 december 2018 tot en met 20 december
2018 te [naam plaats 1] en/of [naam plaats 2] en/of elders in Nederland
[naam slachtoffer] (via snapchat) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer] dreigend via snapchat
berichten gestuurd met daarin de titel van een krantenbericht van een
vermoord meisje op een school in Rotterdam met daarbij de tekst: "jij bent de
volgende" en/of "op weg naar Capelle, geladen" met daarbij een afbeelding van
een vuurwapen en een doodskist.